Profpraat | Digitale euro straks controlemiddel voor jouw uitgaven?
TU/e-hoogleraar doet voorstel voor invoering van Central Bank Digital Currency
De Central Bank Digital Currency (CBDC) is in ontwikkeling en er doen veel complottheorieën de ronde hoe dit digitale betaalmiddel een controlemiddel voor de overheid gaat zijn. Is dit waar? Cursor ging in gesprek met Kees van Hee, emeritus hoogleraar bij de faculteit Mathematics and Computer Science. Samen met collega-wiskundige Jacob Wijngaard, ook met emeritaat, publiceerde Van Hee twee artikelen in een economietijdschrift over de implementatie van digitaal geld en ontwikkelt hij samen met onderzoekers van De Nederlandsche Bank en de Bank of International Settlements een architectuur voor digitale geldsystemen.
Momenteel leven we in een maatschappij waarin we veel pinnen. Contant geld beslaat nog maar één op de vijf betalingen. Maar als iedere Nederlander plots zijn spaargeld van de bank wil halen, is dat niet mogelijk: zoveel briefjes en muntgeld zijn er niet. Van Hee: “Als slechts vijf procent van de mensen het geld komt ophalen, is er al een probleem. Kijk maar naar het omvallen van de DSB (Dirk Scheringa Bank, red.) in 2009. Er is nu de Positive Money-beweging en die wil geen schuldgeld meer. Die willen af van commerciële banken die geld creëren en toe naar een situatie waarin alleen de centrale bank geld creëert. Dat is de CBDC. Het zou heel mooi zijn als we hiernaartoe kunnen en van het oude systeem afkomen.”
“De Centrale Bank (in Nederland is dat De Nederlandsche Bank, red.) zorgt in mijn voorstel dus voor het geld zelf, de commerciële banken voor kredieten. Zoals het oorspronkelijk bedoeld was”, zegt Van Hee. “Bij je CBDC-rekening bij de DNB kan je niet in de min gaan, daar zijn dan immers de commerciële banken voor. Als mensen niet in de min kunnen, heeft de DNB geen risico. Sparen kun je ook gewoon bij een commerciële bank blijven doen.”
Als we de CBDC invoeren, kan een bank als ING of de Rabobank gewoon omvallen: je geld staat toch veilig bij de centrale bank
“Je denkt nu misschien als je bij de ING bankiert, dat je geld krijgt dat van DNB komt. Maar dat is niet zo. De ING heeft dat geld zelf gecreëerd. 100.000 euro is per Nederlander per bank gegarandeerd als de bank iets doms doet. Een klassieke bank geeft veel voortijdig geld uit: ‘Binnenkort wordt lening X afgelost, hier, heb je vast wat geld voor jouw lening'. Dat was een reden dat banken geld gingen creëren. En gelukkig zijn er regels hoeveel geld een bank mag creëren. Dit is geen goed systeem, maar de meeste mensen snappen het niet en hebben er niet acuut last van. Dus denken ze : ‘Laat maar’, of ze zijn zich überhaupt niet bewust van het probleem hiermee. Als we de CBDC invoeren, kan een bank als ING of de Rabobank gewoon omvallen: je geld staat toch veilig bij de centrale bank, ook als je meer dan 100.000 euro hebt. En die centrale bank kan niet omvallen en kan altijd bijdrukken, ongelimiteerd. En ja, dat heeft ook risico’s: de inflatie kan dan oplopen. Daar komt de monetaire politiek om het hoekje, maar dat is nu ook zo."
Met CBDC wordt het betalingsverkeer gewoon helderder, aldus Van Hee. "Als je nu een Europese overschrijving doet naar een vriend in Italië, gaat dat van Rabobank naar de DNB naar de Europese Centrale Bank naar de Nationale Bank van Italië, naar de bank van je vriend. Straks met de CBDC kan het direct worden verrekend als het systeem in heel Europa is ingevoerd.”
Lees door onder de foto.
Geld als ruilmiddel
“Het betalingssysteem dat we nu hebben is niet zo eenvoudig te veranderen omdat het niet ontworpen is maar gegroeid”, zegt Van Hee. “Daardoor kan je het niet met één druk op de knop veranderen. Geld is een ruilmiddel (om eten te krijgen), een spaarmiddel (vorm van uitgesteld betalen) en een middel om waarde toe te kennen (wat is een schilderij waard bijvoorbeeld). Dit gebeurde vroeger met waardevolle assets, zoals bijvoorbeeld goud, zout of kamelen. De kenmerken van een goed betaalmiddel zijn: klein, makkelijk te vervoeren en het verliest geen waarde. Een kameel is dus geen goede keus: die gaat dood.”
“Over de jaren zijn die ruilmiddelen naar de achtergrond verdwenen en zijn we munten gaan slaan, die recht geven op goud, opgeborgen in een soort Fort Knox. De Nederlandsche Bank heeft dat ook nog. Nu handelen we in briefgeld en munten die verwijzen naar dat goud. Sommige economen noemen die briefjes en munten schuldbewijzen. Maar in 1971 ging dat fout met de Vietnamoorlog. Er werd toen te veel geld bijgedrukt en dat kon niet meer worden gematcht met beschikbaar goud. Plots waren de briefjes geen schuldbewijzen meer, maar enkel maar briefjes met George Washington erop. Daar hebben de Amerikanen toen een trucje op bedacht: olie kan alleen met dollar worden betaald. En dat werd toen de standaard. Russen, Chinezen en Iraniërs proberen er vanaf te komen, maar nog altijd zonder succes. Dus: briefjes krijgen waarde als je ze nodig hebt voor iets. En dan komt er vraag naar het betaalmiddel.”
Beter beveiligd
Een van de voorwaarden bij geld is het onmogelijk maken van double spending. Bij briefjes doen we dat door te controleren of ze echt zijn, in de digitale wereld met techniek om te zorgen dat je je eigen saldo niet manipuleert. “Voor elke digitale transactie is een derde (een bank, een persoon, een computer, et cetera) nodig. Dat is al zo en dat blijft ook zo, alleen wordt dat dus de Centrale Bank.”
“Als we kijken naar de Bitcoin-handel zien we daar vergelijkbare problemen als bij klassieke banken: FTX viel om omdat ze eigenlijk schuldbekentenissen in cryptomunten verkopen aan investeerders. Als dan plots veel mensen hun investering eruit halen, is er niet genoeg geld voor iedereen. Een verschil tussen de CBDC en Bitcoin is dat het aantal Bitcoins eindig is en bij de CBDC er geld kan worden ingenomen en weer bijgedrukt. Ook is de technologie van beveiliging anders: bij Bitcoin gaat dat middels Blockchain, bij ons voorstel voor CBDC met het uniek identificeren van een saldo met vergelijkbare cryptologie: asymmetrische sleutels en hashing.”
Van Hee probeert de beveiligingslaag van de CBDC nog wat simpeler uit te leggen: "Iedereen bewaart voor elke rekening die hij heeft zijn eigen saldorecord, voorzien van een volgnummer en versleuteld met de geheime sleutel van de Centrale Bank. Met de publieke sleutel van de Centrale Bank is het saldo te lezen, maar het is niet te manipuleren, want dat zou met de geheime sleutel van de Centrale Bank moeten. Als een persoon geld wil overmaken aan een andere persoon, moeten ze allebei hun saldorecord opsturen met een transactierecord waarin staat hoeveel ze willen overmaken. De Centrale Bank controleert of de saldorecords van de juiste personen zijn en of de volgnummers het meest recent zijn. Dan verhoogt de Centrale Bank het saldo van de ontvanger en verlaagt het van de betaler met hetzelfde bedrag. Vervolgens wordt voor beide saldo’s het volgnummer met één verhoogd en het geheel versleuteld met de geheime sleutel van de Centrale Bank en weer naar de personen terug gestuurd. De Centrale Bank bewaart niet het saldo, maar alleen het meest recente volgnummer van de rekening. De volgnummers zijn er om double spending te voorkomen."
Bang zijn voor een sociaalkredietsysteem? 'Dat hebben we al
“Er staan bij banken nog computers uit de jaren 70. Die zijn van buiten af redelijk beveiligd tegen inbraak, maar van binnenuit kunnen mensen die er werken ze nu wel manipuleren. In de toekomst niet meer. De beschreven berekeningen zijn snel uit te voeren en het is niet moeilijk om miljoenen transacties per minuut te verwerken. Je kunt ervoor kiezen ook het saldo te bewaren in de administratie, of zelfs de transacties, maar dat is niet nodig.”
CBDC als controlemiddel
“Nu is CBDC plots een hot topic en dan komen er spookverhalen”, zo reageert de emeritus hoogleraar op de vele samenzweringstheorieën die over de digitale euro de ronde doen. “Ik hoor verhalen dat de overheid hiermee Big Brother wordt en dat ze kunnen tegenhouden dat je vlees koopt. Natuurlijk, zo’n scenario is niet helemaal ondenkbaar of onmogelijk, maar ik acht de kans heel klein."
Mensen spreken ook over een sociaalkredietsysteem, zoals in China. Moeten we daar bang voor zijn? "Dat hebben we al. Overal staan hier camera’s, die worden bijvoorbeeld gebruikt bij winkeldiefstal. En ook op afstand worden we in de gaten gehouden. Ik was onlangs in Parijs en probeerde mijn appartement te betalen. De verhuurder had een Litouws rekeningnummer. Het lukte niet en na drie keer werd mijn rekening geblokkeerd. Toen moest ik bellen met ING. Zij hadden mijn pogingen opgemerkt en vonden het raar dat ik vanuit Parijs geld naar Litouwen wilde overmaken. Toen ik het uitlegde werd de blokkering opgeheven. ‘We wilden u beschermen’, was de reactie. Als je dus een ongebruikelijke transactie doet valt dat al op. Banken hebben zo’n zesduizend mensen die heel de dag checken of er iets raars gebeurt. Dus we worden al gecontroleerd. En ja, de Centrale Bank zou per dag een maximaal bestedingslimiet kunnen instellen. Maar daar zou ik niet voor pleiten. De overheid en haar controlefunctie moet je loskoppelen van de functie van de (centrale) bank en het feitelijke betalen.”
Contant geld verdwijnt
Gaat contant geld hiermee compleet verdwijnen? “Op termijn zeker. Maar dat kan nog wel twintig of dertig jaar duren. Men komt steeds met argumenten als ‘bejaarden kunnen er niet mee omgaan'. Maar die gaan een keer dood.”
Als het contante geld dan weg is, wat moeten we dan als de stroom uitvalt en er geen cash geld als back-up meer is? “Tegoed opschrijven bij de groenteboer. Of een ruilhandel zoals vroeger: goud en sieraden voor brood. Nee, maar dat zou echt voor een hele lange stroomstoring zijn. Voor kortere issues met internet of stroom hebben we een offline optie voor je telefoon bedacht waar je een transactie kan doen die nadien gesynct wordt als er weer internet is.”
De Centrale Bank zou per dag een maximaal bestedingslimiet kunnen instellen. Maar daar zou ik niet voor pleiten. De overheid en haar controlefunctie moet je loskoppelen van de functie van de (centrale) bank en het feitelijke betalen
Fascinatie voor geld
Van Hee: “Ik heb wiskunde en natuurkunde gestudeerd met economie als bijvak: ik ben altijd geïnteresseerd geweest in geld. Naast mijn hoogleraarschap ben ik onder andere bestuurder bij CCV, een grote speler in betalingssystemen. En ik heb gezien hoe onmogelijk ingewikkeld betalen is geworden de afgelopen decennia. Niemand begrijpt het meer en daarom ben ik erin gedoken en met dit voorstel gekomen om het simpeler te maken.”
Gaat dit idee om de CBDC in te voeren het halen, denk je? “Banken zijn behoudend, willen wel een proef doen, maar in beperkte mate. Maar je wilt zo’n traject juist breed inzetten, anders komt er weer wat naast wat we al hebben. Christine Lagarde, voorzitter van de Europese Centrale Bank, is in ieder geval voor. Een ander probleem is dat bij banken bijna geen techneuten zitten, maar haast enkel monetaire economen. En we hebben meer van die eersten nodig."
Als we toch bezig zijn, waarom dan niet meteen een internationale wereldmunt? “Dan kom je aan te complexe monetaire politiek en kan nog maar één bank ter wereld geld bijdrukken. Dat willen veel landen niet want dat tast hun soevereiniteit aan. De Engelsen willen hun pond houden. Amerika gaat geldzaken nooit aan Japan overlaten. Europa heeft het met de euro voor zoveel landen heel netjes voor elkaar, dat is echt al heel wat."
Discussie