Hoe het is om schurft te hebben

"Het ergste is niet de jeuk, maar dat je er 24 uur per dag mee bezig bent"

Studenten vallen steeds vaker ten prooi aan schurft, een besmettelijke huidaandoening veroorzaakt door de schurftmijt. Ook in Eindhoven nemen de besmettingen al jaren toe, vertelt arts infectieziekten Ronald ter Schegget van GGD Brabant Zuidoost, al hebben ze bij de GGD volgens hem echt niet elke week studenten aan de telefoon met schurftklachten. Vervelend is het echter wel, als de minuscule beestjes de weg naar je huid hebben gevonden, weet TU/e studente Marit: “Het ergste is niet de jeuk, maar het feit dat je er 24 uur per dag mee bezig bent.”

door
foto iStock

Het is niet wat je verwacht als je gaat studeren: dat je maandenlang last krijgt van een hardnekkige schurft (ook wel scabiës genoemd). “Het klonk eerder als iets middeleeuws”, zegt student Marit, die zelf nog nooit van de huidaandoening had gehoord toen ze besmet werd. “Ik had met een jongen geslapen. Een week later belde hij me op om te vertellen dat hij schurft had. Ik wist niet wat het was en ben dat meteen gaan uitzoeken.”

De studente besloot toen preventief zalf te smeren, maar ze kreeg toch jeuk. Pas na nog drie behandelingen met zalf – die niets uithaalden – en een behandeling met pillen kreeg ze de schurft maanden later weg. Vervolgens werd ze nog twee keer herbesmet. De eerste keer door in een bed van iemand te slapen die schurft bleek te hebben. “Hij was juist uit voorzorg in een ander bed gaan slapen, omdat we niet wisten of ik nog besmettelijk was.” De tweede keer doordat een vriendin die bij haar in bed had geslapen schurft bleek te hebben.

Incubatietijd

“Het probleem is dat de incubatietijd zes weken is. Die vriendin wist dus helemaal nog niet dat ze schurft had. Maar als je al eerder schurft hebt gehad, wat bij mij het geval was, dan krijg je de symptomen veel sneller. Twee dagen later had ik dus alweer jeuk. Ik appte haar toen met dat ik haar niet wilde bang maken of beschuldigen, maar dat ik dacht dat ik via haar schurft had gekregen. Dat bleek te kloppen.”

Acht behandelingen en zeven maanden heeft het haar gekost om van de schurft af te komen. Normaal gesproken zou dat een stuk sneller moeten gaan. Waarom het juist bij haar zo moeilijk lukte, weet ze niet. “Het was wel zo dat de jongen van wie ik het had gekregen ook een vrij extreme vorm had, hij had er zelfs open wonden van. Ik las een keer een artikel over ‘superschurft’, ik weet niet of het echt bestaat, maar als dat het geval is, dan hadden wij dat waarschijnlijk.”

24/7 mindset

Sinds een halfjaar is de studente echt helemaal schurftvrij. En hoewel de herinneringen aan de symptomen al op de achtergrond zijn geraakt, is Marit de “24/7 mindset” zoals ze het noemt nog steeds niet vergeten. Als je schurft hebt, dan ben je daar namelijk dag en nacht mee bezig, vertelt de studente. “Ik was me zo bewust van mezelf. Van waar ik naartoe ging, waar ik zat, wat ik aandeed, waar ik mijn jas ophing, wie ik aanraakte, waar ik die aanraakte. Het zijn al die losse dingen waar je heel de tijd mee bezig bent, als je iemand te lang knuffelt, per ongeluk op iemands bed gaat zitten of als iemand per ongeluk op jóuw bed gaat zitten. Je moet de hele tijd zeggen: ‘dit mag niet’, ‘je mag me niet te lang aanraken’ en ‘heb je een andere plek waar ik mijn jas kwijt kan, want hij mag niet op de kapstok’. Het is heel uitputtend om daar elk moment van de dag bij stil te staan.”

Het is heel uitputtend om er elk moment van de dag bij stil te staan

Marit
TU/e studente

Daarnaast voelde ze zich vies: “Omdat er letterlijk een beestje in me zat”. Ze was bang dat anderen het ook vies zouden vinden, of dat er een roddel zou ontstaan over dat ze schurft had. De eerste periode hield ze haar besmetting dus onder de radar. “Later heb ik wel publiekelijk besproken wat er aan de hand was. Toen was ik al zo ingelezen en kon ik uitleggen wat wel en niet kon. Zo zei ik tegen mensen dat ze me wel een hand mochten geven, maar beter niet bij me in bed konden komen liggen.” Haar omgeving reageerde begripvol en vond het vooral vervelend voor haar.

Schurft herkennen

Marit heeft zo lang last gehad van schurft, dat ze de symptomen nu gemakkelijk herkent. “Het begint meestal met jeuk en een klein rood bultje, dat breidt zich uit. Vanuit daar ontstaan plekjes en gangetjes, die zitten vooral op je handen en tussen je vingers.” Ook zijn er volgens haar specifieke plekken waar extra veel jeuk ontstaat, zoals in je zij, langs je broekrand en bij je enkels en polsen. “Vrouwen krijgen ook last van jeuk rond hun tepels, heel onhandig als je op de uni zit, want daar kan je niet zomaar aan beginnen te krabben. Mannen krijgen volgens mij juist jeuk bij hun ballen.” De jeuk bouwt daarnaast door de dag heen op, met een piek in de avond, net als je naar bed gaat, vertelt Marit. “Ik moest dan op mijn handen gaan liggen zodat ik niet kon krabben. Na een tijdje lukte het dan wel om te slapen.”

Uit het feit dat Marit twee keer door vrienden is herbesmet blijkt wel dat de aandoening destijds veel in haar omgeving aanwezig was. “Een paar jaar geleden ging het zelfs nog meer rond. “Ik zit een vereniging, en het bestuur van de vereniging heeft destijds zelfs besproken om een avond met zijn allen tegelijk te smeren. Maar als er één persoon niet meedoet, heeft het al geen zin.”

Aanspreekpunt

Binnen haar vriendengroep is Marit inmiddels een soort aanspreekpunt geworden. Soms krijgt ze ook foto’s opgestuurd van bultjes, met de vraag of het schurft kan zijn. “Dat is niet erg, ik heb me er zo in verdiept dat ik ook goed weet waar je op moet letten en op de meeste vragen wel een antwoord heb.” Ze vindt het sowieso belangrijk dat er meer over schurft wordt gesproken en het vooral geen taboe is, zodat vooroordelen en misvattingen uit de wereld worden geholpen. “Sommige mensen vergelijken het bijvoorbeeld met een SOA. Het klopt dat je het kunt krijgen als je met iemand samen slaapt, maar ook zonder seks te hebben kun je het krijgen. En tegen een SOA kun je je door middel van veilige seks beschermen, tegen schurft kun je niks doen. Dus het is niet terecht om het met elkaar te vergelijken.” Daarnaast klinkt schurft misschien wel vies, en voelt het zo ook als je het hebt, zegt Marit. “Maar het ligt echt niet aan of je genoeg doucht. Dat wordt wel vaak aangenomen. Dat is iets waar mensen wat meer bij stil zouden kunnen staan.”

Toenemende besmettingen

Ja, de besmettingen nemen toe, bevestigt Ronald Ter Schegget, arts infectieziekten van de GGD Brabant Zuidoost, maar het beeld dat een paar weken geleden werd geschetst in nationale media is in realiteit volgens hem wat genuanceerder. “We hebben naar aanleiding van de berichtgeving nog eens naar onze cijfers gekeken en het is echt niet zo dat het de spuigaten uitloopt. We hebben dit jaar tachtig meldingen gehad op 750.000 inwoners. Ik moet daar wel bij zeggen dat het geen meldingsplichtige infectieziekte is, waardoor wij maar van een klein gedeelte van de gevallen weten.”

Wie schurft heeft kan daarmee naar de huisarts gaan, maar die hoeft de besmetting ook niet te melden. Studenten kunnen de GGD wel bellen met vragen, maar komen daar voornamelijk pas in beeld als de schurft maar terug blijft komen, zoals soms het geval is bij studentenhuizen. “Wij denken dan mee met wat je moet doen om de kans dat je het in één keer kwijtraakt zo groot mogelijk te maken. Al geven ook wij geen garantie.”

Pingpong-effect

Er zijn verschillende factoren die meespelen bij het feit dat het juist voor studentenhuizen moeilijk is om snel van de beestjes af te komen. “Je moet alle studenten die mogelijk scabiës kunnen hebben in beeld krijgen, dat gaat dankzij WhatsAppgroepen meestal redelijk vlot. Dan moet iedereen tegelijk aan de zalf of pillen. Beddengoed moet tijdens de behandeling en de dag erna gewassen worden. Spullen die je niet kunt wassen moet je drie dagen in een plastic zak bewaren. Het risico bestaat dat studenten denken: de pillen helpen dus daarmee is het klaar, maar als je de andere maatregelen niet in acht neemt, kan het zomaar zo zijn dat iemand anders in huis een paar weken later begint te krabben. Dan krijg je een soort pingpong-effect.”

Voorkomen kun je de besmettingen niet, benadrukt hij. “Je krijgt geen scabiës doordat je huis vies is of omdat je niet hygiënisch zou zijn, dat is echt onzin.” Voor besmetting is langdurig huidcontact nodig, omdat de schurftmijt tijd nodig heeft om van het ene op het andere lichaam over te stappen, legt de arts uit. “Als je alleen bij elkaar op de thee bent geweest zal het risico wel meevallen.”

Wel is het zo dat de beestjes zo’n drie dagen buiten het menselijk lichaam kunnen overleven. “Dat betekent dat als je scabiës hebt en met blote benen op de bank gaat zitten, de persoon die daarna op de bank komt zitten besmet kan raken.” In zo’n geval is er dus geen direct huidcontact geweest.

Toename

Maar hoe komt het nou dat de besmettingen al jaren toenemen? “Daar hebben we geen verklaring voor”, zegt Ter Schegget. “De tendens was er al vóór Covid. Als GGD vonden wij dat ook wel bijzonder. We hebben tijdens de pandemie bijna alle infectieziektes spectaculair af zien nemen, maar scabiës is gewoon doorgegaan. Er is wel over gefilosofeerd waarom. Het kan bijvoorbeeld dat doordat bioscopen en cafés gesloten waren, studenten vaker thuis iets organiseerden. Maar dat het in zijn algemeenheid al jaren toeneemt, dat kunnen we niet verklaren.”

De behandelaar voor schurft is de huisarts, maar als studenten met vragen zitten kunnen ze contact opnemen met het team van infectieziekten bij de GGD. Bellen kan op nummer 088 0031333.

Deel dit artikel