- Mensen , Student
- 28/08/2019
Holland paracetamol-land
Nederland staat onder internationals bekend om het ‘aankijken’ van een ziektebeeld om te zien of het wellicht vanzelf over gaat. Met hier en daar een paracetamolletje om symptomen te verlichten. “Wat ik hier in Nederland mis, is een zorgzame omgeving. Vaak lijkt het alsof de artsen gewoon snel klaar willen zijn en door willen naar de volgende patiënt”, vertelt Bárbara Dias, bachelorstudent Bouwkunde uit Brazilië.
Internationals hebben een stuk minder vertrouwen in de Nederlandse zorg dan Nederlanders, zo blijkt uit onderzoek. 39 procent van de internationals vertrouwt er niet op dat de dokter het hier het beste weet. Daarnaast heeft het gebrek aan vertrouwen voor 37 procent een negatieve impact op de keuze om zich wel of niet permanent hier te vestigen. Eén vijfde van deze groep zegt zelfs actief op zoek te zijn naar een andere plek om zich te vestigen met als (een van de) reden(en) de Nederlandse gezondheidszorg.
Robert Hazenberg, medeoprichter van SGE International: “Een pijnlijke ontwikkeling als we kijken naar hoeveel geld er eerst geïnvesteerd wordt door bedrijven en universiteiten om die mensen hier naartoe te halen. Dan wil je niet dat ze door zoiets uiteindelijk weggaan. Als ze nu dat vertrouwen nog niet hebben, hoe komt dat dan? En hoe kunnen we ervoor zorgen dat ze dat wel krijgen?”
Imago van de Nederlandse zorg
Een paracetamolletje helpt overal tegen, waar je ook voor naar een dokter gaat. Dat wordt vaak genoemd als je naar associaties met Nederlandse zorg vraagt. Masterstudent Embedded Systems uit Roemenië, Silviu Stanimir: “Ik heb de dokter eens gebeld over een probleem en het antwoord via de telefoon was ‘hoeveel paracetamol heb je genomen?’ .... ‘Oké, probeer dan een dubbele dosis’. Dat was niet waar ik op hoopte om het probleem op te lossen.”
Internationals willen meer aandacht, meer checks en eenvoudigere toegang tot de zorg. “Ik ben er hier nog nooit in geslaagd snel een afspraak te maken. Soms fiets ik naar de praktijk en onderhandel ik daar om een consult te krijgen, alsof ik zaken doe”, vertelt Velichka Georgieva, sportinstructrice bij het Studentensportcentrum.
Verschillende culturen beleven ‘ziek zijn’, anders. Waar Nederlanders iets een tijdje aankijken en dan pas naar een dokter gaan, zijn veel andere culturen gewend sneller in te grijpen met medicatie omdat bijvoorbeeld de griep als ernstiger wordt gezien. Niet per se fysiek, maar wel als gevolg voor werk of studie bijvoorbeeld. Daaruit ontstaat frictie bij onze terughoudend wat betreft checks, medicatie en preventief onderzoek.
Dat voelde de Braziliaanse Bárbara Dias ook: “Mijn moeder stierf aan borstkanker en vlak nadat ik hierheen verhuisde, kreeg ik een zeer scherpe pijn in mijn borst. Mijn vader schrok en vroeg de dokter om een controle. De dokter sprak alsof mijn vader totaal onredelijk was. En ik verzeker je dat hij dat niet was. Hij vroeg netjes om een check-up, verhief nooit zijn stem. Hij stond bij mijn moeders zijde tijdens haar behandeling, dus hij kent de symptomen heel goed. En de dokter was zo afwijzend. Ik vond dat heel onbeleefd.”
De dokter was zo afwijzend. Ik vond dat heel onbeleefd
Dat verwachtingen van internationals qua checks hoger liggen, onderschrijft ook Stanimir: “De eerste keer dat ik hier naar de dokter ging, was voor een verrekte spier rond mijn buikspieren. Het was erg pijnlijk, zoals de pijn van een mes en ik besefte dat ik het moest laten nakijken. Eerst ga je dan googelen, wat het nog erger maakt en waarmee je jezelf gek maakt. Het consult bestond uit het aanraken van en een beetje duwen tegen mijn huid door de arts. Ik had een grondiger onderzoek verwacht. Er was geen controle in de vorm van een scan of een bloedtest of zoiets. Daarna besloot ik dat ik voortaan thuis in Roemenië naar de dokter zou gaan. Daar weet ik hoe alles werkt en waar ik naartoe moet. Ik spreek daar de taal en het is er goedkoper. Soms boek ik gewoon een reis met als doel vakantie én een gezondheidscontrole.”
We hebben hier een democratisch systeem: iedere patiënt krijgt evenveel tijd
De ‘Worried Well’
Dokter Anneke Dalinghaus: “We hebben hier een democratisch systeem: iedere patiënt krijgt evenveel tijd. Zinnig en zuinig. Expats die hier komen, zijn vaak jong en hoogopgeleid. Ze zijn in het algemeen gezond, maar voelen zich gauw onzeker en ongerust en willen dan het liefst een CT-scan van top tot teen. De zogenaamde ‘Worried Well’. Natuurlijk kun je daarin meegaan en allerlei onderzoeken starten, maar de kans dat er iets gevonden wordt waar je niet naar op zoek was, kan oplopen tot 40 procent! De vraag is dan of je daarmee niet alleen de onrust, maar ook de kosten en de risico’s die bij elk onderzoek aanwezig zijn onnodig verhoogt.”
Dalinghaus spreekt liever over welzijn in plaats van gezondheid. “Welzijn is veel breder. Dat gaat niet alleen over fysieke gezondheid, maar ook over mentale gezondheid, een maatschappelijke rol en sociale inbedding. Bijvoorbeeld over zelf keuzes maken en stressbestendig leren zijn. Ons systeem staat daarmee ver van veel andere systemen in de wereld. En die heb ik van dichtbij gezien. Ik heb in Venezuela, Ierland en Noorwegen gewerkt en daar veel ervaringen opgedaan met andere systemen en culturen.”
Bárbara Dias is opgegroeid in Brazilië, waar zowel openbare als privéziekenhuizen zijn. “Ik had het geluk dat ik naar privéziekenhuizen kon gaan. De openbare zijn niet zo geweldig, maar de private zijn goed. Daar worden we goed verzorgd, beter dan hier moet ik zeggen. Ik heb veel respect voor de Nederlanders, maar hun gezondheidszorgsysteem begrijp ik niet. Wat ik hier in Nederland mis, is een zorgzame omgeving. Vaak lijkt het alsof de artsen gewoon snel klaar willen zijn en doorgaan naar de volgende patiënt. Ook doen ze geen extra checks, zelfs niet als de patiënt daar om vraagt, wat ik soms zorgwekkend vind. Ik begrijp dat artsen jarenlange ervaring en training hebben, maar ik denk niet dat je ooit de emoties en/of kennis van een patiënt moet negeren.”
Waar is de witte jas?
Hazenberg: “Het kan soms lastig te begrijpen zijn hoe een buitenlander zo weinig vertrouwen heeft in ons systeem. We doen het toch gewoon goed? Ja, dat is zo, maar de beleving is anders bij mensen met een andere culturele achtergrond.”
“Een Amerikaanse moslima opende bij mij hierover de ogen. Ze zei: ‘ik was gewend aan een dokter in een witte jas met achter hem allerlei diploma’s. Zo iemand schrijft mij dan een onderhoudsdosis antibiotica voor. Dan kom ik in Nederland bij een huisarts, die we vertaald een GP noemen, een General Practitioner, wat eigenlijk een basisarts is als je dat terug vertaalt. Dat is al een niveau lager dan onze huisarts. Een huisarts is een specialist: die heeft na zijn diploma tot basisarts nog doorgeleerd en zich gespecialiseerd tot huisarts. Dus de expat denkt al met een lager niveau te maken te krijgen dan thuis en treft dan ook nog een man of vrouw in vrijetijdskleding met achter hem of haar een lege muur. En die zegt dan dat je moet stoppen met die onderhoudsdosis antibiotica.’ Dat is wel even slikken.”
Dokter Dalinghaus merkt bij praktijk Lidwina in Eindhoven ook de internationalisering van de regio: “Je ziet meer mensen met een andere culturele achtergrond en andere ideeën over gezondheidszorg. Dat merk je aan bepaalde vragen en verwachtingen. Internationals vragen bijvoorbeeld wel eens om een uitstrijkje bij een gynaecoloog. In Nederland is dat niet het werk van een gynaecoloog. Dat vertel ik ze dan ook. Het betekent dat de huisarts vaak eerst iets moet vertellen over waarom de gezondheidszorg in Nederland anders is dan in hun land van herkomst. Een kennismakingsgesprek is daarvoor een goede start.”
“Het is belangrijk een band op te bouwen met de patiënt zodat die zulke zaken ook van mij aanneemt. Dan kun je op een gegeven moment ook het gesprek openen over andere dingen die met het leven in een ander land met een andere cultuur te maken hebben. Wij kunnen wat van hen leren, maar zij ook wat van ons. Het is de kunst om te middelen.”
Dat vindt ook Stanimir: “Het is gemakkelijk om te zeggen ‘oh, de dokters hier spreken geen goed Engels', het is ook zo dat wij internationals hier komen en geen Nederlands spreken. Ik voel me daar soms schuldig over. Ik woon hier nu vijf jaar, dus ik probeer nu echt de taal te leren. En op het werk vertel ik mijn collega's altijd om Nederlands te spreken, zodat ik mijn taalvaardigheid kan verbeteren.”
“De gewenste verbeteringen op het gebied van de gezondheidszorg zijn tweeledig: ik zou wat meer aandacht willen, grondigere checks en gemakkelijker de hulp krijgen van een specialist. Maar ook het bewustzijn van beide kanten moet beter. Dat artsen begrijpen dat internationals verschillende achtergronden en andere gewoonten hebben. En dat internationals meer kennis krijgen over hoe Nederlanders naar de dokter gaan en hoe het systeem werkt. Ook over verzekeringen en wat gedekt is, wat niet, hoe het eigen risico en de eigen bijdrage werken, et cetera.”
De dokter googelt wat je hebt en laat het je zien op het scherm. Ik was stomverbaasd
Georgieva merkte op dat de dokter tijdens het consult ook het internet gebruikt: “De dokter googelt wat je hebt en laat het je zien op het scherm (thuisarts.nl, red.). Ik was stomverbaasd.” Dit kan op internationals overkomen alsof de dokter zelf Google nodig heeft om de ziekte te vinden.
Maar toch heeft dit ook een handige functie in de communicatie met internationals. Zo onderschrijft Dalinghaus. “We hebben in Nederland sinds de jaren tachtig, standaarden, afspraken en protocollen hoe we bepaalde ziektes behandelen. Daarbij investeerden we heel veel in het goed voorlichten van de patiënten. www.thuisarts.nl is daar een voorbeeld van. Dokters werken volgens die NHG-standaarden als ze een patiënt op het spreekuur krijgen en een advies uitbrengen. Het gaat er dan over hoe je moet behandelen, wanneer je moet doorverwijzen, etc. Als je voor de tuchtrechter moet verschijnen, wordt er ook altijd gekeken of je de standaard hebt gevolgd en zo niet, waarom je daarvan bent afgeweken. Dit systeem is vaak niet bekend bij mensen uit China of India. Als ik internationals op mijn spreekuur krijg, laat ik ze dit (pagina van thuisarts.nl met een ziektebeeld, red.) ook altijd zien, in hun eigen taal met Google Translate. Dat kan toch net iets meer inzicht geven als de taal een struikelblok is.”
Speciaal gezondheidscentrum voor internationals
In Eindhoven bestaat sinds enkele jaren SGE International. Een gezondheidscentrum gericht op het overbruggen van de kloof tussen de Nederlandse zorg en internationals waarbij rekening wordt gehouden met hun culturele achtergrond, taal en verwachtingen. Hazenberg: “Ik ben vanaf het eerste uur betrokken bij de oprichting van SGE International. Wij merkten dat de groeiende internationale groep inwoners hier andere zorgbehoeften had dan de Nederlanders. Onze professionals zijn in ieder geval de Engelse taal machtig. Daarnaast trekken we meer tijd (20 minuten i.p.v. 10 minuten, red.) uit voor de patiënt dan bij een reguliere huisarts het geval is. En ja, dat kost meer geld en is een investering voor ons. Onze medewerkers hebben allemaal een cultuursensitieve training gehad bij het KIT, het Koninklijk Instituut voor de Tropen. Onze patiënten bestaan voor ongeveer 95 procent uit internationals en voor 5 procent uit Nederlanders. We hebben zo’n 5.000 patiënten nu (maart 2019) en daar komen er elke maand nog 200 bij.”
De vraag om healthchecks is een terugkerend thema bij internationals, dus we kunnen dat niet van tafel vegen
Dat de taal belangrijk is voor het vertrouwen, onderschrijft Georgieva. Haar eerste dokter sprak niet zo goed Engels wat communicatieproblemen opleverde. “Dat geeft minder vertrouwen en ook begrijpt de arts misschien niet waarom iets belangrijk voor de patiënt is. Zoals met anticonceptie. Ik wilde anticonceptie die niet hormonaal is. Dus ik vroeg het mijn dokter, maar ze zei dat de pil het meest gebruikt wordt. Ik zei dat ik geen hormonen wilde, maar ze schreef de pil toch voor.”
Healthchecks, antibiotica en gezondheidstoerisme
Hazenberg: “We proberen steeds te peilen wat er leeft en te kijken hoe we daar op kunnen inspelen. We zien bijvoorbeeld regelmatig mensen op consult komen die lopen met een onderhoudsdosis antibiotica, voorgeschreven in hun thuisland. Dat is hier uit den boze. Zo’n onderhoudsdosis antibiotica willen we in Nederland niet om een goede reden: de resistentie van bacteriën kan zo groeien en als je de antibiotica dan echt nodig hebt, werken ze niet meer. Maar je moet je ook realiseren dat je dat niet zomaar de wereld uit krijgt als je niet eerst het vertrouwen wint van zo’n patiënt.”
In zijn thuisland Roemenië wordt bijvoorbeeld veel antibiotica gebruikt, weet Stanimir. “Ik ben me bewust van het verschil in antibioticagebruik hier. Ik vind het prettig om voorbereid te zijn en thuis wat voorraad te hebben voor het geval ik ze nodig heb, want het is moeilijk om ze hier te krijgen. Maar ik zal ze niet gebruiken voor een normale hoestje, alleen voor een echte infectie. In Roemenië is het wat makkelijker om antibiotica te bemachtigen. Wij zijn een van de topgebruikers van antibiotica in Europa, wat niet goed is. Maar het publieke bewustzijn over de effecten van het gebruik van antibiotica neemt toe in Roemenië. Mijn moeder is apotheker, dus ik ben me bewust van de risico's van teveel gebruik van antibiotica.”
Hazenberg: “Veel internationals zijn gewend aan zogenaamde healthchecks. Daar wordt bij ons in de praktijk ook regelmatig naar gevraagd. Gewoon, een complete jaarlijkse preventieve check om zeker te zijn of alles wel goed is. Dat doen we niet in Nederland. Sterker nog, de full-body scan mag hier niet eens, die geeft een vorm van schijnzekerheid. Wel hebben we voor specifieke doelgroepen eens in de paar jaar het borstonderzoek, darmonderzoek en uitstrijkje. We proberen dan hier wel de mensen die om die healthchecks vragen tegemoet te komen. Wat kunnen we bieden dat ook nog past binnen de kaders van ons beleid? Het is echt een terugkerend thema bij internationals, dus we kunnen dat niet van tafel vegen.”
Er komen regelmatig mensen op consult met een onderhoudsdosis antibiotica, voorgeschreven in hun thuisland. Dat is hier uit den boze
Hazenberg: “Veel zorgsystemen hebben geen ‘huisarts’; daar gaat iemand direct naar een specialist. In het Nederlandse zorgsysteem werken we met eerstelijns- en tweedelijnszorg waarbij een huisarts ook een soort poortwachtersfunctie heeft voor de specialisten. De huisarts heeft dan ook weer zijn eigen poortwachter in de vorm van een doktersassistent(e) die ook weer als een lastig obstakel wordt gezien om bij de dokter te komen.”
Dat merkte Georgieva ook. “Bellen duurt vaak echt lang. Er zijn veel wachtenden voor je. Soms fiets ik naar de praktijk en onderhandel ik daar om een consult te krijgen, alsof ik zaken doe. Als ik om hulp vraag, wil ik snel hulp, niet ‘laten we kijken hoe het gaat en kom over tien dagen terug als het probleem er dan nog steeds is’. Ik ben er hier nooit in geslaagd om snel een afspraak te krijgen. Ik heb ooit gezegd dat ik superbezorgd was en op het punt stond met vakantie te gaan. En dat werkte, heel verdrietig eigenlijk. Ik moest de kwestie aandikken om een snellere afspraak te krijgen, en nog kreeg ik niet dezelfde dag een consult, maar binnen drie dagen”, geeft Georgieva aan.
Bellen naar je huisarts duurt vaak echt lang. Soms fiets ik naar de praktijk en onderhandel ik daar om een consult te krijgen, alsof ik zaken doe
Georgieva: “De artsen zelf zijn beleefd en aardig in mijn ervaring. Helaas had ik een aantal keer te maken met taalbarrières die het problematisch kunnen maken. Bijvoorbeeld met mijn oorpijn. Daar kreeg ik een neusspray voor. Dat was niet logisch voor mij, want mijn neus zat helemaal niet verstopt. De dokter kon in het Engels niet goed uitleggen waarom ik de spray kreeg en ik vertrouwde het niet dus besloot ik het niet bij de apotheek op te halen. Misschien als de uitleg duidelijk was geweest, dat ik dat wel gedaan had.”
Alle dokters expatproof
Dalinghaus kijkt anders naar zorgverlening aan internationals. “SGE international als praktijk voor internationals is mij bekend, maar ik geloof daar niet zo in. Ik denk niet dat je alle internationals bij elkaar in een praktijk moet zetten maar dat geld beter kunt gebruiken om alle dokters ‘expatproof’ te maken. Als de expat in zijn of haar wijk naar de huisarts gaat, kan daar die brede welzijnsvisie makkelijker tot uiting komen. Ik ken mijn wijk en de initiatieven. Dat kan weer helpen bij de lokale integratie. Bij SGE international komen expats uit heel Eindhoven naar de praktijk. Integratie is gemakkelijker dichtbij huis, liefst in de eigen wijk. Daarom zou ik liever investeren in zorg voor andere culturen in elke wijk van Eindhoven dan deze zorg te concentreren in één centrum ín de stad. Maar de patiënt kan daar zelf een keuze over maken.”
Hazenberg vond het belangrijk om te kijken of de inspanningen van SGE international ook vruchten afwerpen. “Het onderzoek uit Den Haag hebben wij uiteindelijk in onze praktijk herhaald, met de kanttekening dat het slechts om 200 deelnemers en één dokter ging, maar het gaf toch hoopvolle resultaten. 72 procent van de respondenten gaf aan vertrouwen te hebben in onze huisarts.”
Belang van een Nederlandse zorgverzekering
Georgieva: “Ik hoorde op school dat de EU health card van thuis hier ook geldt, maar alleen voor noodsituaties. Dus besloot ik om een Nederlandse zorgverzekering af te sluiten voor het geval er iets zou gebeuren. Voor internationale studenten is dit niet het eerste waar ze aan denken als ze hier zijn. Ze hebben het gevoel dat ze hier slechts een tijdje zullen zijn en geen Nederlandse verzekering nodig hebben. Maar het is riskant, als je iets nodig hebt en het is geen noodgeval, is het niet mogelijk. Ik heb een Nederlandse verzekering afgesloten en het proces is nu veel eenvoudiger. En als student krijg je toch de zorgtoeslag, dus het is niet zo duur.”
Spreekuur voor vragen
De TU/e werkt voor verzekeringen samen met AON. Paul Dekker is verzekeringsadviseur bij AON en houdt wekelijks een spreekuur waar internationals terecht kunnen met hun vragen. “Ik krijg op mijn spreekuur voornamelijk PhD- en PDEng-studenten. Die zijn hier aan de universiteit verbonden als medewerker en daarom verplicht zich in Nederland te verzekeren voor gezondheidszorg. Voor studenten ligt dat anders. Europese studenten hebben hun EU health card die hier in Nederland geldig is voor spoedeisende zorg en eerstelijnszorg, zoals de huisarts. Maar voor tweedelijnszorg (doorverwijzing van huisarts naar specialistische zorg, red.) geldt die niet. Dat is planbare zorg en afname daarvan zou alleen mogelijk kunnen zijn als de (buitenlandse) ziektekostenverzekeraar hiervoor een akkoord/machtiging heeft gegeven.”
“Voor niet-EU studenten is er een speciale studentenpolis. Die biedt dezelfde dekking als de EU health card. Voor Nederlandse studenten is er via de TU/e ook een collectieve zorgverzekering beschikbaar. Buitenlandse studenten kunnen in Nederland dus niet zomaar tweedelijnszorg gebruiken vanuit hun zorgverzekering. Als ze een (bij)baan nemen, kunnen ze een Nederlandse zorgverzekering afsluiten en vervolgens wel van die tweedelijnszorg gebruikmaken. Velen doen dat dan ook. Goed om te weten: een stage is niet geldig als ‘werk’ om je daarmee te kunnen verzekeren bij een Nederlandse zorgverzekeraar. Dat kan alleen als je stagevergoeding per uur in het totaal (mag ook samen met bijvoorbeeld een huurvergoeding) minimaal het minimumloon bedraagt.”
Kijk uit als je op reis gaat
De meest gehoorde vragen van studenten? ‘Hoe zit het als ik naar het buitenland ga?’ en ‘Hoe werkt het systeem hier?’, zegt Dekker. “Veel buitenlandse studenten zijn gewend dat het vanuit de overheid geregeld is. Hier is het eigenlijk een soort private verzekering. Daarnaast is het concept ‘eigen risico’ en ‘eigen bijdrage’ voor de meesten ook vreemd. Als antwoord op die eerste vraag raad ik studenten altijd aan een goede reisverzekering af te sluiten, of een aanvullend pakket in de zorgverzekering te nemen dat medische kosten in het buitenland volledig dekt. Als je alleen een basisverzekering hebt, dekt die de zorgkosten tegen Nederlandse tarieven." (Dit is ook nog afhankelijk van welke vorm je van de basisverzekering hebt gekozen, red.)
"De kosten in bijvoorbeeld Amerika liggen vele malen hoger dan in Nederland. Als je daar in het ziekenhuis terechtkomt, kunnen de kosten oplopen tot tienduizenden euro's, die je zelf moet betalen. Met een reisverzekering of aanvullend pakket met de juiste dekking kun je dat voorkomen. Let bij reizen in het buitenland ook op wat voor activiteiten je daar onderneemt en welke activiteiten worden gedekt door je (reis)verzekeraar. Je polis vermeldt deze informatie. Het kan bijvoorbeeld zijn dat ‘bergwandelen’ als een gevaarlijke sport wordt aangemerkt en je daarvoor niet gedekt bent als er iets misgaat. Kijk de polis dus goed door voordat je op reis gaat.”
Eerste hulp voor nieuwkomers
Nieuw in Nederland en je wordt ziek? Dan is een goede voorbereiding het halve werk:
- Kijk al bij je aankomst in Nederland naar verzekeringen. Op dat moment denk je wellicht dat je dat kunt skippen omdat je ze op dat moment niet nodig hebt. Maar als je ziek wordt, kan het echt problematisch zijn als ze ontbreken. Natuurlijk krijg je noodzorg zoals bij een ongeluk. Men is in Nederland verplicht je te helpen op de eerste hulp, ongeacht je verzekering.
- Maar je kunt ook denken aan tandartszorg, of tweedelijns zorg zoals psychologische ondersteuning. Dat wordt niet zomaar vergoed met een buitenlandse zorgverzekering. De keuze tussen een natura of restitutie-verzekering bepaalt je keuzevrijheid en er zijn allerlei regels betreffende vergoedingsverschillen vanuit een basisverzekering en een aanvullende verzekering. Tandzorg wordt bijvoorbeeld niet standaard vergoed en veel behandelingen kennen een eigen risico.
- Schrijf je in bij een huisarts zodra je je woonruimte en verzekering hebt geregeld.
- Overweeg een praktijk gericht op internationals zoals SGE International. Daar krijg je meer tijd, spreken de behandelaars Engels en is men bekend met vragen die frequent voorkomen onder internationals.
- Schrijf je ook in bij een apotheek zodat de huisarts een recept daarheen kan sturen.
- Bewaar bonnetjes van medicijnen bij de apotheek en maak er liefst direct een foto van. Soms moet je deze indienen om ze vergoed te krijgen.
- Vertrouw erop dat onze dokters en specialisten ook zeker hun kennis en ervaring op orde hebben, ook al hangen er geen diploma’s aan de muur en dragen ze niet allemaal een witte jas. Ons zorgsysteem staat op nummer 1 in Europa volgens de Euro Health Consumer Index (EHCI).
Heb je vragen over het zorgverzekeringssysteem in Nederland of heb je hulp nodig bij het afsluiten van een zorgverzekering? Paul Dekker is elke dinsdag tussen 13:00 uur en 17:00 uur en elke donderdag tussen 08:30 en 12:00 uur aanwezig voor een gratis spreekuur in Atlas 10.240 (een afspraak maken is niet nodig).
Discussie