- De universiteit , Student , Campus
- 03/10/2018
60 jaar SG: ontdekken, lachen, denken en verwonderen
Studium Generale blikt morgen en overmorgen tijdens het uitgebreide evenement 24/60 niet teveel terug, maar laat vooral zien waar het voor staat. Des te meer reden voor Cursor om wél eens terug te kijken op zestig jaar aan SG-activiteiten. Dat doen we met verschillende (oud-)medewerkers, die vermakelijke en frappante anekdotes delen. Zoals over de beveiliging die een straatartiest in de kraag grijpt, Annie M.G. Schmidt die zich wezenloos schrikt van een opgezet schaap en zeshonderd belangstellenden die willen zien of het een man lukt één meter boven de grond te zweven.
Uren luisteren naar een lp met de Matthäus-passion. Je kunt je er nu niks meer bij voorstellen, maar met die ‘activiteit’ kon Studium Generale in de jaren zestig gerust een volledig programma vullen. “Die platenspeler is tegenwoordig een hippe dj”, vergelijkt SG-hoofd Lucas Asselbergs. Waarmee hij maar duidelijk wil maken dat je meer uit de kast moet trekken om de aandacht van de student anno 2018 te trekken dan van die van zestig jaar geleden.
“Onze opdracht is niet veranderd in al die jaren, de vorm wel”, stelt Asselbergs, die sinds 2009 hoofd Studium Generale is en er van 1991 tot 1998 als programmamaker werkte. Die opdracht is de maatschappelijke en culturele vorming van studenten bevorderen evenals de ontwikkeling van ethisch besef."
“Het is voor ons de sport mensen te interesseren voor uiteenlopende onderwerpen en met de tijd mee te gaan. En dat lukt, maar we moeten wel voortdurend onze stoel verschuiven om in de zon te blijven zitten. Tegenwoordig komen alle TU/e-studenten door de koppeling met USE minstens vijf keer in aanraking met onze programma’s. Dat trekt ze alvast over de streep. Het is soms ook koudwatervrees, daarna willen ze vaker komen.”
Clubhuis
Niet alleen de programmering is veranderd in de loop der jaren, ook de mogelijkheden die de campus biedt. “Er zijn meer mensen op het terrein, beslissingen worden vaker in overleg of over meer schijven genomen en, heel belangrijk: er zijn minder loze ruimtes. Een zwerftocht door de kelders van het Hoofdgebouw en verschillende laboratoria, zoals we hadden bij de lustrumvoorstelling TU-Odyssee in 2011, is tegenwoordig knap lastig. In Luna, waar we nu onze voorstellingen hebben, is een levendige cultuur, maar we zitten daar nog wel in de opstartfase.”
Nog een verandering: de actieve rol die studenten kunnen spelen. Corine Bolwerk, sinds 1988 SG-programmamaker, vertelt: “Vroeger waren we een soort van clubhuis. Ze hingen bij ons de jas op. Het is lastiger studenten te vinden die bereid zijn zich langer in te zetten.”
SG heeft zich altijd gesteund gevoeld door het TU/e-bestuur, vertelt Asselbergs: “We hebben in al die jaren verschillende gevoelige onderwerpen gehad. Een paar studenten waren bijvoorbeeld beledigd toen we een cartoon van de ayatollah in ons programmablad hadden, daar hebben we een goed gesprek mee gehad. Er was veel te doen over een lezing over pedofilie waarbij we een pedofiel hadden uitgenodigd. Iedereen vond dat uiteindelijk een mooi gebalanceerd programma. En we hebben één klacht gehad toen een man naakt in het Auditorium hing met een iPhone voor zijn kruis. Maar we hebben altijd veel vrijheid genoten.”
Zestig jaar SG maakt bij verschillende (oud-)medewerkers vele herinneringen los. We tekenden enkele verrassende anekdotes op.
De man die probeert op één meter hoogte te zweven
Sami Faltas, SG-hoofd van 1988 tot 1994, herinnert zich het bijzondere optreden in 1990 nog goed: “Een docent vertelde mij dat hij van de Stichting Skepsis was, die bijgeloof en kwakzalverij bestrijdt. Een jongeman van de Transcendente Meditatiebeweging had beweerd dat hij met behulp van TM kon vliegen en de scepticus bood hem tienduizend gulden als hij dat onder gecontroleerde omstandigheden zou voordoen.”
Die docent, dat was Jan Willem Nienhuys. Hij doceerde begin jaren negentig bij de faculteit Wiskunde en Informatica en was in die tijd ook al actief bij de Stichting Skepsis. Deze deed een oproep in het Eindhovens Dagblad, waarin eerder een artikel over de Transcendente Meditatiebeweging had gestaan, voor een demonstratie.
Nienhuys: “Daar reageerde Frans van de Logt op. Hij zou één seconde moeten zweven boven één meter hoogte en als hem dat lukte, zouden we hem tienduizend gulden geven. Dat geld had ik van tevoren bij de bank gehaald en voor de proef laten zien. Mijn vrouw was wel bezorgd dat de meettechniek van de TU/e tekort zou schieten en we het geld kwijt zouden raken.
De Grote Zaal (nu bekend als De Blauwe Zaal, red.) was hartstikke vol, mensen stonden op elkaars schouders om iets te kunnen zien. Er waren zo’n zeshonderd belangstellenden. Toch opmerkelijk dat er zoveel technische studenten kwamen kijken of het zou lukken.
Verbazing, oriëntatie en plezier
Van de Logt ging mediteren, maakte drie hopjes en kreeg een applausje. Later, bij inspectie van de videobeelden, bleek hij bij zijn beste sprong niet hoger dan twintig centimeter van de grond te zijn gekomen voor ongeveer 0,4 seconden. Waar ik van baalde, is dat het achteraf een promotiestunt bleek te zijn. Van de Logt wilde reclame maken voor zijn eigen club.”
Sami Faltas noemt het terugblikkend niettemin een geslaagd evenement: “De drie elementen van ons motto waren goed tot hun recht gekomen: verbazing, oriëntatie en plezier.”
Paul de Leeuw treedt totaal onvoorbereid op
“Paul de Leeuw was in 1990 upcoming, mensen vonden hem vreselijk komisch.” Aan het woord is Joost Rekers, SG-medewerker van 1982 tot 1994.
“Ik kreeg van het impresariaat van Paul de Leeuw de mogelijkheid om hem na een show in het Parktheater te spreken en hem te briefen over zijn optreden op de TU/e. We zochten altijd een klapper om het SG-jaar mee te openen.
Ik heb hem gevraagd of hij nog iets nodig had bij zijn optreden. Misschien een piano? Maar nee, dat hoefde allemaal niet. Daar heb ik toen genoegen mee genomen. Ik keek ook wel tegen hem op en dacht: ‘wat hij op tv kan, kan hij in de zaal ook wel’. Toen we vlak voor zijn optreden samen koffie dronken, bleek dat hij niks had voorbereid. Hij raakte wat zenuwachtig toen hij zag hoeveel belangstelling er was.
Zere been
Hij heeft geïmproviseerd en tijdens de voorstelling onder meer de Buck-affaire op de hak genomen, noemde Buck zelfs een beffende bever. Dat was allemaal tegen het zere been van het College van Bestuur. De helft van de studenten moest erom lachen, maar veel mensen waren niet gelukkig met het optreden.
Er hebben naderhand brieven en een hoofdredactioneel commentaar in Cursor gestaan van mensen die De Leeuw te grof vonden. Daar heb ik later nog op gereageerd en de show verdedigd, dat had ik niet moeten doen. Het was gewoon geen goed optreden. Na de show heb ik nog met Paul de Leeuw op een terrasje gezeten in de stad en zijn we brillen gaan passen. Ik denk niet dat hij het zelf geslaagd vond, maar daar liet hij zich niet over uit. Hij zocht meteen naar andere gespreksonderwerpen.”
Annie M.G. Schmidt schrikt van een opgezet schaap
Nog een anekdote van Joost Rekers. “Ik verzorgde eerst de opmaak van de informatieboekjes en vond de programmering over het algemeen een beetje saai. Dat is in die tijd wel veranderd. Ik heb eens twee bodybuilders geïnterviewd die ook nog een demonstratie gaven. En verschillende bekende Nederlanders, zoals Henk Schiffmacher en Tom Egbers.
Ik heb allerlei decors gemaakt, zoals bij een voorstelling van Annie M.G. Schmidt. Zij kwam drie keer bij de universiteit in onze jaarlijkse serie Autobiografisch en we hadden een huiskamer gemaakt in jaren-vijftigstijl. Annie M.G. Schmidt zat in een fauteuil, waar we een opgezet schaap naast hadden gezet - een verwijzing naar haar gedichten over het schaap Veronica. Zij zag slecht en had het dier helemaal niet gezien. Halverwege het interview raakte ze het ineens aan en ze schrok zich wezenloos toen ze het van dichtbij bekeek. Dit zorgde voor hilariteit in de zaal.”
Oud SG-hoofd Sami Faltas vertelt over die periode: “Om de studenten te boeien, zochten wij niet alleen naar spannende thema’s en leuke sprekers of artiesten, maar ook naar een aantrekkelijke vormgeving van de evenementen. We gingen decors en inleidende muziek gebruiken en het was voortaan verboden om drie saaie heren achter een tafel met een groen laken een evenement vol te laten praten. Bij onze keuze van sprekers letten wij net zo goed op de presentatie als op de inhoud. Deze formule werkte goed en inspireerde ook sommige andere SG’s.”
Veel paraplu’s kopen om het publiek droog te houden
Voor een voorstelling op een regenachtige dag, 15 september 2000, zijn SG-medewerkers met spoed de stad in gegaan om bij de HEMA alle paraplu’s in te slaan. Op het programma stond het vertonen van de film Faust, maar dan niet in de filmzaal. Het doek hing aan de buitenkant van het destijds gestripte scheikundegebouw (T-hoog, nu Vertigo) over vijf verdiepingen. Muziek werd live gespeeld. “Het getik van de regen op je paraplu droeg bij aan de grimmige sfeer van de film Faust”, herinnert Corine Bolwerk zich.
Erotische teksten die in het verkeerde keelgat schieten
Schrijver Thomas van Aalten schreef voor SG een thriller in tien afleveringen die zich op de campus afspeelt. De eerste negen delen zouden op placemats worden afgedrukt en de ontknoping zou een literaire avond zijn in het Gaslab.
De Volkskrant schrijft op 10 september 2002: Maar al bij de eerste aflevering ging het mis. 'De tekst is menige nietsvermoedende eter in het verkeerde keelgat geschoten', zegt universiteitswoordvoerder Cees van Keulen. In het verhaal kijkt professor Fanton de jonge en aantrekkelijke TU-studente Maril na: 'Hij loert tussen een spleet van de stoffige groene jutegordijnen en mompelt in zichzelf: '”Domme, domme meid. Jammer dat je zo'n lekkere sapkut hebt.”' Hij kneedt in zijn geslacht en draait zich om in zijn werkkamer’.
De klachten die het College van Bestuur ontving, zorgden ervoor dat het feuilleton niet meer op placemats verscheen, maar per mail moest worden opgevraagd. SG zag de placemats als een nieuw concept waarmee een risico werd gelopen. “We leren ervan”, aldus Maarten Pieterson, het toenmalige hoofd van Studium Generale, in de Volkskrant.
Thomas van Aalten herinnert zich dat hij geen woede voelde toen hij gebeld werd over het stopzetten. “Misschien vond ik het wel een belediging van de kunsten, maar ik was vooral verwonderd. Mijn tekst was helemaal niet provocerend bedoeld, eerder absurdistisch. Dat werd niet begrepen. Maar bij de afsluitende literaire avond in het Gaslab knetterde het ook niet. Er was een handjevol studenten op afgekomen.” Van Aalten heeft de serie hoofdstukken niet bewaard. ”Wat echt goed is, bewaren anderen wel.”
Een Frans zakmes als beloning voor binnenslepen bijzondere expositie
Maarten Pieterson, SG-hoofd van 1994 tot eind 2009, beschrijft hoe hij een bijzondere foto-expositie naar de TU/e haalde: “In het najaar van 2007 stond in het kunstkatern van de NRC een klein berichtje dat een Zwitserse bank een nieuwe jaarlijkse fotoprijs had ingesteld rond het thema duurzaamheid. Daar zou ook een expositie van de inzendingen bij horen en dat leek me echt iets om naar de TU/e te halen."
"Het verhaal kwam alleen nergens terug en het schoot me pas maanden later weer te binnen. Pas na veel googelen ontdekte ik dat er inderdaad een Prix Pictet was ingesteld en dat een fotobureau in Londen er iets mee te maken zou hebben. Zij waren erg verrast door mijn interesse. 'Nee, maar, een technische universiteit, dat is leuk. Komt u maar naar de prijsuitreiking van de eerste editie, begin september in Parijs, dan kunnen we er eens rustig over praten.'
Kofi Anan reikte de prijzen uit bij de chique opening en de expositie was absoluut schitterend. Misschien heb ik toen al te zorgeloos doorgedronken uit de glazen die telkens ongevraagd ververst werden en daarom de afterparty niet gehaald."
"De volgende ochtend trof ik de organisatoren aan hun ontbijt. Zo te zien hadden zij de afterparty tot het eind toe meegemaakt. 'Mr Peterson, oh yes, from Eindhoven University. Pity you eclipsed too soon last night. Yes, we decided to do it. Would upcoming February fit in your program?' Ik vroeg nog bedremmeld wat het ging kosten, maar die vraag werd weggewuifd. Het budget van Pictet voorzag in de hele tournee van de expositie langs verschillende locaties."
Met verende tred ben ik naar het Gare du Nord gelopen. Ongelooflijk dat ik zomaar een prachtige tentoonstelling had binnengehaald. Ik kocht stokbrood, kaas en een fles wijn om in de trein terug mijn succes te vieren. In de Marais kwam ik langs de winkel van Laguiole, die hele dure, maar oh zo prachtige zakmessen maakt. Dat mes heb ik nog steeds, net als de herinnering aan de Prix Pictet, waarvan de TU/e nog verschillende edities mocht tonen.”
De straatartiest die in de kraag wordt gegrepen
“Aan het begin van een seizoen begin jaren negentig hielden we een theaterweek met allerlei acts in de pauzes. Bedoeling was om studenten met theater te confronteren", vertelt Corine Bolwerk van SG. "Een van de acts was dat straatartiest Johan Rebergen met een gettoblaster op zijn schouders door de fietsenkelder van het Hoofdgebouw liep. Maar hij werd door de beveiliging in de kraag gegrepen. Het kostte hem moeite uit te leggen dat het om een act ging. De grens tussen iemand die theater speelt en iemand die gek is, was hier best ingewikkeld.” Pas na een telefoontje met SG liet de beveiliging de artiest gaan.
Intense zoektocht naar kunst en technologie op campus
“De lustra van de TU/e zijn voor SG telkens een belangrijk moment om een eigen productie op te zetten met kunstenaars, wetenschappers, studenten en het SG-team”, vertelt Asselbergs.
“Zo was de TU/e-Odyssee in 2011 een intense zoektocht naar kunst en technologie die het publiek naar de uithoeken van de TU/e-campus bracht, geleid door een stem op de hoofdtelefoon. Het publiek werd naar het dak en de kelders op -2 van het Hoofdgebouw gevoerd, mediteerde in het Gaslab en ervoer de knetterende Tesla in het Hoogspanningslab (nu Corona in Luna, red.). Mensen beleefden de TU/e-campus zoals zij die nooit meer zouden beleven. Een TU-Odyssee is tegenwoordig praktisch ondenkbaar, er zijn eigenlijk nauwelijks nog rafelranden op de campus waar je zoiets kunt realiseren.”
Er was eens…
….in 1958 een bestuur van de Technische Hogeschool (TH) dat vindt dat er ook een ‘algemeen vormend programma’ moest komen. Eerst wordt een aantal losse lezingen verzorgd en als die een vaste vorm krijgen, is dat het begin van SG aan de TU/e. Aardig weetje: Studium Generale is Latijn voor 'algemene studie' of 'algemene vorming' en het was in de Midddeleeuwen de naam voor het soort onderwijs waaruit later de universiteiten ontstonden. De activiteiten aan de TH worden uitgebreid met muzieklezingen, tentoonstellingen en discussies over politiek. Ook schrijvers zijn welkom, zoals Willem Frederik Hermans en Gerard Reve.
Studenten zijn vanaf het begin betrokken bij de programmering. In 1970 wordt een discussie opgezet over de koers van SG, ook omdat het aantal geïnteresseerde studenten achterblijft. De conclusie: de culturele activiteiten mogen blijven, maar SG moet meer aansluiten bij maatschappelijke problemen. In de jaren tachtig en negentig wordt het aanbod uitgebreider. Vanaf 2000 maakt SG steeds vaker producties met ‘anderen’. Verder kunnen studenten vanaf 2006 studiepunten verdienen in het kader van academische vorming en later is de koppeling met USE-vakken gekomen. (Bron: TU/e-encyclopedie)
Hoe viert SG zijn zestigste verjaardag?
SG wil je laten ontdekken, lachen, huiveren, denken, dansen en verwonderen en heeft daarvoor een programma van vierentwintig maal zestig minuten aan elkaar geregen tussen donderdag 4 oktober 10.00 uur en vrijdag 5 oktober 10.00 uur.
De onderwerpen van de lezingen variëren van voedingstechnologie tot Griekse tragedies en van onsterfelijkheid tot popmuziek. Er is trouwens ook genoeg muziek om op te dansen, door jezelf (bij de dansmarathon op muziek van dj Angelo Valks) of om naar te kijken (optreden van The Rugged). Je kunt SG’s lustrum binnen beleven (Luna, Zwarte Doos en Blauwe Zaal) of buiten (er komt een bewegend strandbeest van Theo Jansen over het KOE-veld). Het kan bij daglicht en in de donkerste uren van de nacht, zie het tijdschema.
Een van de verrassingen die SG ons tijdens zijn marathon brengt, is de film Boter, Kaas en Eieren. Dat is een film over James Klont, lang geleden gemaakt door studentenfotografievereniging Dekate Mousa. De club deed er drie jaar over (in plaats van de geschatte acht dagen) en kon Boter, Kaas en Eieren in 1969 in première laten gaan. Pløn Verhagen (nu hoogleraar aan de Universiteit Twente) was destijds student Elektrotechniek en schreef met twee medestudenten het scenario dat een parodie op een James Bond-film is.
Er werden scènes opgenomen in de Rechtestraat in Eindhoven, het kantoor van KVP-minister Jozef Luns in Den Haag en vooral in en rond het Hoofdgebouw en E-hoog van THE. Er zijn heel wat achtervolgingsscènes en knalpartijen. De zwart-witfilm duurt drie kwartier en is opgepoetst door huidige Dekate Mousa-leden om hem 4 oktober nog eens te vertonen in de filmzaal van de Zwarte Doos. Pløn Verhagen zal de film inleiden.
Het volledige en uitgebreide programma kun je bekijken op SG’s website.
Discussie