Sluitstuk | Patiënten met hartfalen beter monitoren

Lees meer

Sluitstuk | Patiënten met hartfalen beter monitoren

Ziekenhuisopnames van patiënten met hartfalen voorkomen door hen thuis op afstand te monitoren, daar ging het promotieonderzoek van Cyrille Herkert over. Ze ontwikkelde een nieuw zorgpad waarbij patiënten zelf onder andere hun hartslag en bloeddruk meten, zodat artsen op tijd kunnen ingrijpen bij achteruitgang. Afgelopen maand heeft ze haar proefschrift bij de faculteit Industrial Design verdedigd.

door
foto EyeEm Mobile / iStock

Het PhD-project van Cyrille Herkert is een samenwerking tussen het Máxima Medisch Centrum (MMC) en de TU/e. Haar promotor, Hareld Kemps, deeltijdhoogleraar aan de TU/e en cardioloog bij het MMC, hield zich al langer bezig met dit onderwerp en inspireerde haar om aan dit promotieonderzoek te beginnen. “Hij slaat de brug tussen het ziekenhuis en de TU/e”, zegt Herkert.

Naast haar promotie is ze in opleiding tot cardioloog in het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven. Deze combinatie was volgens haar behoorlijk uitdagend: “Ik moest vaak in mijn vrije tijd aan mijn onderzoek werken.”

Lastig te voorspellen

Hartfalen is een chronische aandoening waarbij het hart niet in staat is om bloed efficiënt rond te pompen. Dit kan leiden tot vochtophopingen, waardoor mensen klachten zoals benauwdheid en dikke benen krijgen. “Hiervoor moeten patiënten helaas regelmatig in het ziekenhuis worden opgenomen”, vertelt Herkert. Om het teveel aan vocht af te voeren, krijgen ze dan plasmedicatie via het infuus.

 “Het grote probleem in de huidige zorg is dat we deze opnames niet goed kunnen zien aankomen", vervolgt ze. Patiënten komen weliswaar periodiek op de polikliniek, maar het kan zijn dat ze op dat moment geen klachten hebben. Als ze tussen de afspraken door verslechteren, moeten ze alsnog worden opgenomen. “Het is voor artsen momenteel lastig om te voorspellen wanneer dit gaat gebeuren", constateert ze.

Tijdig ingrijpen

In haar onderzoek onderzocht Herkert de mogelijkheden van telemonitoring – zorg op afstand – om patiënten beter in de gaten te houden. Hiermee kunnen artsen tijdig opmerken wanneer de toestand van een patiënt verslechtert en direct ingrijpen. Tegelijkertijd hoeven stabiele patiënten niet onnodig naar het ziekenhuis te komen, wat de zorg efficiënter maakt en het comfort en de zorgkwaliteit voor patiënten verbetert.

Bij telemonitoring meten patiënten thuis zelf gegevens zoals gewicht, hartslag en bloeddruk. Ook vullen ze een kort vragenlijstje in over hartfalen-gerelateerde lichamelijke klachten. Deze gegevens delen ze vervolgens met zorgprofessionals, vaak via een app. Door deze waarden te monitoren, kunnen artsen zo nodig de medicatie aanpassen en daarmee vochtophoping proberen te voorkomen. Op dit moment gebeurt dit monitoren nog handmatig, waarbij zorgpersoneel de gegevens beoordeelt. “Hopelijk kan dit in de toekomst met behulp van AI meer geautomatiseerd worden”, aldus Herkert. “Dat zou telemonitoring nog efficiënter maken.”

Een nieuw zorgpad

Als onderdeel van haar promotieonderzoek ontwikkelde Herkert een zorgpad voor telemonitoring van patiënten met hartfalen en COPD (een chronische longaandoening). “Deze twee ziektes komen vaak samen voor en verslechteren meestal tegelijkertijd”, licht ze toe. De patiënten in haar studie worden via telemonitoring in de gaten gehouden en komen alleen naar de polikliniek als de meetwaarden daar aanleiding toe geven. “Er worden dus geen standaard policontroles meer afgesproken. Dat is uniek in vergelijking met eerdere studies”, zegt Herkert.

De grootste uitdaging bij de invoering van telemonitoring is volgens Herkert de integratie ervan in de traditionele ziekenhuiszorg, die strak georganiseerd is. “Het kost veel moeite om zo’n grote verandering te introduceren”, zegt ze. Er moeten nieuwe werkafspraken worden gemaakt en er moet duidelijk worden afgestemd wie wat doet.

Herkert heeft bij de beschrijving van het zorgpad ook rekening gehouden met de ervaringen van patiënten met de huidige zorg. “De studie is net afgerond, dus we moeten de resultaten nog goed analyseren”, zegt ze. “We zullen vooral kijken of de kwaliteit van leven voor deze patiënten verbetert.” Uiteraard moet het zorgpad ook praktisch uitvoerbaar en kosteneffectief zijn.

Nauwkeurige meetapparatuur

Naast de praktische implementatie onderzocht Herkert ook het technische aspect. Zo bekeek ze of de bestaande meetapparatuur geschikt is voor telemonitoring van deze patiëntengroep. “Er zijn heel veel verschillende activity trackers en smartwatches die de potentie hebben om patiënten op afstand te monitoren, maar deze zijn ontwikkeld voor de gezonde populatie en de vraag is of deze nauwkeurig genoeg meten bij hartpatiënten”, legt ze uit.

Uit haar tests bleek bijvoorbeeld dat de twee commercieel beschikbare activity trackers, niet accuraat genoeg zijn om lichaamsbeweging te monitoren bij hartpatiënten. “Er is dringend behoefte aan een betere polsband met bijbehorende algoritmes die beter afgestemd zijn op hartpatiënten en nauwkeurigere resultaten leveren”, concludeert ze.

Telemonitoring in de ruimte

Daarnaast voerde Herkert twee studies uit met een relatief nieuw apparaat dat eerder werd gebruikt om de hartconditie van astronauten in de ruimte te monitoren. “Dat is ook een vorm van monitoring op afstand”, zegt ze lachend. Met de sensoren, die op de borst en de rug worden bevestigd, meet het apparaat trillingen die veroorzaakt worden door het samentrekken van de hartspier. Herkert vroeg zich af of dit apparaat ook geschikt zou zijn voor het monitoren van hartpatiënten.

Uit een van haar studies bleek dat het apparaat veranderingen in lichamelijke inspanning kan meten bij patiënten met hartfalen. In een andere studie onderzocht ze hoe het apparaat reageert wanneer patiënten met vochtophoping plasmedicatie via het infuus krijgen. Het bleek in staat te zijn de afname van vocht te meten. “Het zijn relatief kleine studies, maar ze bieden hoop voor de toekomst.”

De ervaringen die Herkert tijdens haar promotietraject opdeed, hebben eraan bijgedragen dat telemonitoring inmiddels onderdeel is geworden van de reguliere zorg in het MMC. Toch zijn er volgens haar nog verbeteringen mogelijk voor betere zorg op afstand. “Stap één is het ontwikkelen van betrouwbare meetapparatuur waarmee we betere data kunnen verzamelen”, zegt ze. Daarnaast benadrukt ze het belang van betere algoritmes om de gegevens efficiënter te verwerken en te beoordelen. “We zien nu dat de waarden veranderen vlak voordat een patiënt opgenomen moet worden. Met betere meetapparatuur en algoritmes zouden we verslechtering eerder kunnen voorspellen en sneller kunnen ingrijpen.”

PhD in the picture

Wat staat er op je proefschriftkaft?

“Het toont het hart met de vier kamers. Tegelijkertijd is het een raam, met een pad dat van binnen naar buiten loopt. Dit symboliseert ons telemonitoring zorgpad, waarmee je als het ware bij de patiënt thuis naar binnen kijkt. Het staat ook voor mijn eigen PhD-reis. Het meisje te paard ben ik zelf. Het paard mocht natuurlijk niet ontbreken, aangezien ik zelf een paard heb.”

Je bent op een verjaardagsfeestje. Hoe leg je uit wat je onderzoekt?

“Ik onderzoek hoe we patiënten met hartfalen thuis het beste kunnen monitoren om achteruitgang zo snel mogelijk op te merken.”

Hoe blaas je naast je onderzoek stoom af?

“Een van mijn grootste hobby’s is zorgen voor en trainen met mijn paard. Daarnaast breng ik graag tijd door met familie en vrienden en onderneem ik zoveel mogelijk leuke dingen met hen.”

Welk advies zou je aan toekomstige promovendi willen geven?

“Er zijn altijd wat ups en downs tijdens een PhD-traject, maar uiteindelijk komt het goed. Zet door en houd vol!”

Wat is je volgende hoofdstuk?

“Ik wil mijn opleiding tot cardioloog afronden. Daarnaast hoop ik betrokken te blijven bij het onderzoek naar telemonitoring bij professor Kemps.”

Deel dit artikel