Akoestiek Griekse theaters toch niet uitzonderlijk
Over de akoestiek van het 2300 jaar oude Griekse theater van Epidaurus wordt meestal in superlatieven gesproken. Ten onrechte, blijkt uit metingen van onderzoekers van de TU/e. Akoestici Constant Hak en Remy Wenmaekers hebben met masterstudenten als eerste de akoestiek van drie klassieke theaters in detail in kaart gebracht, met meer dan tienduizend metingen.
Met de metingen bevestigen ze dat je luidkeels acteerwerk prima kan verstaan tot op de achterste rijen. Maar het geluid van het scheuren van papier of gefluister blijkt – in tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt - hooguit tot halverwege het theater te reiken. Andere voorbeelden die in reisgidsen vaak worden aangehaald om de uitmuntendheid van de akoestiek te illustreren, zijn het geluid van vallende munten en het afstrijken van een lucifer.
Uit het Eindhovense onderzoek in Epidaurus blijkt echter dat het scheuren van papier en het vallen van munten maar herkenbaar is tot ongeveer de middelste rij. Voor het geluid van het afstrijken van een lucifer ligt die grens nog een stuk dichter bij het podium. Fluisteren is zelfs alleen verstaanbaar als je op de voorste rijen zit. Overigens zijn de genoemde geluiden wel tot iets verder in het theater nog nét hoorbaar, maar daar zijn ze zo zacht dat de luisteraar het geluid niet meer herkent.
Acteerstem
In geen van de drie onderzochte theaters bleek een stem met normaal volume op de achterste rij verstaanbaar. Tekst die met bijzonder luide acteerstem wordt opgevoerd, bleek daarentegen wel goed te volgen, tot helemaal achterin de drie theaters. De conclusie van de onderzoekers is dan ook dat de akoestiek van de theaters goed is, maar niet uitzonderlijk. De resultaten werden eerder dit jaar gepresenteerd op de wetenschappelijke conferentie Acoustics ’17 Boston.
Het onderzoeksteam bestudeerde de Odeon van Herodes Atticus (uit 200 n. Chr.), het theater van Argos (200 v. Chr.) en het theater van Epidaurus (400 v. Chr.). Vooral dit laatste theater is veelgeprezen vanwege zijn akoestische kwaliteit. In alle theaters verrichten de onderzoekers meerdere metingen op honderden plaatsen, om de hoorbaarheid van geluiden over het gehele publieksvlak in beeld te krijgen. Ze deden dat op meerdere momenten van de dag, omdat de akoestiek kan veranderen door verschillen in temperatuur en luchtvochtigheid. De resultaten vergeleken ze met eigen gegevens over de herkenbaarheid en hoorbaarheid van de eerder genoemde geluiden, zoals het vallen van munten. Daarnaast deden ze aparte metingen om de spraakverstaanbaarheid in kaart te brengen.
Draadloos systeem
De onderzoekers konden de akoestiek in zoveel detail in beeld brengen dankzij een nieuwe, zelf ontwikkelde meetmethode. Ze gebruikten een draadloos systeem, waardoor ze snel op veel verschillende plaatsen metingen konden doen. Dat lijkt simpel, maar in akoestische metingen zijn de kleine vertragingen die kunnen optreden tussen de gescheiden afspeel- en opnameapparatuur, een storende factor. Die vertragingen ontstaan doordat de kloksnelheid van de apparaten nooit exact gelijk is. De Eindhovense onderzoekers hebben dit probleem weten op te lossen.
Het startpunt voor het onderzoek was een reisgids die al zo’n dertig jaar in de kast staat van onderzoeksleider Constant Hak, met daarin de gebruikelijke beweringen over de akoestiek. Als akoesticus wilde hij altijd al graag die akoestiek in detail gaan meten, en met de nieuw ontwikkelde meetmethode werd dat mogelijk. Samen met onderzoeker Remy Wenmaekers en masterstudenten van de TU/e reisde hij naar Griekenland om de metingen te doen.
Ondanks de bevindingen blijft de beleving van de theaters voor Hak en zijn collega's magisch. En de akoestische kwaliteit is goed, benadrukken ze. Maar de verhalen in de reisgidsen over de haast mythische akoestiek, mogen wat hen betreft wel wat bijgesteld worden.
Bron: Persteam TU/e
Discussie