TU/e-vrijmetselaars: "Leer uzelf kennen en u zult de goden kennen"

Waarom is juist Eindhoven zo aantrekkelijk voor dit mystieke genootschap?

Er zitten meer TU/e’ers in de vrijmetselarij dan je misschien zou vermoeden. Of je collega of medestudent er een is blijft misschien voor altijd geheim, want ze zullen die informatie nooit over een broeder vertellen. Wij spraken er drie die open zijn over hun lidmaatschap. Wat trekt de mannen naar deze club? En waarom is er zoveel geheimzinnigheid rond de rituelen en activiteiten? Cursor zocht het uit.

‘Wie klopt daar als profaan aan de tempelpoort?’ In dit geval een vrouw van goede naam, die wenst bij de vrijmetselaars binnen te kijken. De leden kennen een speciaal wachtwoord om de deuren te openen. Als de deuren dan toch -uitzonderlijk-zonder wachtwoord opengaan voor Cursor, kijken we in een zwart-wit geblokte zaal met banken aan de zijkant, een altaar achterin en een sterrenhemel. Het alziend oog boven het altaar staart ons aan. “Dat kun je wellicht zien als je eigen morele kompas om je daden te beoordelen”, zegt vrijmetselaar Chris Franken. Hij benoemt dit bewust zo als een mogelijke betekenis, maar daarover verderop meer.

Eindhoven als maçonnieke stad

Franken zit bij een loge uit Den Bosch, maar die houdt zijn tempelarbeid in Eindhoven. De lichtstad lijkt erg vruchtbaar voor de vrijmetselaars: na een paar randsteden zitten hier in de Potgieterstraat de meeste loges. Onder die vrijmetselaars, ook wel maçons genoemd, zitten volgens Franken naast veel Philipsmedewerkers ook veel TU/e’ers. Wat vaak over de Vrijmetselarij de ronde doet, is dat er veel invloedrijke mensen bij zitten. Is dat waar? “Ik denk dat het een doorsnee van de samenleving is, en dat wil dan zeggen meer niet-invloedrijke mensen dan wel invloedrijke. De leeftijd ligt gemiddeld wel wat hoger.” Vrijmetselaars komen wekelijks of eens per twee weken bij elkaar, afhankelijk van de loge. “Maar vrijmetselaar ben je elke dag”, zegt Franken. “Dat loopt ook door in mijn werk en in hoe ik me verhoud tot andere mensen.”

Collegavrijmetselaar Martijn Lier is lid van de loge Rosa Alba uit Eindhoven. “Er is veel te kiezen in deze stad. Ik heb gestudeerd in Nijmegen, daar hebben ze er maar één, zoals in de meeste steden.” Lier denkt dat het grote aantal loges in Eindhoven komt door historische groei. “Als een loge boven een bepaald aantal leden groeit, moet er een afsplitsing komen, anders wordt de groep te groot. Daarnaast is dit een regio met veel hoger opgeleiden. Je ziet dat die mensen toch vaker met dit soort vraagstukken bezig zijn. Dat lijkt me verklaarbaar omdat je ruimte krijgt om met geestelijke ontwikkeling bezig te zijn als je eerste levensbehoeften gedekt zijn, verwijzend naar de Pyramide van Maslov.” Levensvragen hebben Lier altijd wel bezig gehouden. “Waar komen we vandaan en waar gaan we heen? Hoe kan ik een beter mens worden? Door vrienden die al vrijmetselaar waren, had ik de kans vragen te stellen en leek de vrijmetselarij me een manier om die levensvragen te kunnen beantwoorden of daar in ieder geval aan te werken.”

Reinier Phielix, alumnus Technische Bedrijfskunde kent zowel de vrijmetselarij als de TU/e door en door. “Ik heb me veel bezig gehouden met valorasatiewerkzaamheden en daardoor zowel TU/e en TU Delft als veel Brainport-bedrijven van binnen gezien.” Phielix blijkt dan ook een goede persoon om aan te vragen waarom er van oudsher zoveel Philips-mensen en mensen met een technische achtergrond binnen de vrijmetselarij aanwezig zijn.

“Philips (verschillende werknemers daarvan, red.) heeft aan de wieg gestaan van de eerste loge in Eindhoven, Licht en Vrijheid. En dat trekt vast meteen weer meer mensen aan uit dezelfde gemeenschap. Het gaat immers altijd makkelijker als je al iemand kent. En de vrijmetselarij is waarschijnlijk ook aantrekkelijk voor mensen die in het werkende leven erg bezig (moeten) zijn met ‘de beste zijn, het beter doen dan je concurrent’. Bij de vrijmetselarij maakt het juist niet uit welke titel je hebt”, zegt Phielix die zelf ook lang bij Philips werkte. Toen hij toetrad tot zijn loge werd dat onderlinge Philips netwerk al snel bevestigd: “We waren met 45 broeders destijds, 18 daarvan kenden mij. Naast Philips-mensen hebben we ook veel TU/e’ers. Zo’n 25 a 30 procent schat ik, en ik ken alle Eindhovense loges goed. Maar we zijn daar verder niet mee bezig (wie welk beroep heeft, red.), want iedereen is hier gelijk. We ontdoen je van je aardse metalen, zoals wij dat zeggen.”

Lier heeft de meestergraad, zoals ook de twee andere heren uit dit interview. De vrijmetselarij werkt met graden en iedereen begint als leerling. Afhankelijk van het type vrijmetselarij dat je aanhangt is er een x-aantal vervolgpaden te bewandelen, maar iedere stroming kent de route van leerling, gezel en meester. Lier houdt zich, in tegenstelling tot Franken die de Schotse Ritus naleeft, aan de zogenaamde ‘Blauwe Vrijmetselarij’ die valt onder de Orde van Vrijmetselaren, zoals gebruikelijk is in Nederland. Die heeft 3 graden in plaats van 33 van de Schotse Ritus.

De vrijmetselarij leek me een manier om levensvragen te kunnen beantwoorden

Martijn Lier
Meester bij loge Rosa Alba
Het geheim

Franken, TU/e-alumnus Bouwkunde en al jaren werkzaam als architect, is lid van de Loge De Gezellen van Sint Jan. Hij is oud-voorzittend meester van zijn loge. Hij is zich bewust van de mystiek en geheimzinnigheid rond de vrijmetselarij. “Wat is nou dat geheim? Dat vraagt ook iedere vrijmetselaar zich af… “het zou kunnen zijn, dat dit diep in jezelf zit”, mijmert Franken. “Je zou het geheim kunnen vinden, als je daar durft te zoeken.” Ken U Zelve is dan ook de eerste opdracht bij die zoektocht als leerling. Je wordt niet zomaar vrijmetselaar. Het genootschap rekruteert niet en je moet dus zelf op een loge afstappen en ‘aankloppen’. Maar ook dan ben je nog niet direct lid: “Daar gaan veel gesprekken aan vooraf om te zien of het bij jou past.” Sta je open voor een andere mening, of vind je dat jouw mening de enige juiste is?”

Lier is als jonge vrijmetselaar wat in de minderheid. Met zijn 33 jaar – ingewijd als vrijmetselaar op 25-jarige leeftijd als student – was hij er vroeg bij. Maar dat heeft juist voordelen volgens hem. “Ik had toen sowieso wat meer tijd om dit in de avonden te doen. En ik leerde er veel zaken die ik in mijn studie weer kon toepassen, zoals debatteren op een manier dat het echt ging om argumenten te vergelijken (compareren, red.). Daarvoor moet je heel goed luisteren en de verschillen en overeenkomsten ontdekken, in plaats van zo snel mogelijk een tegenargument te formuleren.”

Naast Philips-mensen hebben we ook veel TU/e’ers. Zo’n 25 a 30 procent schat ik

Reinier Phielix
Meester bij loge De Vier Jaargetijden
Inwijding

De inwijding tot vrijmetselaar heeft misschien wel wat overeenkomsten met de ontgroening zoals studenten die kennen: je weet van tevoren niet wat je gaat overkomen. Dat is het enige. “Maar er komen geen excessieve hoeveelheden alcohol bij kijken en er zijn daarbij geen ongepaste of ongemakkelijke momenten”, durft Franken wel te stellen. “Zo’n inwijdingsritueel moet je je laten overkomen en ervaren en niet van tevoren willen weten. Gewoon vertrouwen hebben en je laten verwonderen. Maar mensen die echt nieuwsgierig zijn kunnen het met wat zoekwerk vast ergens op internet vinden.” Met intreden rijst de vraag: kun je ook uittreden? “Zeker, daar ben je vrij in”, zegt Franken, “maar het is niet gebruikelijk.”

Gelijkenissen met de bouw

Franken: “De vrijmetselarij is zo’n beetje het oudste genootschap dat er is en het is mogelijk ooit voortgekomen uit de bouwgildes. Daar komen ook de termen ‘leerling’, ‘gezel’ en ‘meester’ vandaan.” En er zijn meer gelijkenissen. Waar de mensen uit het bouwgilde werkten aan het bouwen en perfectioneren van bijvoorbeeld een kathedraal, werken de vrijmetselaars aan het perfectioneren van zichzelf. Beide nemen vaak een leven lang in beslag. Vandaar het symbool van de ruwe steen die je vlak maakt zodat deze een plek kan krijgen in een tempel, of een samenleving, waar ieder ander ook een plek kan vinden. De passer en winkelhaak in het logo zijn belangrijke ontwerp- en bouwgereedschappen hierbij.”

Ook gewoon een derde helft

Is het een elitevereniging? “Nee, zeker niet”, zegt Lier. “Iedere man kan erbij en het kost net zoveel als een tennisvereniging. Onze leden zijn ook heel divers, topmensen van Philips, studenten, journalisten, tatoeëerders. Het gaat om je interesse. En dat je bereid bent te investeren: je haalt er alleen iets uit als je er ook iets in stopt.”

Phielix: “De vrijmetselarij is een afspiegeling van de maatschappij, op alle manieren. Je vindt er mensen waarmee je het goed kunt vinden en mensen met wie je minder hebt. Maar je bent broeder en hebt elkaar te steunen.” De heren van zijn loge variëren qua leeftijd van 35 tot 84 maar blijven qua topics voor bouwstukken zeker bij de tijd. “We spreken bijvoorbeeld over  AI en haar verhouding tot de maatschappij, is dat een bedreiging?” Toch gaat het niet enkel om dit soort diepgaande topics binnen de vrijmetselarij. En soms kom je dan toch weer terug op de vergelijking met een sportvereniging. Want ook de vrijmetselaars houden van een drankje. Waar de voetballers spreken over een derde helft, noemen de vrijmetselaars dat de zevende graad. Een goed wijntje na het compareren.

Lichtsymboliek is heel belangrijk in de vrijmetselarij

Chris Franken
Meester bij loge De Gezellen van Sint Jan
Symboliek

"In de vrijmetselarij is ontzettend veel symboliek en dualiteit: We houden ons daar veel mee bezig", zegt Franken. "Voorbeelden van die dualiteit zijn licht en duisternis, engelen en demonen, in het leven en in onszelf. Een symbool dat je zowel bij ons als in veel kerken, vlaggen en religies ziet is een lotusbloem. Dat is een lichtsymbool. Een lotus groeit uit de donkere modder naar het licht. Leven geworteld in duisternis. Lichtsymboliek is heel belangrijk in de vrijmetselarij, de bron van alles dat groeit.”

De symboliek zit werkelijk overal in de vrijmetselarij. Phielix: “Ons werkjaar loopt van september tot juni. Die periode is niet voor niets gekozen. De opening van het werkjaar is in september en dan worden de uitgangspunten van de vrijmetselarij nog eens benadrukt. De kortste dag in december heeft een speciale bijeenkomst: de Winter Sint Jan. In juni is de langst dag en de afsluitende bijeenkomst: de Zomer Sint Jan. Het is een cyclus van licht en duisternis. Naast die speciale gelegenheden zijn er natuurlijk ook de ritualen bij inwijding en bevorderingen (tot gezel of meester, red.), maar ook rouwloges als een broeder overlijdt. We hebben immers een broederketen. Als er eentje wegvalt, moet je de keten herstellen.”

Religie geen voorwaarde

Ondanks dat de vrijmetselarij gebaseerd is op de Joods-Christelijke traditie, hoef je niet religieus te zijn. Lier: “Wel moet je geloven in een hoger beginsel. Dat kan God zijn, of Allah, maar een natuurkracht kan ook. Ik ben niet gelovig. We gebruiken in de vrijmetselarij vaak de term ‘opperbouwmeester des heelals’ om ‘dat hogere’ te duiden. Maar ik gebruik liever de term ‘hoger beginsel’ omdat ik vind dat ‘opperbouwmeester des heelals’ klinkt als een goddelijk persoon.”

De vrijmetselaars zien zichzelf als deel van iets groters. Als een steen in een groter gebouw. Franken: “Als leerling ben je die ruwe steen en begint het werken aan jezelf, door jezelf te leren kennen. Een bekend maconniek gezegde is ‘ken u zelve’, het duizenden jaren oude motto uit de Griekse wijsbegeerte (Gnothi Seauton). ‘Leer uzelf kennen en u zult de goden kennen’. Je wilt komen tot de bron van je bestaan. Dan word je gezel en ga je breder kijken: naar je rol in de samenleving (je type steen en plek in het bouwwerk). Die taak kan alleen plaatsvinden als je jezelf kent. Meester zijn staat als het ware gelijk aan het streven naar het allerhoogste. Je werkt richting de opperbouwmeester des heelals. Dat kan God zijn, maar ook een filosoof of een natuurwet. “We hebben allerlei mensen in de vrijmetselarij: christenen, moslims, agnosten en zelfs atheïsten.”

We dragen witte handschoenen. Dat is om onze arbeid zuiver te houden

Chris Franken
Meester bij loge De Gezellen van Sint Jan

De vrijmetselaars hebben ook bijzondere kledij die hen verbindt. Franken: “We dragen witte handschoenen. Dat is om onze arbeid zuiver te houden. Je krijgt twee paar: een paar voor jezelf en een paar voor iemand die je vertrouwt en met wie je alles mag delen. Voor veel mensen is dat de partner. Daarnaast krijg je een schootsvel. Daar komen de belangrijke cijfers vier en drie op terug. Het ziet eruit als een gesloten envelop. Een vierkant. De vier hoeken kunnen staan voor de vier aardse elementen: aarde, water, lucht en vuur. Of de vier kardinale deugden. De drie punten van de envelop-klep representeren het spirituele: de heilige drie-eenheid, geloof, hoop en liefde.”

Je hoeft niet religieus te zijn. Wel moet je geloven in een hoger beginsel

Martijn Lier
Meester bij loge Rosa Alba
Niet satanisch

De vrijmetselaars zijn vaak beticht van satanische rituelen en aanbidding van de duivel, gezien de verhalen dat er gebruik wordt gemaakt van schedels en doodskisten in inwijdingsrituelen. Is dat waar en waarom is dat zo? “Schedels kunnen symbool staan voor het loslaten van het ego, zoals bij de dood. Je ego loslaten is het moeilijkste wat er is, en ook daar speelt dualiteit weer een grote rol. Je wilt je werk, gevoed door je ego, zo goed doen als je kunt, maar het ook een valkuil zijn.”

Phielix denkt dat de misverstanden over de vrijmetselarij komen door "het gebruik van archaische taal in vroegere teksten over de ritualen. Als je dat niet in context ziet, ga je verkeerde conclusies trekken. Tel daarbij op de symbolen en de tempel, et cetera. Dat geeft een zweem van mystiek. Omdat de vrijmetselarij een inwijdingsgenootschap is, loop je sowieso meer risico op rare verhalen. Waarom is vrijmetselarij in Rusland en Cuba bijvoorbeeld verboden? Omdat we helpen mensen onafhankelijk te laten denken. Daar zijn onvrije landen niet blij mee.”

Phielix zelf is open over zijn vrijmetselaarschap, getuige natuurlijk ook dit interview. “Ik vind dat belangrijk, juist om weg te komen uit die geheime sfeer.” Maar binnen de vereniging moet je wel de belofte doen dat alles wat daar besproken wordt ‘binnen de getande rand blijft’. En hoe zit dat dan als iemand iets strafbaars bekent, zoals het plegen van fraude? “Zelfs dat zouden wij niet delen, dat moet hij zelf doen. We zullen hem wel stimuleren dat te bekennen. Hem ertoe bewegen. Maar je hebt wat beloofd voor je vrijmetselaar werd. Dat is het beginsel van vertrouwen. Als ik die afspraak breek, breek ik alle afspraken.”

Schedels kunnen symbool staan voor het loslaten van het ego, zoals bij de dood

Chris Franken
Meester bij loge De Gezellen van Sint Jan
Gradensysteem

De loge aan de Potgietersstraat huist zeven vrijmetselaarsloges (vijf mannenloges, een gemengde en een vrouwenloge) die allen op een andere avond bij elkaar komen. Als we binnentreden, lijkt de begane grond meer op een gemoedelijke kantine. Hier eten ze het broedermaal tijdens elke samenkomst. De trap in het ruime rijtjeshuis leidt naar de tempel, de plek waar de rituelen en de bouwstukken – een uiteenzetting van een zelfgekozen onderwerp – plaatsvinden. Die tempel ziet eruit als de tempel van Salomo. “Die is in het verhaal nooit afgebouwd en dat is ook hoe wij het werken aan onszelf zien: dat is ook nooit af.” Maar als je nooit helemaal af bent, waarom is er dan wel een hoogst haalbare graad? Dat is een goede vraag. Je bent natuurlijk nooit uitgeleerd. Het leren is daar waar het weten nog niet is. Ieder mens blijft een leerling, blijft een gezel en een meester. Buiten de drie graden zijn er veel, wat wij noemen, vervolgpaden met eigen ritualen. De graden zijn niet hoger dan andere graden. Het zijn paden die nieuwe uitzichten of inzichten geven.”

Geen vrouwen

Franken: Het mooie van de vrijmetselarij vind ik dat het gaat om wie je bent, niet om wat je bent – zoals bij de Rotary of Ronde Tafel wel zo is. We hebben het eigenlijk ook zelden over wat iemand is (beroep, red.). Je bent wie je bent en kan niet anders dan dat zijn.” Maar waarom mogen er geen vrouwen bij de vrijmetselarij? Om dat direct te nuanceren: er zijn wel vrouwenloges (Orde van Weefsters) en gemengde loges (Le Droit Humain en De Caleidoscoop), maar van oudsher is het inderdaad een broederschap. Binnen die broederschap wordt verschillend over de duurzaamheid van dat principe gedacht. “Als we als broeders onder elkaar zijn, herken ik wel een mogelijkheid voor een zekere kwetsbaarheid die je met elkaar kunt hebben en dat brengt je wat dichter bij jezelf."

Zondes

Franken: “Er zijn niet veel zondes in vrijmetselarij maar dit is een belangrijke: dat ik tegen een broeder zeg dat ie dit of dat moet vinden.” Hier zie je de reden waarom Franken voorzichtig is in zijn uitspraken wat de vrijmetselarij wel en niet is. Dat wil hij niet voor een ander bepalen. “We voeren liever een comparitie dan een dialoog. Samen de verschillen benoemen tussen onze opvattingen. Die verschillen vergelijken leidt tot meerwaarde. Het gaat niet om iets ontkrachten. Daar zijn we niet mee bezig. Hoe verschillend je ook bent, we werken toch samen aan iets vergelijkbaars.”

Zeggen over een andere man dat hij vrijmetselaar is, is ook niet de bedoeling. Waarom is er volgens Franken geheimhouding over het lidmaatschap van anderen? “Je kiest enkel iets te delen over jezelf en je laat die kans ook daar voor een ander om die keuze zelf te maken. De zweem van geheimzinnigheid rond de vrijmetselarij zorgt vaak voor misverstanden. Als mensen iets niet kennen, gaan ze het invullen. We proberen binnen onze gemeenschap dat oordeel achterwege te houden. De wetenschap dat iemand vrijmetselaar is, kan -door de onbekendheid- soms als een bedreiging gezien worden. Onbekend maakt helaas onbemind, terwijl de verwondering in het onbekende schuilt."

Blijven verwonderen

De vrijmetselarij heeft Lier veel gebracht. “Ik ben me bewuster van wie ik ben. En van het feit dat we samen de wereld beter moeten maken. Je weet dat wel, maar doordat je er – in mijn geval elke maandagavond – mee bezig bent, leeft het meer. Ik wil zeker niet zeggen dat dit de manier is voor iedereen. Het is een pad dat je kunt bewandelen. Laat je verwonderen, hier óf ergens anders. In het leven is genoeg tijd om te ontdekken wat bij jou en jouw ontwikkeling past.”

“De vrijmetselarij is voor mij een rustpunt”, zegt Phielix. “Een moment dat ik met mezelf bezig kan zijn in deze hectische maatschappij. Dat is eigenlijk de kern.” Phielix heeft de loge De Vier Jaargetijden opgericht. Hij is meester, zijn loge hanteert net als die van Lier de blauwe graden waarbij de meestergraad de hoogste is. Toch hecht hij daar niet zoveel waarde aan: “We blijven ook allemaal leerling, je bent nooit uitgeleerd. Waarheidsvinding blijft belangrijk en je bent er nooit mee klaar. Kijk naar het heelal, hoe meer we weten, hoe meer we ook beseffen wat we niet weten.”

De vrijmetselarij is voor mij een rustpunt, een moment dat ik met mezelf bezig kan zijn in deze hectische maatschappij

Reinier Phielix
Meester bij loge De Vier Jaargetijden

Deel dit artikel