Joep laat zich niet ontregelen - zeker niet door zichzelf
Als het aan de leden van de Eindhovense studententennisvereniging Fellenoord had gelegen, was Joep Stevens ‘Clubheld van het jaar 2018’ geworden. Hij eindigde uiteindelijk op een eervolle vierde plaats in de regio Eindhoven, maar daar heeft hij geen minuut wakker van gelegen. “Het had voor mijn eer en glorie niet gehoeven, maar wij, Fellenoord, hadden de tienduizend euro prijzengeld goed kunnen gebruiken”, zegt de goedlachse Brabander. En zoals het een Brabander betaamt, spreekt hij nauwelijks over ‘ik’ en ‘mij’, maar over ‘wij’ en ‘ons’. En hij meent het: “Ik kan ideeën hebben, maar samen zet je iets neer”.
Joep Stevens heeft een ontgiftend effect op mij. Hij is bijna hypnotiserend in zijn zelfbeheersing en praat vrolijk, licht bedachtzaam, in zijn eigen tempo en is nooit bang voor een stilte in het gesprek. Geen pijntjes zichtbaar, gewoon een levensgenieter. Het is pas nadat ik de gespreksopname thuis heb teruggeluisterd en zijn zachte stemgeluid heb ontcijferd, dat zijn olijke optimisme echt doordringt. Je denkt aanvankelijk aan een feelgood-act, maar je kunt zijn opgediende portie positivisme echt proeven. Het is smakelijk en gezond. Als een weldadige smoothie. Een ‘Joepie Smoothie’; het middel tegen katers, klaagzangen, cynisme en nutteloosheid.
Joep Stevens | E.S.T. Fellenoord | Nominatie Clubheld van het Jaar | Eindhoven | Tennis | Electrical Engineering | Biomedische Technologie | Bespanservice Joepie | Waalwijk
De schoonheid van sport ligt voor Joep in het samenzijn en het samen doen. “Ik sta heel positief in het leven; ik heb niets met negatieve mensen. Het positieve DNA heb ik van mijn onlangs overleden moeder geërfd. Bij de Stevensjes houden we niet van tijd investeren in vervelende of onzinnige zaken. Natuurlijk, soms moet je even iets doen wat minder plezierig is - maar het liefste steek ik enkel tijd in activiteiten waarvan ik energie krijg. Van mijn vrijwilligerswerk bij Fellenoord krijg ik veel energie, het is leuk om te doen, ik kan me ontwikkelen en het biedt me ontspanning. Daarbij vind ik het vanzelfsprekend dat je iets terugdoet voor een vereniging die zoveel voor jou doet.”
Lees verder onder de foto.
Fellenoord is al zeven vette jaren lang de voornaamste beneficiair van Joeps vlijtige levensvisie. Hij heeft mogelijk meer uren vrijwilligerswerk gedaan dan sets op de baan gewonnen. “Ik ben begonnen in de Technische Commissie, waar we de lijnen uitzetten voor het hele sportieve gebeuren, zoals baan- en teamindelingen. Ook organiseerden we leuke activiteiten, zoals ‘glow in the dark'-tennis en beach-tennis. Verder heb ik het Fellenoord Open mede georganiseerd, de sponsorcommissie gedaan en talloze kleine klusjes uitgevoerd. Momenteel organiseer ik het ‘Studenten Steden Tennis’.”
Als kind kon ik mezelf al goed vermaken, maar niet 'spelen om het spelen'
Ondanks het volgen van twee masters en het hebben van een lieftallige vriendin, uiteraard ontmoet bij Fellenoord, weet hij altijd tijd te vinden voor zijn club. Joep bezit namelijk een fluïde talent voor planning en timemanagement. Zijn strategie omvat twee simpele stappen: eerst stel je jezelf in een licht Brabants accent de vraag: ‘Pas da?’. Is het antwoord ‘ja’, dan volgt het Cruijffiaanse credo ‘als het past, moet het lukken’ en je bent vertrokken voor een nieuw avontuur. Zo heeft hij ook zijn bedrijfje Bespanservice Joepie opgezet. “Ik bespan niet enkel rackets, maar ik geef ook advies over het bespannen. Ik heb een redelijk grote klantenkring in Waalwijk. Na mijn studie stop ik er waarschijnlijk mee, maar momenteel dekt het mooi mijn studiekosten.”
Via allerlei omwegen heb ik gezocht naar een diep-psychologische verklaring voor zijn ijver, maar die is er niet. Hij vindt het “gewoon leuk”. “Ik weet niet waar het vandaan komt. Als kind kon ik mezelf al goed vermaken. Urenlang speelde ik met LEGO, maar dan wel om echt iets te bouwen. Niet spelen om het spelen. Niet even iets in elkaar zetten en het dan afbreken. Ik wilde echt iets creëren. Hoewel ik op de middelbare school, net zoals andere pubers, niet mega-nuttig bezig was, ging ik wel altijd iets doen. Vaak sprak ik af met vrienden en was ik grotendeels op de tennisbaan te vinden. Rustmomenten? Die had ik als tiener niet nodig, ik bezat toen een topconditie”, lacht de geboren Waalwijker.
Lees verder onder de foto.
Joep dankte zijn inmiddels verloren gegane topconditie aan zijn sportieve kindertijd. Op vierjarige leeftijd is hij gaan voetballen en op zijn achtste gaan tennissen. “Mijn ouders ondersteunden mij en mijn broer altijd. We waren vrij om iedere sport te beoefenen, op voorwaarde dat we onze zwemdiploma’s hadden behaald. Op mijn twaalfde moest ik kiezen tussen voetbal en tennis, omdat de trainingen samenvielen. Ik had meer aanleg voor tennissen, dus koos ik daarvoor. Daarbij viel de overgang naar het grote voetbalveld vanuit de E’tjes me best zwaar.”
Bij tennisvereniging De Mattenkloppers werkte Joep zich op tot niveau 5 in de single en 4 in de dubbel, en bij Fellenoord is hij nu een goede 4. Professionele ambities heeft hij nooit gehad. Zijn 21-jarige broer Bart acteert wel op hoog niveau. Eind 2018 zweefde hij op de ATP-lijst rond plek 500 in het dubbelspel en flirtte hij met de top-1000 in het enkelspel. “Ik ben wel fanatiek, maar speel vooral voor de gezelligheid. Ik gedraag me rustig op de baan. Af en toe ontsnapt er een oerkreet om te ontladen, maar daarna tennis ik weer vrolijk verder. Ik laat me niet ontregelen door tegenstanders en zeker niet door mijzelf. Ik hoef ook niet ten koste van alles te winnen en kan slecht tegen valsspelers. Het moet gewoon gezellig zijn op de baan.”
Padel is veel dynamischer doordat je dichter bij elkaar staat en het teamwerk is veelzijdiger dan bij tennis
Die gezelligheid heeft hij weten te stichten in het zelfbedachte ‘Studenten Steden Tennis’. “Samen met twee andere Fellenoorders hebben we dit opgezet. Het leek me leuk tegen andere studentensteden te spelen. Ik heb toen meteen een plan gemaakt, andere studententennisverenigingen benaderd en in oktober zijn we begonnen. Vanwege de reisafstand spelen we voorlopig tegen Maastricht, Tilburg en Nijmegen. In iedere stad spelen alle steden een keer tegen elkaar. Een team bestaat uit zestien mensen, variërend van categorie 2 tot en met 9 en speelt negen singles bij de dames en heren, en negen mixwedstrijden.”
Met alle trots vertelt hij over zijn jongste geesteskind, dat ooit moet uitgroeien tot de Nederlandse ‘Studenten Davis Cup’. “Bij het Groot Nederlands Studentenkampioenschap is er slechts plaats voor goede tennissers, maar hier kan iedereen meedoen. Je hebt een leuke integratie met andere studentensteden, maar ook met nieuwe leden. De belangstelling is enorm, aan iedere ronde nemen nieuwe leden deel. De kosten zijn maximaal 12,50 euro per speler, inclusief avondeten en een avondprogramma. Ook kun je natuurlijk daar blijven slapen en uitgaan. Het is toch ‘een dag niet geweest, is een dag gemist’.”
Lees verder onder de foto.
Hoewel Joep zich nog steeds inzet voor Fellenoord, wendt hij zijn blik langzaam af van het tennis. Als een echte tijdeconoom heeft hij een sport gevonden die beter aansluit bij zijn drukke bestaan en zijn teamgeest: padel, een mix van tennis en squash in een glazen kooi. “Bij tennis duurt het ballen rapen soms zo lang, dat heb je bij padel niet; die blijven in de kooi liggen. Padel is veel dynamischer doordat je dichter bij elkaar staat en het teamwerk is veelzijdiger dan bij tennis. Je werkt continu met twee man samen. Bij De Mattenkloppers openden ze een baan en ik was meteen verkocht. Hopelijk komt er ooit een padelbaan op het Studentensportcentrum.”
De politiek ingaan? Dat doe ik niet, teveel negativiteit
Ondanks zijn gave voor planning weet Joep nog niet precies wat hij na zijn studie gaat doen. “Ik wil wellicht wat gaan doen met hersenonderzoek; bijvoorbeeld het ontwikkelen van software om resultaten te kunnen analyseren uit een MRI-scan. Maar goed, ik moet eerst nog een stage afronden, daar ben ik nu naar op zoek. Zodra ik echt klaar ben met mijn studie, denk ik weer verder. Ik doe alles stap voor stap. De politiek ingaan? Dat doe ik niet, teveel negativiteit. Ook kost het veel tijd, dat vindt mijn vriendin niet leuk”, zegt hij lachend.
Ook de toekomstige woon- en werklocatie na zijn studieleven weet hij nog niet. “Ik laat de keuze van mijn toekomst niet van Fellenoord afhangen, maar ik kom zeker regelmatig terug. Ik heb tijdens mijn studententijd toch veruit de meeste tijd bij Fellenoord doorgebracht. Ik heb mezelf kunnen ontwikkelen en leuke mensen leren kennen.”
Eén ding is zeker: op een bezoek naar Fellenoord zal nooit de vraag ‘Pas da?’ van toepassing zijn.
Raymond Starke werkt bij het Studentensportcentrum van de TU/e, te midden van ruim dertienduizend sportkaarthouders die er frequent (of soms wat minder frequent) hun sportieve hart komen ophalen. Voor Cursor interviewt hij elke vier weken een student of medewerker over ‘de schoonheid en troost van de sport’.
Discussie