Vooruitziende blik biedt perspectief in tijden van gascrisis
De gasprijzen rijzen de pan uit en zelfs op de TU/e-campus, waar een groot deel van de gebouwen al van het gas af is, loopt dat in de papieren. Meer gebouwen zullen binnenkort versneld van het gas af gaan. Maar als straks alles op elektriciteit draait, is daar dan wel ruimte voor op het energienet? Het zijn vraagstukken waar adviseur energiemanagement Thijs Meulen zich over buigt, op een campus die middenin een transformatie zit.
Al in 2002 legde de TU/e de basis in de grond voor een gasloze toekomst. Het warmte- en koudeopslagsysteem (WKO) dat zich onder de campus bevindt telt 32 bronnen die via twee ringen gebouwen van warmte, koude of een mix daarvan kunnen voorzien. Het systeem, dat dit jaar 20 jaar bestaat, is uniek in Nederland. Het feit dat je met dit systeem tegelijkertijd warmte en koude kan leveren, maakt dat het geschikt is voor alle type gebouwen van de TU/e. Het doel is dan ook om de gehele campus op het WKO aan te sluiten.
“We hebben genoeg capaciteit om dat te doen”, vertelt Thijs Meulen. “We kunnen theoretisch tweeduizend kuub water per uur naar gebouwen brengen. In de zomer gebruiken we rond de 1250 kuub voor de gebouwen die nu al zijn aangesloten (in de zomer moet het systeem harder aan het werk dan in de winter, omdat vooral koeling nodig is op de campus, red.). We hebben dus genoeg reservecapaciteit om nieuwe gebouwen en de nog aan te sluiten bestaande gebouwen, inclusief labs, zonder problemen aan te sluiten.” Er is met de 32 bronnen zelfs meer capaciteit beschikbaar dan oorspronkelijk nodig werd geacht, vooral omdat nieuwe gebouwen nu zo goed geïsoleerd zijn.
In de huidige situatie zijn negentien gebouwen op het WKO aangesloten. Vier daarvan zijn volledig gasloos, dat zijn Atlas, Flux, MetaForum en Ceres. “Neuron, Qubit en Gemini worden ook gasloos en we hebben vanwege de huidige situatie op de energiemarkt plannen om het Auditorium, Cascade en Helix eerder van het gas te halen dan we gepland hadden.” Want ook al zijn er al zoveel gebouwen van het gas af, de kosten voor het gas dat nog wél verbruikt wordt op de campus (inclusief in gebouwen van derden), zijn in het afgelopen kwartaal al twaalf keer zo hoog uitgevallen dan begroot.
Gazprom
De reden daarvoor is dat de TU/e per 1 oktober opstapte bij de Russische energieleverancier Gazprom, in navolging van het Europese sanctiepakket 5. Via een aanbestedingstraject ging de universiteit een nieuw contract aan met GreenChoice. De prijs voor een kuub gas schoot daarmee omhoog van 15 eurocent naar 1,80 euro. Meulen heeft zichzelf tot doel gesteld om op een gemiddelde prijs onder de twee euro per kuub gas uit te komen in 2023. Voor de inkoop is het jaar opgesplitst in ‘hapjes’ van 5 procent, waardoor hij het risico over die twintig delen kan spreiden.
Op de dagen dat hij gas kan inkopen, moet hij binnen tien minuten reageren op de voorgestelde prijs. “Ik zit dan om 10.30 uur klaar om volgens de afgesproken methodiek die prijs meteen te accorderen. Als de kosten per kuub gunstig zijn, dus onder de twee euro, kan ik er ook voor kiezen om bijvoorbeeld 10 procent in te kopen, in plaats van die 5 procent van het geheel. Als er dan later in het jaar weer een prijs boven de gemiddelde gasprijs bij zit, kan ik die overslaan.” De prijzen fluctueren enorm. “Op 13 september kostte gas bijvoorbeeld 1,72 euro per kuub. Twee dagen later steeg de prijs naar 2,41 euro.
Steun overheid
Met een verbruik van 2,6 miljoen kuub gas per jaar (inclusief derden op de campus), maakt 1,80 euro of 2,40 euro nogal een verschil. Meulen hoopt dan ook op steun van de overheid. Het door Den Haag aangekondigde prijsplafond van 1,50 euro per kuub geldt niet voor de universiteit. “De bakker om de hoek vist er al naast”, aldus Meulen, die niet te spreken is over het volgens hem gebrekkige optreden van de Nederlandse politiek. “Er is geen enkele regeling die op ons van toepassing is. Die komt er wel, maar het is nog niet bekend wat dat precies gaat worden. Waarschijnlijk komt er een energiebelastingverlaging, maar tegelijkertijd gaat per 1 januari de BTW van de huidige 9 procent terug naar 21 procent. Daar weegt de compensatie op de energiebelasting niet tegenop, dan zouden ze die op nul moeten zetten. Ik snap ook niet waarom ze hiervoor kiezen, want zelfs met 9% btw halen ze nu vanwege de hoge prijzen veel meer geld binnen dan voorheen. En juist die BTW maakt voor bedrijven en organisaties een groot verschil.”
Er is nu nog geen enkele regeling die op ons van toepassing is
Wat de hele situatie extra zuur maakt volgens Meulen, is dat organisaties en gemeenten die snel gehandeld hebben en meteen bij Gazprom weg zijn gegaan toen de overheid daar om vroeg onnodig op kosten zijn gejaagd. Pas later zag de overheid in dat weggaan bij het bedrijf juist de Russische kas zou spekken, omdat het ‘vrijgekomen gas’ voor veel hogere prijzen opnieuw kon worden verkocht en besloot uitstel te geven tot 1 januari. “Dat kwam voor ons te laat. Het had de universiteit veel geld gescheeld als we die paar maanden hadden kunnen wachten.” Inmiddels hebben organisaties en gemeenten nog drie maanden uitstel gekregen tot maart 2023. Om principiële redenen is Meulen toch blij dat de TU/e de stap heeft gezet om van Gazprom af te komen.
Het zal niet als een verrassing komen dat de universiteit nu extra snel van het gas af wil. Daarom zijn de aansluitingen van het Auditorium en Helix aan het WKO dus ook naar voren gehaald. Maar ook de prijs voor elektra is op dit moment een stuk hoger dan voorheen, omdat een deel daarvan opgewekt wordt met gas. “We hebben in mei de prijs voor elektra vast kunnen zetten voor het hele jaar. Dat hebben we gedaan omdat we zagen dat die prijzen ook enorm aan het stijgen waren”
Financiële gevolgen
De prijsstijging voor elektriciteit en de onverwachte prijsexplosie voor gas hebben een aanzienlijk effect op de TU/e, laat directeur van Finance & Control Ruud van de Donk per mail weten. ‘We verwachten vanaf het vierde kwartaal 2022 een forse kostenstijging. Het effect daarvan is een lager financieel resultaat. In 2022 kunnen we dat nog opvangen door enkele meevallers. Dit jaar schrijven we nog zwarte cijfers. In 2023 zijn de extra kosten dusdanig hoog, dat we een negatief resultaat begroten.’
De universiteit zal dus een deel van de reserves moeten inzetten om dat verlies op te vangen. ‘Dat hadden we graag vermeden, want die reserves willen we komende jaren liefst alleen inzetten voor ontwikkeling van de TU/e: in onderwijs en onderzoek, maar ook in vernieuwing van onze campus en digitalisering.’ De extra kosten die nu voor energie gemaakt worden veroorzaken dus minder financiële ruimte voor de strategische ambities van de universiteit, voegt Van de Donk toe.
Om de campus versneld van het gas af te krijgen moeten enige investeringen worden gedaan. Die stonden al gepland in het kader van verduurzaming en worden nu – waar mogelijk – versneld. ‘De extra investeringen wegen financieel gezien op tegen de extra gaskosten, per saldo levert dat geen financiële nadelen op.’
Ook Van de Donk hoopt op compensatie vanuit de politiek. ‘De TU/e is samen met collega-universiteiten in overleg met de rijksoverheid om te bespreken of financiële compensatie voor de gestegen energiekosten mogelijk is. Dat is niet vanzelfsprekend. Zo hebben we dit jaar weliswaar enige prijscompensatie ontvangen, maar die is volstrekt onvoldoende voor de kostenstijgingen waarmee de TU/e te maken heeft, zelfs los van de gestegen gasprijzen.’
CO2-reductie
Het elektraverbruik op de campus zal de komende jaren gaan toenemen, want naast de nieuwe aansluitingen op het WKO komt er ook een labgebouw bij, zijn er onderzoeken die meer elektra gaan vragen en zullen er geleidelijk meer laadpalen voor elektrische auto's worden gerealiseerd op de campus, vertelt Meulen. Kort geleden was het nog maar de vraag of daar wel genoeg ruimte voor zou zijn op het stroomnet. Landelijk netbeheerder TenneT wist uiteindelijk ruimte vrij te spelen. “We hebben nu een uitbreiding aangevraagd bij netbeheerder Enexis, voor een dubbele capaciteit van wat we nu gebruiken.”
Tegelijkertijd probeert de universiteit op alle mogelijke vlakken te besparen, niet alleen om financiële redenen, maar ook in het kader van duurzaamheid. “In het klimaatakkoord staat dat wij als overheidsinstelling in 2030 55 procent minder CO₂ moeten uitstoten. Zoals het er nu naar uitziet gaan we dat gewoon halen. Als je de covidperiode zou meetellen hadden we het zelfs al gehaald.” Die CO₂-reductie komt uit verschillende hoeken.
Gas heeft een constante uitstoot van 1,79 kilogram per kuub, elektra heeft een variabele uitstoot, die doordat er steeds meer hernieuwbare energie beschikbaar komt steeds gunstiger wordt. Momenteel wordt gerekend met 0,3 kilogram per kWh. Door van gas naar elektra over te stappen, reduceert de universiteit automatisch al een gedeelte van haar uitstoot. Als straks de universiteit helemaal op elektriciteit draait, blijft de uitstoot om die reden automatisch afnemen. Meulen: “Omdat we van het gas af gaan mogen we als het ware groeien in het elektragebruik, van 34.000 MWh naar 40.000 MWh en dan blijven we nog binnen die 55 procent CO₂-reductie.”
Tegelijkertijd wil de universiteit ook minder verbruiken. Slimme verlichting kan daarin al een groot verschil maken. “In Atlas hebben we in de basis 100 lux aan lichtsterkte. Normaal gesproken moet je volgens de normen op een werkplek 500 lux hebben, maar dat is in dit gebouw niet nodig omdat er genoeg buitenlicht binnenvalt. Door van 500 naar 100 lux te gaan, bespaar je 80 procent aan energie.” Daarnaast wordt apparatuur in het algemeen steeds zuiniger, voegt Meulen toe. “Motoren voor ventilatie, bijvoorbeeld. Het verschil met tien jaar geleden is heel groot, dus door nieuwe motoren te plaatsen bespaar je ook energie.”
Omdat we van het gas af gaan mogen we groeien in het elektragebruik
In nieuwbouw en verbouwingen op de campus wordt daar ook rekening mee gehouden. Zo krijgt Neuron bijvoorbeeld slimme verlichting, met behulp van sensoren. “Dat gebouw wordt ook geïsoleerd volgens de nieuwe normen en in het dak komt glas voor extra lichtinval.” Het is echter niet bij elk gebouw op de campus mogelijk om dit soort veranderingen door te voeren. De vraag is dan ook of het de moeite waard is om zulke gebouwen in de toekomst te behouden.
“Traverse is zo’n geval", aldus Meulen. "Dat gebouw heeft een energielabel D, dus daar is nog veel winst te behalen. Door de motoren van de ventilatie te vervangen, lukt het wel om een label C te krijgen, maar als we door willen naar A, moeten we de hele gevel aanpakken. Het is de vraag of dit gebouw nog past in de vastgoedstrategie en op basis daarvan wordt vervolgens gekeken of dat het economisch haalbaar is.”
Energieslurpers
Datzelfde vraagstuk speelt voor gebouwen die nu door Fontys gebruikt worden, maar binnenkort terug in het bezit komen van de universiteit. “Daar zitten gebouwen bij die voor de TU/e bijna niet meer inzetbaar zijn. We moeten kijken wat daarmee gebeurt, maar daar is een andere groep binnen Real Estate mee bezig.”
Echt enorme energieslurpers zijn er verder bijna niet meer op de campus. “Alleen het studentensportcentrum. Het nieuwe stuk dat daar nu wordt aangebouwd is gasloos, maar de rest van het gebouw moeten we nog volledig onder handen nemen. We zijn daar aan het kijken hoe we al voorbereidingen kunnen treffen tijdens de nieuwbouw om ook het bestaande deel in een later stadium van het gas af kunnen halen. Het zwembad is wel een van de zuinigste zwembaden van Nederland, daar kunnen we ook veel overtollige warmte kwijt uit het WKO.”
Ook Spectrum, Helix en Cyclotron hebben een groot verbruik. “Die drie gebouwen zijn samen goed voor de helft aan het energieverbruik van de campus.” Waar dat aan ligt? “Helix heeft bijvoorbeeld vijfhonderd zuurkasten, die hebben afzuiging nodig om gifstoffen af te voeren. Als de ramen van die kasten open blijven staan blaas je alle geconditioneerde lucht uit de gebouwen naar buiten.” Het is een factor die grote invloed heeft op het verbruik op de campus en tegelijkertijd erg moeilijk te beïnvloeden is: het gedrag van mensen. In Helix is met pilots geprobeerd om dat op te lossen, door bijvoorbeeld de kasten automatisch dicht te laten gaan. Probleem daarvan was echter dat het onveilig zou kunnen zijn als zo’n kast dicht zou gaan als er net iemand aan kwam lopen met flesjes vol giftige stoffen. Die pilot heeft het dus niet gehaald. Momenteel wordt er in een gezamenlijk project met de faculteit onder andere onderzocht of er energiezuinigere zuurkasten beschikbaar zijn.
Samenwerking
Juist voor duurzame oplossingen op de campus zoekt Meulen vaak de samenwerking op met verschillende faculteiten en instituten. Zo denkt AI-instituut EAISI mee bij Neuron, het gebouw waar dit instituut in februari ook in gehuisvest gaat worden. “In het gebouw worden multisensoren geplaatst die licht, bezetting, fijnstof en dat soort dingen kunnen meten. Zij kunnen dit weer als case gebruiken. Zo is het niet alleen goed voor de bedrijfsvoering, maar ook voor onderzoek.”
Een ander voorbeeld zijn de zonnepanelen op Flux. Erwin Kessels, hoogleraar bij Applied Physics, heeft helpen kiezen welke zonnepanelen dat moesten worden. Het zijn vier verschillende soorten panelen geworden, die andere technieken gebruiken. Zo wordt gemeten welke techniek het meest oplevert. Meulen: “Je kunt ‘domme’ panelen wegleggen en dat hebben we ook wel gedaan, maar bij Flux hebben we echt gekozen voor onderzoek.’
Dan is er nog het toenemende elektraverbruik op de campus. “We willen de pieken uit dat verbruik halen. Met EIRES, het instituut voor duurzame energiesystemen, kijken we naar hoe we op het terrein het verbruik kunnen balanceren. Je hebt hier zoveel technische mensen zitten en als je al wat langer rondloopt weten mensen je zelf ook te vinden.”
Naast van het gas af gaan, slimme verlichting gebruiken, zuinigere apparatuur aanschaffen en het gedrag van mensen proberen aan te passen, is er nog een mogelijkheid tot bezuinigen: zelf duurzame energie opwekken. Uitkijkend over de campus valt op dat nog lang niet alle daken zijn voorzien van zonnepanelen. Daar komt binnenkort verandering in, vertelt Meulen. In 2023 komt er nieuwe wetgeving, waarin staat dat instanties die veel energie gebruiken – waar de TU/e onder valt – een energiebesparingsplicht krijgen. “Alle daken waar zonnepanelen op kunnen met een terugverdientijd die kleiner is dan vijf jaar dien je uit te voeren. Alle renovaties kregen trouwens sowieso al zonnepanelen, met uitzondering van Neuron.”
WKO
Hoeveel zonnepanelen je ook op de campus zou leggen, helemaal zelfvoorzienend worden is niet mogelijk, aldus Meulen. Het zou volgens hem maar 8 procent kunnen opwekken aan wat nodig is aan elektra. Met zonnepanelen kan wel energie worden opgewekt die nodig is voor het WKO systeem. Meer gebouwen op dat systeem aansluiten is nu voor de universiteit de eerste prioriteit. En dat is niet zo moeilijk en kost relatief weinig geld, omdat de bronnen er al liggen. “Dat is goed bedacht destijds. Het is nu gewoon een kwestie van aansluiten, intakken en klaar.”
Discussie