“Nooit gedacht dat ik in het CvB zou komen”
Nicole Ummelen (50) heeft haar rol als secretaris van de universiteit verwisseld voor die van vice-voorzitter van het College van Bestuur. Veel universiteiten heeft zij hiervoor als werkgever gehad en overal kreeg ze weer nieuwe inzichten. Dat ze nu haar zevende jaar aan dezelfde universiteit ingaat, zegt iets over het plezier waarmee ze hier werkt.
Nicole Ummelen houdt van praten en doet dat gevarieerd. Soms: 'Er wordt gestuurd op ketenprocessen’ en ‘de oplossingsrichtingen worden geïmplementeerd’, en soms: ‘De muurtjes zijn afgebroken, het harkje is getekend en het ging met stoom en kokend water’.
Ze spreekt bevlogen, zowel wanneer het over haar banen gaat, als wanneer ze vertelt wat ze het beste boek vindt. Dat haar banenreeks haar tot vice-voorzitter van het College van Bestuur aan de TU/e bracht, had ze als puber niet bedacht. “Ik wilde graag journalist worden, maar ik werd uitgeloot in Utrecht. Het alternatief was een gloednieuwe universitaire communicatieopleiding in Tilburg. Daar werd ik gegrepen door de schoonheid van onderzoek doen en het academische verhaal vertellen.”
Ummelen is - kort door de bocht - opgeleid en gepromoveerd in de technische communicatie en daar genoot ze van. “Die promotietijd, in Twente, was ook helemaal geweldig. Ik werd gegrepen door het vak; de mix van tekst, cognitieve psychologie en de informaticakant. Soms mis ik het onderzoek doen wel.”
“De rode draad door mijn loopbaan is dat ik altijd banen heb gedaan waarvan ik vooraf heb gezegd: ‘Dat ga ik natuurlijk nooit doen’. En dan komt het toch, en dan blijkt het hartstikke leuk. Toen ik student was, zei ik: ‘Ik word natuurlijk nooit aio, dat is mijn ding niet’. Maar de promotieplek in Twente was me op het lijf geschreven.” Gedetailleerd en enthousiast vertelt ze over haar onderzoek, maar de vraag in welk jaar ze daar een bul voor kreeg, kan ze niet een-twee-drie beantwoorden.
Lees verder onder de foto.
Universiteitshopper
Ze heeft zoveel carrièresprongen gehad, aan zoveel universiteiten gewerkt, de jaartallen daarbij vindt ze het minst interessant. Op de vraag via welk pad ze in Eindhoven terechtkwam, beschrijft Ummelen een wegennetwerk door de hele wereld. De Limburgse was student in Tilburg, stagiaire aan Cambridge, PhD in Enschede, had een buitenlandverblijf in Pittsburg, was UD in Delft en UD in Tilburg, et cetera.
Ik heb altijd banen gedaan waarvan ik vooraf heb gezegd: ‘Dat ga ik natuurlijk nooit doen’
Haar inzet viel op en ze rolde van het een in het ander. In Tilburg kreeg Ummelen de kans een nieuwe opleiding bedrijfscommunicatie en digitale media op te bouwen. In welk jaar weet ze niet meteen, wel dat ze 32 was en zwanger van haar eerste zoon. “Hier werd ik het bestuurlijke werk ingetrokken. Ik kwam in het faculteitsbestuur voor de onderwijsportefeuille. Toen moest ik voor het eerst kiezen tussen wetenschap en bestuur. En hoe mooi ik onderzoek ook vind, ik vind het nog belangrijker goede randvoorwaarden te scheppen waarin wetenschappers hun werk kunnen doen. Ik ontdekte dat ik besturen heel leuk vind.”
Kentering
Hierop volgend werd ze senior beleidsmedewerker bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. “Ik zat in de Hoftoren op de elfde verdieping met fantastisch uitzicht op het Malieveld. Bijna zo mooi als wat ik hier vanuit mijn kantoor in Atlas op vloer 1 heb.” Dat is niet sarcastisch bedoeld - ze is echt heel tevreden met haar kamer die deels is ingericht met meubels van voormalig rector Hans van Duijn. Er staat een Müller-bureau en een set met drie Gispen-stoelen.
Lees verder onder de foto.
Na Den Haag kreeg ze haar eerste leidinggevende baan als hoofd Onderwijs en Studentenzaken bij TU Delft. Tijdens de volgende loopbaanstap, ze kwam in de strategieafdeling van de Universiteit van Amsterdam, werd ze gebeld om secretaris van de TU/e te worden. Ze lacht als ze eraan terug denkt. “Weer iets waarvan ik had gedacht dat ik dat natuurlijk nooit zou worden; secretaris van een uni, haha, een protocollaire rol zeker... Maar mijn toenmalige man zei dat ze me vermoedelijk niet voor niets vroegen, dat de droom om de Randstad te verlaten met onze zonen - inmiddels was ook Revi geboren - nu kon uitkomen. Dus ik ben maar gaan praten.” Wat bleek? De baan zat haar als gegoten.
...secretaris van een uni, haha, een protocollaire rol zeker...
Ze ging in Weert wonen, wat dichter bij haar roots, die in Kerkrade liggen. Ummelen praat met haar moeder Kerkraads dialect en hecht zoals meer Limburgers veel waarde aan kerstavond. Eigenlijk nog meer dan aan carnaval.
Perspectief
Ook heel belangrijk vindt ze het om kwesties steeds vanaf verschillende kanten te bekijken. Dat geldt voor onderzoeksvragen, maar dus ook voor carrièrestappen. Ummelen denkt dat ze dat geleerd heeft tijdens haar buitenlandervaringen. “In Pittsburg woonde ik bij twee lesbische vrouwen, met wie ik nu nog contact heb. Zij lieten mij kennismaken met de Amerikaanse cultuur en ik heb er ook gezien hoe moeilijk zij het toen nog hadden om geaccepteerd te worden.”
Talloze keren las ze de gedichtenbundel ‘Einde en begin’ van Wislawa Szymborska. “Zij is een ster in perspectiefwisselingen. Ze beschrijft een situatie bijvoorbeeld vanuit de visie van een steen. Ik geef deze bundel ook graag cadeau.”
Sportdag 2012
“Ik vond ik de TU/e meteen een leuke universiteit. Vergeet niet dat ik van de UvA kwam. Daar was alles erg formeel. Wilde ik met de rector praten, dan moest ik er een afspraak voor maken. Dus toen ik in mijn eerste week in Eindhoven iets aan Hans van Duijn (destijds rector magnificus van de TU/e, red.) wilde vragen, ging ik naar zijn secretaresse om te vragen wanneer dat schikte. Hans ving dat op, lachte mij uit en maakte me duidelijk dat ik dat nooit meer moest doen. Kom maar gewoon binnen.”
In diezelfde week liep ze met haar voorganger Harry Roumen over de sportvelden waar de jaarlijkse sportdag voor medewerkers werd gehouden. “En Harry liep er als een burgemeester, links en rechts groetend. Mensen aan wie hij mij voorstelde heetten mij zo warm welkom, dat was heel hartelijk. En het meest verrassend was dat iemand van het CvB voorstelde om aan het einde van die dag een biertje te doen bij het sportcentrum. Dat was mij aan de UvA nog nooit overkomen.”
Lees verder onder de foto.
Ze kwam binnen in de periode dat de omwenteling van het TU/e-bacheloronderwijs plaatsvond. “Met stoom en kokend water is er in anderhalf jaar tijd door docenten en ondersteuners een Bachelor College neergezet. De professionele werkwijze maakte indruk op me. Maar wat me tegelijkertijd opviel, was dat het hier ook wel een dorp is. Ik had als secretaris met vertrouwelijke informatie te maken, bijvoorbeeld bij benoemingen. Dan hield ik tijdens overleg met beleidsmedewerkers mijn kaken op elkaar daarover. Maar dan zei er wel eens iemand: 'Ah joh, dat weten wij allang!'”
De kracht van Eindhoven
Als secretaris heeft ze haar schouders gezet onder de accreditatietoets van de NVAO, de start van Toekomstgericht Onderwijs en de invoering van Business Intelligence. Ondertussen zag ze de Eindhovense campus mooier en mooier worden. “Mijn zoon Joep is nu een studie aan het kiezen. Hij is ook naar Leiden geweest en het maakt me werkelijk trots wanneer hij zegt dat het hier veel fijner is dan in Leiden, dat kaal, koud en steriel op hem overkwam. Mogelijk gaat hij hier BMT doen.” Haar jongste zoon Revi is nog niet bezig met studiekeuze, die zit nu in 2 atheneum.
Ummelen - die haar speeches altijd zelf schrijft - maakt met mooie volzinnen de ingewikkeldste materie begrijpelijk. “Bij de kwaliteitstoets heb ik iets heel belangrijks geleerd, wat ik hoop de komende vier jaar hoog in het vaandel te kunnen houden: het is een kracht dat we als universiteit dat kleine en menselijke hebben, maar de enorme groei die we nu doormaken, kan alleen als de zaken goed gedocumenteerd zijn en daarmee overdraagbaar. We moeten de wenselijke informele kant in balans brengen met een noodzakelijke formele kant. Dat is efficiënter.”
De TU/e was professioneel, maar toch ook wel een dorp
Werk in uitvoering
Het Bachelor College was ten tijde van de accreditatietoets een succes, maar de grote lokale verschillen die er nog waren in de ondersteuning van studenten en docenten werd beschouwd als een knelpunt. “Iedere faculteit gaf nog ondersteuning op haar eigen manier en dat moest anders. Wat ik zo mooi vind aan dit hele project, dat we Toekomstgerichte OnderwijsOrganisatie of TOO noemen, is dat de oplossingen door TU/e’ers zélf zijn aangedragen. Er kwam een analyse van KPMG, maar daarna is er geen extern consultancybureau bij gehaald. Medewerkers gingen met elkaar om tafel. Het kost wat tijd, het programma is nog niet af, maar het harkje voor het organogram is getekend. Nu zijn er ook hoofden ESA per opleiding. In juli wordt TOO geëvalueerd.”
Haar hart ligt ook bij Business Intelligence. “Je hebt in een organisatie allerlei informatie nodig en met dit systeem kunnen mensen de kengetallen en andere benodigde data zelf ophalen. Ook dit is nog niet af, maar een BI Cluster is al gevormd.”
Wat nu?
Soms nog denkt Ummelen “Als ik later groot ben…”. Ze zou nog graag onderzoek doen en college geven. Maar het feit is dat ze nu vice-voorzitter van het College van Bestuur van de TU/e is. Daar hoort het managen van grote projecten niet meer bij. Nu gaat het erom de verbinding te maken tussen verschillende groepen aan de TU/e, zegt ze zelf. “Deze universiteit is een klassieke lijnorganisatie. Die wil ik omzetten naar eentje waarin alle groepen verbonden zijn met elkaar. Ik wil belemmeringen wegnemen. Om te beginnen ga ik praten met alle directeuren en ik vraag ze met klem om met me mee te denken.”
Als ze ergens een hekel aan heeft, is het als mensen niet met elkaar meedenken en hun eigenbelang voorop stellen. Dat zou ze willen uitbannen. Desnoods deelt ze nog eens een gedichtenbundel uit die mensen leert situaties in een ander perspectief te zien.
Discussie