Sluitstuk | De emoties van softwareontwikkelaars
Software-engineering wordt vaak gezien als een puur technische discipline, maar ook in dit vakgebied spelen emoties een rol. Promovendus Nathan Cassee onderzocht hoe uitingen van negatieve emoties beïnvloeden hoe softwareontwikkelaars keuzes maken. Vorige maand verdedigde hij zijn proefschrift cum laude aan de faculteit Mathematics & Computer Science.
“We weten dat software-engineers emoties en sentimenten ervaren en uiten tijdens verschillende software-engineering-activiteiten”, vertelt Nathan Cassee. “Met mijn onderzoek wilde ik meer inzicht bieden in de invloed van deze emoties op hun werk en beslissingen.” Hij richtte zich daarbij vooral op hoe negatieve emoties onbewust de prioritering van technische problemen kunnen beïnvloeden.
Het menselijke aspect
Cassee studeerde eerst software-engineering aan de Fontys Hogeschool, waarna hij een master Computer Science and Engineering aan de TU/e volgde. Zijn interesse ligt bij de human aspects of software engineering, een subgebied binnen computer science dat de menselijke kant van het ontwikkelproces belicht, waaronder emoties, teamdynamiek en samenwerking. “We onderzoeken hoe software-engineers samenwerken om technische uitdagingen aan te gaan”, legt hij uit.
Tijdens het ontwikkelproces communiceren software-engineers veel via geschreven tekst, zowel met elkaar als met klanten, managers en andere betrokkenen. Dit gebeurt vaak op platforms zoals GitHub, dat tools biedt waarmee engineers en developers efficiënt kunnen samenwerken aan een code. Als er iets niet werkt, kunnen ze een melding of klacht aanmaken waarin het probleem wordt beschreven. “We weten dat op dit soort platformen vaak negatieve emoties worden geuit, maar het effect daarvan was nog onbekend,” zegt Cassee.
Cassee begon zijn onderzoek met een literatuurstudie. Er zijn veel AI-tools die geschreven communicatie automatisch kunnen classificeren op basis van de uitgedrukte emoties. “Dat kan lastig zijn, omdat ontwikkelaars vaak specifieke terminologie gebruiken”, legt hij uit. Een uitdrukking zoals ‘to kill a process’ kan voor een AI-tool negatief klinken, terwijl het voor ontwikkelaars een neutrale, feitelijke term is. Een deel van zijn proefschrift richt zich daarom op het verbeteren van deze AI-tools om domeinspecifieke taal beter te interpreteren en communicatie accuraat te beoordelen.
Negativiteit in broncode
Cassee onderzocht ook hoe software-ontwikkelaars emoties uiten in de broncode bij het beschrijven van technische problemen. De broncode is de set instructies die ontwikkelaars schrijven om software-toepassingen te bouwen en wordt uiteindelijk omgezet in machinecode zodat de computer deze kan uitvoeren. Vaak bevatten probleemomschrijvingen in de broncode niet alleen technische details, maar ook uitingen van emoties zoals frustratie of ergernis.
In een gecontroleerd experiment liet Cassee software-ontwikkelaars een prioriteitsscore toekennen aan technische problemen om te onderzoeken of negativiteit in de beschrijving een rol speelde. “We zagen dat bij een derde tot de helft van de ontwikkelaars de prioriteit hoger werd ingeschat als de probleemomschrijving nadruk legde op negatieve emoties.” Negativiteit verhoogt de kans dat een probleem een hogere prioriteit krijgt, zelfs zonder dat men zich hiervan bewust is.
Spanningsveld
Hoewel veel ontwikkelaars in enquêtes aangaven dat negatief taalgebruik geen invloed zou moeten hebben op de prioritering, liet het onderzoek iets anders zien. “Ontwikkelaars die denken dat negatieve emoties geen effect op hen hebben, bleken toch beïnvloed te worden. Dat creëert een spanningsveld”, legt Cassee uit.
Volgens hem kan dit ook invloed hebben op de samenwerking binnen teams. “Als taken worden gekozen op basis van de toon van de probleemomschrijving in plaats van technische criteria, kan dat voor frictie zorgen”, stelt hij.
Het is overigens niet zo dat er helemaal geen emoties mogen zitten in een technisch commentaar, benadrukt hij. “We kunnen niet verwachten dat niemand zich meer negatief uitlaat. Wij blijven mensen, en het tonen van emoties hoort daarbij”, vertelt hij. “Maar er zitten genoeg interessante vragen in die ik verder zou willen onderzoeken.”
In de technische wereld gaan we vaak uit van feiten en logica. Emoties zouden er niet toe doen. Maar mijn onderzoek toont aan dat emoties wel degelijk invloed hebben
Teamdynamiek
Cassees onderzoek richt zich op een klein aspect van het technische proces, maar volgens hem ligt er nog een grote onderzoeksagenda op dit gebied. De beschikbaarheid van data legt onderzoekers echter vaak beperkingen op. “Er worden steeds meer experimenten en surveys uitgevoerd omdat die goed uitvoerbaar zijn. Maar er is nog weinig onderzoek naar de teamdynamiek in software-engineering: hoe teams samenwerken in kleine of grote bedrijven, de rol van managers en het belang van emotionele uitingen op de werkvloer,” legt hij uit.
“Dat zijn allemaal interessante, grote vraagstukken, maar helaas heel moeilijk om te bestuderen. Voor dit soort onderzoek heb je toegang nodig tot organisaties, zodat je het gedrag van teams kunt bestuderen, waar de meeste bedrijven niet op staan te wachten. Daarnaast vereist het een multidisciplinaire benadering en een nauwe samenwerking met vakgebieden zoals sociologie of psychologie.”
Hoe dan ook vindt hij dat er meer aandacht moet komen voor het menselijke aspect binnen software-engineering. “In de technische wereld van software-engineering gaan we vaak uit van feiten en logica. Emoties zouden er niet toe doen. Maar mijn onderzoek toont aan dat emoties wel degelijk invloed hebben. Het is belangrijk om ons daarvan bewust te zijn en hierin meer inzicht te krijgen.”
PhD in the picture
Wat staat er op je proefschriftkaft?
“De oude theatermaskers die blijheid en woede uitbeelden – de twee grote, contrasterende emoties. Daaroverheen lopen stukjes technische broncode in de programmeertaal. Dat zijn de stukjes informatie die uiteindelijk keuzes zoals prioritering beïnvloeden.”
Je bent op een verjaardagsfeestje. Hoe leg je uit wat je onderzoekt?
“Ik onderzoek hoe uitingen van emoties invloed kunnen hebben op het software-ontwikkelproces.”
Hoe blaas je naast je onderzoek stoom af?
“Niet goed genoeg”, lacht hij. “Ooit deed ik aan klimmen, maar dat is er bij ingeschoten. Ik loop nog wel vaak hard en spreek graag met vrienden af.”
Welk advies zou je aan toekomstige promovendi willen geven?
“Mijn afstudeerbegeleider vroeg me altijd: ‘Heb je het nog naar je zin?’ Hij zei ook vaak: ‘Zorg dat je plezier hebt in wat je doet.’ Het heeft een paar jaar geduurd om te begrijpen waarom hij dat steeds zei, maar hij had gelijk. Natuurlijk wil iedereen impact maken en gepubliceerd worden, maar waar werk je zelf graag aan? Wat vind je echt leuk om te doen? Dat is minstens zo belangrijk.”
Wat is je volgende hoofdstuk?
“Over een paar weken vertrek ik naar Canada voor een postdoc. Daar ga ik me verder bezighouden met het menselijke aspect in software-engineering en aan vraagstukken werken zoals de invloed van generatieve AI-tools, zoals ChatGPT en Copilot, op samenwerking binnen teams.”
Discussie