Sport als verbindende factor
Internationale studenten moeten bij hun verhuizing naar Nederland niet alleen wennen aan een nieuw land en nieuwe gebruiken. Ze moeten ook een nieuw thuis met bijbehorende vrienden opbouwen. Waar internationals nog wel eens moeilijkheden ervaren om vriendschappen te sluiten aan de universiteit, lijkt dat op het Studentensportcentrum een stuk makkelijker te gaan. “Socializen via sport is ideaal. De sfeer is relaxter: aan de universiteit staan mensen onder druk, op het SSC staan ze in de ‘chill-modus’.”
Alle studenten zijn op zoek naar sociale contacten zodra ze in een nieuwe stad aankomen die hun thuis moet worden. Maar wat is thuis? Die definitie zal voor iedereen een beetje anders zijn, maar de gemene deler wordt gevonden in sociaal contact, in verbinding.
Maar liefst 13,4 procent van de TU/e-studenten heeft een internationale achtergrond. De afgelopen vijf jaar is hierin een stijgende lijn te zien waarbij het aantal internationale studenten met meer dan honderd procent is toegenomen.
Waar internationals nog wel eens moeilijkheden ervaren om vriendschappen te sluiten aan de universiteit of op het werk, lijkt dat op het Studentensportcentrum (SSC) een stuk makkelijker te gaan. Socializen tijdens het sporten blijkt een effectieve vorm van community building. Dit heeft alles te maken met de mindset van mensen als ze op het SSC zijn. “Sport is een laagdrempelige manier om contact te faciliteren en het SSC heeft een belangrijke rol hierin”, zegt Sportcentrum-directeur Wim Koch.
De kracht van sportverenigingen
Sommige verenigingen hebben het imago toch nog vooral Nederlandse leden te hebben, wat een drempel voor internationals zou kunnen zijn. Aan de andere kant is het ook juist een kans. Fontys-studente Elektrotechniek Ayuta Nandiska en de inmiddels afgestudeerde Msc Computer Science and Engineering Konstantinos Triantos (afkomstig uit respectievelijk Indonesië en Griekenland) hebben beiden heel veel gehad aan de verenigingen.
Doordat er vooral Nederlands gesproken werd, was het voor Nandiska dé plek om snel Nederlands te leren: “Toen ik hier pas was, zat ik bij een Indonesische studentenvereniging. Dat hielp bij het ontdekken van alle voorzieningen, omdat de leden al langer in Eindhoven woonden en me op weg konden helpen. Tegelijkertijd voelde ik me daardoor thuis. Daarnaast was ik lid geworden van outdoorvereniging All-Terrain via het SSC en kwam ik daardoor in contact met Nederlandse studenten. Ik hoorde continu Nederlands om mij heen en dat motiveerde mij om ook de Nederlandse taal te gaan leren. Op het SSC had ik hierdoor meer contact met Nederlanders dan aan de universiteit.”
Voetbalvereniging Pusphaira voelde als een thuis voor mij
Triantos merkte ook de positieve invloed van het sporten bij het sportcentrum op zijn integratie: “In dit proces heeft het SSC veel geholpen. En dan met name de kans om via het SSC lid te worden van Pusphaira, de voetbalvereniging. Pusphaira heeft me geholpen bij het krijgen van nieuwe vrienden, het vinden van een stage en zelfs een baan. Het voelde als een thuis voor mij.”
Integratie vanuit twee kanten
Internationalisering betekent voor Wim Koch, directeur van het SSC, integratie vanuit twee kanten: “Voor succesvolle integratie zullen zowel internationale als Nederlandse studenten zich een beetje moeten aanpassen: meet each other halfway. Taal is hierbij belangrijk voor contact, evenals aandacht voor de culturele achtergrond voor wederzijds begrip. Sport is een laagdrempelige manier om contact te faciliteren en het SSC heeft een belangrijke rol hierin.”
De groei van het aantal internationale studenten is ook bij het sportcentrum goed merkbaar. Veel internationals hebben een sportkaart. “We zien verschillen tussen de studenten - bijvoorbeeld in de communicatie. Nederlanders zijn vrij direct. Dat zijn de internationals niet altijd gewend en dat kan soms zorgen voor misverstanden.”
Community building
Door de grote toename van het aantal internationale studenten in de afgelopen jaren, wordt er binnen het SSC ook meer aandacht besteed aan community-building. Lara Hofstra (groepsinstructrice en manager Internationalization en Community Building) en Susan Lambriks (groepsinstructrice en programmamanager van het Spouse & Ace program) houden zich hiermee bezig. Doordat zij ook groepslessen geven, pikken ze snel signalen op over wat er speelt bij (internationale) studenten. Daar proberen ze in hun beleid gehoor aan te geven.
Lambriks: “Community building is voor ons verweven met internationalisering. Door deze trend is verbinding veel belangrijker geworden. Al deze mensen die hier een nieuw leven opbouwen, tijdelijk of permanent, moeten opnieuw een community opbouwen. Als SSC kijken we graag naar wat we hieraan kunnen bijdragen. We hebben een verantwoordelijkheidsgevoel voor de grote community die bij ons zoveel tijd besteedt en veel betekenis aan het SSC geeft.”
Wim Koch voegt daaraan toe: “Een sportcentrum is al lang niet meer alleen een plek om te sporten. Het is ook een plek om te ontmoeten, te ontwikkelen, je thuis te voelen. Wij hanteren hierbij een holistische benadering: werken aan vitaliteit is meer dan werken aan de fysieke gezondheid middels sport. Het gaat ook om de mentale, sociale en intellectuele aspecten passend bij de caring university die we willen zijn.”
Een sportcentrum is al lang niet meer alleen een plek om te sporten
Die manier van kijken naar sport hanteren de studenten ook. Ze komen niet alleen maar om te bewegen of aan hun fysieke gezondheid te werken. Promovendus bij Bouwkunde Eleni Charoniti bevestigt dit: “Ik kocht meteen in de eerste maand na aankomst in Eindhoven een sportkaart, eigenlijk vooral omdat mijn collega’s mij dit sterk hadden aangeraden. De groepslessen waren een van de eerste momenten om mensen te ontmoeten, zowel collega’s als nieuwe mensen. Het sporten is goed voor mijn gezondheid en de vele activiteiten die bij het SSC worden aangeboden, zorgen ervoor dat ik gemotiveerd blijf om te komen. Mijn stress gaat weg als ik hier sport. Ik vind het ook leuk om de work-outs te doen waarbij moet worden samengewerkt met andere deelnemers, zoals in sommige groepslessen gebeurt. Zo ontmoet ik ook weer nieuwe mensen.”
(Lees verder onder de video.)
Triantos voegt daaraan toe: “In eerste instantie kocht ik een SSC-sportkaart om lid te kunnen worden van voetbalvereniging Pusphaira. Maar toen ik eenmaal lid was, ging ik ook gebruikmaken van de andere faciliteiten zoals groepslessen en fitness.”
“Het SSC is voor mij een plek midden op de campus waar ik even aan mijn studie kan ‘ontsnappen’. Even socializen, je hoofd leegmaken en fit blijven. Socializen via sport is ideaal en veel makkelijker op het SSC dan aan de universiteit zelf. De sfeer is relaxter: aan de universiteit staan mensen onder druk, op het SSC staan ze in de ‘chill-modus’. Ik heb zowel Nederlandse als internationale studenten ontmoet via het SSC. Ik heb het gevoel dat er echt wederzijds respect is van Nederlandse en internationale studenten: hier zijn we gewoon allemaal sportende studenten. Iedereen is gelijk.”
Het SSC is voor mij een plek waar ik even aan mijn studie kan ‘ontsnappen’
Wens tot uitbreiding
Het SSC is toe aan uitbreiding. Met het huidige aantal leden (ruim 12.000 waarvan 6.049 TU/e-studenten) voldoen de faciliteiten niet meer. Er is behoefte aan meer ruimte die beter is toegespitst op de behoeftes van deze tijd. Dit valt zowel de studenten als de instructeurs en het management van het SSC op.
De groei van het aantal (internationale) studenten aan de TU/e heeft ook een flinke groei in leden voor het sportcentrum opgeleverd. Dat is vooral terug te zien in de groepslessen, die druk bezocht worden door internationale studenten. Nandiska merkt dat ook: “Sommige lessen zijn heel leuk, maar echt te druk, zoals yoga. Er zijn te veel mensen in een te kleine zaal en dan voel je je niet vrij. De uitbreiding is gewoon nodig.”
Lara Hofstra: “In de tien jaar dat Susan en ik hier werken, hebben we een grote groei doorgemaakt. Van vijftien groepslessen per week tien jaar geleden naar zeventig groepslessen nu. Ondanks dat naar schatting ongeveer dertig procent van onze leden een internationale achtergrond heeft, voelt dat in de groepslessen heel anders. En we merken dat dankzij de groei van het aantal internationale studenten het ‘taboe’ op mannen in de groepslessen ook aan het verdwijnen is. Vroeger zag je zelden of nooit mannen in de groepslessen. Nu staan ze vrolijk in de zumba-les te dansen. Alle internationale sportende mannen die dat taboe niet voelen en gewoon meedoen, trekken namelijk ook weer andere (Nederlandse) mannen aan, waardoor het nu een veel diversere groep is geworden.”
Groepslessen verbinden
Lambriks haalt ook de belangrijke rol aan die een instructeur heeft bij het verbinden van mensen: “Groepslessen bieden een kans op connectie. Als instructeur heb je hier veel invloed op, door oefening- en materiaalkeuze. Ik stop regelmatig oefeningen in mijn les waarbij in duo’s of groepjes moet worden samengewerkt. Al snel zie ik dat er gelachen wordt en dat mensen even blijven kletsen na de les. Daar kan ik echt van genieten.”
Je community is je thuis, overal ter wereld
Een conclusie die alle geïnterviewde studenten én SSC-medewerkers wel durven te trekken: het sportcentrum is toch wel dé kans op verbinding en een manier om je snel thuis te voelen terwijl je lekker aan het sporten bent. Ze raden het SSC allemaal aan bij nieuwe studenten om snel vriendschappen te sluiten en een nieuwe community op te bouwen. Koch: “We willen dat mensen zich thuis voelen en pogen daar met het SSC aan bij te dragen. Hoe voelt iemand zich thuis? Als hij/zij kan ontmoeten, kan ontspannen, zich kan ontwikkelen en een sociale kring heeft. Je community is je thuis, overal ter wereld.”
Discussie