De vrijheid vinden om je passie na te kunnen jagen
Dubbelinterview Buster Franken en Maarten Steinbuch
Nauwelijks een week na de officiële opening van het Multimediapaviljoen, de nieuwe vaste plek van de Eindhoven Engine, ontmoeten hoogleraar Systeem- en Regeltechniek Maarten Steinbuch en Buster Franken, de ondernemende kersverse TU/e-alumnus Datascience, elkaar in de centrale hal van dit gebouw. Zowel Steinbuch als Franken kijkt uit naar het gesprek. Goed anderhalve generatie van elkaar gescheiden en in een compleet andere fase van hun leven, komen hun passie en inhoudelijke gedrevenheid verbluffend goed overeen.
Helden van toen en nu
Het thema van dit lustrumjaar, waarin de TU/e haar 65-jarig bestaan viert, is ‘Helden zoals jij’. Gedurende dit jaar zal Cursor hierbij aansluiten met een reeks dubbelinterviews met als motto ‘Helden van toen en nu’. TU/e’ers met een fraaie staat van dienst, nog actief aan de universiteit of er inmiddels al vertrokken, worden gekoppeld aan hun tegenvoeters uit deze tijd. En dat op allerlei gebieden: wetenschappelijk, beleidsmatig, of uit het studentenleven. Hoogleraar Maarten Steinbuch en alumnus Buster Franken bijten het spits af.
De twee heren voeren hun tweegesprek rondom het onderwerp ‘de ondernemende universiteit’. De TU/e staat wereldwijd te boek als een voorbeeld hoe de academische wereld maatschappelijke en economische impact teweeg kan brengen. Zij voert de ranglijstjes aan in de samenwerking met bedrijven, onder meer gemeten aan de hand van co-publicaties, en ontvangt aan de lopende band delegaties uit andere landen die met eigen ogen het succesverhaal van de TU/e in de regio willen aanschouwen. Waar heeft deze jubilerende universiteit deze positie aan te danken?
Steinbuch: “Het is niet zozeer dé universiteit die iets bereikt. Alles is mensenwerk. Het zijn unieke personen die hun eigen energie en overtuiging hebben ingezet om succesvolle spin-offs te creëren, om anderen te inspireren tot samenwerking met bedrijven, om vast te houden aan een lange termijnvisie en die risico durven nemen. Wat mij betreft gaat het om de vraag: ‘Hoe kan je als onderzoeker of student een positieve en blijvende impact genereren in business én in de maatschappij? Het antwoord? Alleen als je dat sámen met anderen doet.”
Vrijheid
Steinbuch stapte na een periode van twaalf jaar over van onderzoeker bij Philips Research naar de leerstoel Systeem- en Regeltechniek aan de TU/e. “Ik waardeerde in die tijd heel erg het sterke Philips-gevoel van saamhorigheid. Dat was heel speciaal, en dat had je bij de TU/e toen ik overstapte een stuk minder. Maar wat is wel aantrof was een enorme vrijheid. Hier kon ik me echt richten op het realiseren van een lange termijnvisie waar mijn vakgebied heen moest om een zinvolle bijdrage aan de maatschappij te leveren. En de afgelopen twintig jaar, als ondernemende hoogleraar aan de TU/e, heb ik gezien dat er eigenlijk best weinig verschil bestaat tussen een goede onderzoeker en een goede ondernemer. In beide rollen moet je om succesvol te zijn een duidelijk doel op de lange termijn hebben, vasthoudend zijn en een sterke wil hebben om je doel te bereiken."
Lees verder onder de foto.
Buster Franken beaamt dit volmondig. “Ja, het hebben van een lange termijnvisie, je daarop sterk focussen en er alles voor geven, dat is precies hoe ik het ook ervaar. Ik heb nu in mijn hoofd een ruw plan voor de komende vijftig jaar, die horizon heb je namelijk echt nodig om grote transformaties te realiseren. In het begin was dat nog lastig. Ik kreeg van iedereen goedbedoelde adviezen, maar die leidden me vaak af van mijn focus op de lange termijn. Dat zorgde indertijd voor veel twijfel, maar dat is nu steeds minder.”
Steinbuch: “Dat gold voor mij in zeker mate ook. Ik wist vlijmscherp wat ik wilde bereiken, en tegelijkertijd kon ik ook erg onzeker zijn. Maar dat is juist goed, want onzekerheid leidt tot het nastreven van perfectie. Als onderzoeker een heel goede eigenschap! Die onzekerheid heeft een belangrijke functie en moet je in je werk een plekje kunnen geven.”
Onzekerheid leidt tot het nastreven van perfectie. Als onderzoeker een heel goede eigenschap!
Drive
Maar hoe hou je dat vol? Jezelf richten op de lange termijn, en tegelijk twijfelen of het goed genoeg is wat je doet? Steinbuch vertelt vanuit eigen ervaring: “Elke onderzoeker moet een hele sterke drive hebben. Want om veertig jaar lang onderzoeker te willen blijven, moet je al die tijd je eigen pitje hebben. Je hebt geen baas die je zegt wat je moet doen. Datzelfde geldt natuurlijk ook voor ondernemers. Die drive is een sterke overeenkomst tussen onderzoekers en ondernemers.”
Franken: “Ik vond in het begin van mijn studie die drive door de ontwikkeling van perfecte robotica vingercontrole voor mensen die een arm kwijt zijn. Al snel kwam ik erachter dat de uitdaging niet zozeer zit in de mechanische verfijning, maar in de brein-interface waarbij artificial intelligence en datascience een cruciale rol spelen. Helaas liggen volgens mij echte commerciële toepassingen op dat vlak zeker nog vijftien jaar in de toekomst. Maar de combinatie van AI en datascience kan op superveel andere vlakken enorm veel betekenen, en ook nu al concrete problemen oplossen. En met die invalshoek ben ik Fruitpunch AI begonnen. Vanuit een lange termijnvisie, én met een scherp oog voor de huidige maatschappelijke en commerciële problemen en kansen."
Nieuwe initiatieven
Toch is het Eindhovense succes van de ondernemende universiteit niet alleen te danken aan de individuele onderzoeker of ondernemende student. Wel degelijk heeft de TU/e als organisatie een belangrijke rol gespeeld. Steinbuch: “Wat misschien nog de beste actie van de TU/e is geweest om samenwerking met bedrijven en ondernemerschap te stimuleren, is het zoveel mogelijk toestaan van nieuwe initiatieven. De vrijheid om nieuwe dingen op te zetten is kenmerkend. Zo was ik rond 2010, na de succesvolle initiatie van de master en PDEng Automotive, van plan om een bachelor Automotive op te zetten, maar ik wist niet goed hoe. Dus vroeg ik aan een groep studenten in de honorsclass om een voorstel te ontwikkelen. De studenten realiseerden in drie maanden tijd een volledig ontwerp voor die opleiding. Ongekend en echt heel gaaf. Vanuit het CvB werd daarop heel snel een akkoord gegeven en financiering geregeld, en in no time konden we van start.”
Franken: “Iets soortgelijks heb ik meegemaakt in de startup fase van Fruitpunch AI. Artificial intelligence was wereldwijd booming, en in Nederland waren al verschillende hubs rond universiteiten sterk in ontwikkeling, maar in Eindhoven bleef het erg stil. Terwijl hier ontzettend veel kennis en mogelijkheden liggen! Er was helemaal geen community, dus ben ik die zelf gaan opstarten. Grappig genoeg was bij mijn eerste pitch bij een van de lunchmeetings van Datascience Maarten Steinbuch aanwezig, die meteen aanbood om vanuit zijn eigen groep tien mille te financieren. Dat bleek uiteindelijk niet nodig, maar met een forse kapitaalinjectie van Mark Mietus van de Data Science-groep kon ik heel snel aan de slag. Dat heeft mij een enorme boost gegeven.”
Steinbuch: “Ja, ik herinner mij dat nog goed. Buster had niet alleen goede ideeën, maar bracht deze met zoveel overtuiging en persoonlijke kracht naar voren dat ik meteen wist dat we hier verder mee moeten. Het paste ook heel goed in de razendsnelle ontwikkeling die AI op de TU/e had ingezet. Inmiddels heeft de TU/e met het nieuwe AI-instituut EAISI een belangrijke plek weten te claimen in het AI-landschap. Dat was alleen mogelijk door snel handelen en het goed inspringen op kansen.”
Op waarde geschat
Franken: “Wat ik ook heel fijn vind aan de TU/e; er wordt niet te veel gehecht aan ego’s. Als gewone student kon ik, weliswaar na een beetje aandringen, probleemloos aansluiten bij de totstandkoming van EAISI, en nu ben ik er program advisor. Ik had blijkbaar nuttige zaken in te brengen. Dat ik ‘maar’ student was speelde eigenlijk nauwelijks rol, ik werd op waarde geschat. En dat waardeer ik zeer, hier wordt gelukkig heel goed gekeken naar wat je kan, en niet zozeer naar wie je bent.”
Waar beiden in het gesprek de loftrompet over steken is de ontwikkeling van Challenge Based Learning. Deze nieuwe en inmiddels al veel bewierookte onderwijsmethode, die vanuit PGO en de USE-leerlijnen is doorontwikkeld in de huidige vorm binnen de TU/e Innovation Space, staat voor beiden model in hun eigen werk. Als student heeft Franken hier enorm veel aan gehad. “Het heeft mijn brein echt geopend, ik kwam met geheel nieuwe vakgebieden in aanraking. Deze vorm van onderwijs, inclusief het werken in studententeams, gaf mij enorm veel vrijheid. En het heeft mij op een versneld pad gezet richting ondernemerschap. Eigenlijk zou iedereen hier veel meer mee moeten doen.”
Steinbuch reageert: “Ja, ik snap wat Buster zegt, maar niet iedereen vindt dit soort onderwijs goed bij hem of haar passen. Voor mij is het kernwoord hierbij ‘diversiteit’. Niet alle studenten hoeven ondernemer te worden, of zich te richten op de maatschappelijke impact van hun werk. Onderzoeken en innoveren is teamwerk, waarbij je altijd een verschillende set aan kwaliteiten en karakters nodig hebt om succesvol te zijn. Supergespecialiseerde wetenschappers kunnen juist heel goed de ondernemende karakters of de meer op mensen gerichte types aanvullen. Mits zij hebben geleerd om multidisciplinair te innoveren in een goede samenwerkingsvorm.”
Ethische aspecten
Franken: “Ja, dat klopt, maar ik vind toch dat iedere bèta-student en ingenieur zich bewust moet zijn van de impact van het vakgebied op de samenleving en op de ethische aspecten. Want wat we niet willen, is social media ontworpen door bèta’s die zich alleen maar op de techniek richten, maar niet op de sociale uitdaging die ze ook moeten aangaan. Met als gevolg allerlei verslavende algoritmes die leiden tot filterbubbels waardoor de hele samenleving nu uit elkaar aan het groeien is. Als de engineers meer gericht waren geweest op het oplossen van echte problemen, dan was dit voorkomen.”
Want wat we niet willen, is social media ontworpen door bèta’s die zich alleen maar op de techniek richten, maar niet op de sociale uitdaging die ze ook moeten aangaan.
Steinbuch is het hier meer dan honderd procent mee eens. “Dit wordt hét thema van de komende decennia. Het leeft nu heel erg om met impact bezig te zijn. Het is goed dat de TU/e werk maakt van het ‘nieuwe belonen’, en het hebben van impact daardoor meer zal gaan waarderen. Ook met de Eindhoven Engine proberen we de projecten te realiseren langs de as van de duurzame ontwikkelingdoelen van de Verenigde Naties, de UN-SDGs. Als nieuwe toevoeging gaan we nu ook het aspect inclusiviteit meenemen. Zo pakken we samen met de bibliotheek Eindhoven een project op het gebied van laaggeletterdheid aan. Als je sociale onderzoekers en AI-specialisten bij elkaar brengt, kan je hier hele nieuwe oplossingen verzinnen.”
Eilandencultuur
Met deze aanpak onderscheidt de TU/e zich van andere universiteiten, in Nederland, maar ook daarbuiten. En daar mag volgens de hoogleraar Systeem- en Regeltechniek meer ruchtbaarheid aan gegeven worden. “Een goede PR is echt heel belangrijk voor de universiteit. Niet alleen trekt dat meer studenten en goede onderzoekers aan, wat heel belangrijk is voor deze regio. Maar vooral kan het een sterk wij-gevoel creëren, waardoor de saamhorigheid en samenwerking tussen groepen en faculteiten wordt versterkt. Ik herinner mij nog goed het behalen van het eerste wereldkampioenschap door ons Solarteam in de Cruiser-klasse in Australië, dat groot nationaal nieuws werd. Het leek alsof daarmee in een klap een stuk wegviel van de bestaande eilandencultuur, die aan de TU/e historisch zeer sterk aanwezig was tussen verschillende onderzoeksgroepen. Ook bedrijven en maatschappelijke instellingen weten ons daardoor veel beter te vinden. Dus de ontwikkeling dat we ons steeds beter als TU/e naar buiten verkopen, ook internationaal, is erg nuttig en juich ik zeer toe.”
Europees zwaartepunt
Twee levensverhalen, twee verschillende perspectieven. Waar Steinbuch al nadenkt over zijn pensioen over een aantal jaren, ziet Franken nog een ongerepte toekomst vol kansen voor zich liggen. Hoe denken beiden over de universiteit van de toekomst, wanneer over 35 jaar het 100-jarig jubileum zich aandient? Franken: “AI staat nog helemaal in de kinderschoenen en de TU/e heeft een unieke kans om hierin een Europees zwaartepunt te worden. We moeten af van het kleinstedelijk denken en altijd maar doen alsof de afstanden tussen de Nederlandse universiteiten zo groot zijn. Daarnaast vind ik echt dat we een taak hebben om het maatschappelijk en ethisch denken van studenten en ingenieurs te ontwikkelen. Dat zou onze wereld een stuk vooruithelpen.”
Steinbuch vult aan: “De grootste kracht zou zijn om AI in deze regio te verbinden met ons industriële ecosysteem in High Tech systemen. We hebben hier in de Brainport-regio wereldwijd echt een unieke positie en kunnen hier enorm in vooruitlopen.”
Ook breekt hij een lans voor de universiteit als instituut. “Je hoort steeds vaker dat over enkele decennia universiteiten volledig overbodig zouden zijn, dat kennis overal online verkrijgbaar is en dat diploma’s en onderzoek dan helemaal niet meer lokaal gebonden zijn. Ik ben het daar niet mee eens. Wat de wereld de komende decennia gaat veranderen, is niet kennis, maar wijsheid. Concrete ervaring, opgedaan in testopstellingen, in samenwerkingsverbanden met verschillende partijen, door Design Thinking, systeemdenken en Challenge Based Onderwijs en Onderzoek, is zeer waardevol en niet te kopiëren. Daarmee kunnen universiteiten zich in de toekomst blijven onderscheiden. Ik noem dat de 4th Generation University; een universiteit die blijvend zorgt voor een positieve impact op de samenleving en de ontwikkeling van het lokale ecosysteem. Daar gaat het heen en de TU/e heeft uitstekende papieren om daarin de richting aan te geven.”
De geïnterviewden
Buster Franken werd in 1996 geboren in Eindhoven. Doorliep het Bonnefanten College voor Beeldende Kunsten, in zijn ambitie kunstenaar te worden. Werd gegrepen door de techniek en startte in 2014 aan de TU/e met de opleiding Mechanical Engineering en volgde een pre-master Data science. Studeerde in 2018 af op het maken van 3D-breinstructuren in een labomgeving voor het testen van alzheimermedicatie en voor brain-computer interfacing. Startte in dat jaar Fruitpunch AI, oorspronkelijk als stichting, dat in 2019 werd geaccrediteerd als TU/e-studententeam. Was in dat jaar ook betrokken bij de opzet van EAISI en hij werkt daar nu als AI Program Advisor. In 2020 verwierf hij met Fruitpunch AI venture capitalist funding van LUMO Labs, en sindsdien is hij CEO van het bedrijf.
Maarten Steinbuch werd in 1960 geboren in Zeist. Studeerde werktuigbouwkunde aan de TU Delft van 1979-1984, en behaalde daar in 1989 zijn doctorstitel in Systems & Control. Van 1987 tot 1998 werkte hij bij Philips Research, en van 1998-1999 bij Philips CFT als manager van de Dynamics & Control Groep. Is sinds 1999 hoogleraar Systems & Control aan de TU/e. In de periode 2006-2017 was hij wetenschappelijk directeur van het 4TU Research Centre High Tech Systems. In 2013 werd hij benoemd als universiteitshoogleraar van de TU/e. Van 2014 tot 2020 was hij wetenschappelijk directeur van het TU/e High Tech Systems Center. Kreeg in 2015 de eerste Academic Society Award van het KIVI en werd in 2016 benoemd tot Simon Stevin Meester. Vanaf 2018 is hij wetenschappelijk directeur van Eindhoven Engine.
Discussie