Schaken op het ijs met mathematische precisie
Terwijl andere studenten de middagkalmte in het SSC Sportcafé benutten om te studeren, tuurt Vera Kalocsai met oortjes in naar haar notebook. Ze kijkt naar een ‘round robin’-curlingwedstrijd. “Die moest ik even zien. In beide teams spelen bekenden van mij.” Zodra we zitten, begint de 23-jarige Hongaarse studente te verhalen met de deskundigheid van een hoogleraar curlingwetenschappen. Voor de fauteuilsporter is curling die Olympische sport met stenen, bezems en een bullseye. Voor Vera is het hogere geometrie op ijs; ze denkt niet in centimeters, maar in millimeters.
Als Matt Damon een succesvolle sequel op ‘Good Will Hunting’ wil schrijven, zou hij ‘Good Vera Kalocsai’ kunnen overwegen. Het levensverhaal van een meisje met hartstocht voor wiskunde en complexe situaties, dat haar weg zoekt in curlingland. “Mijn grootvader leerde me de leuke kant van de wiskunde ontdekken. Urenlang hebben we samen sommen gemaakt.” Het heeft haar twee curlingkwaliteiten van onschatbare waarde opgeleverd: mathematische precisie en een analytisch brein.
Vera Kalocsai | TU/e-masterstudente Innovation Management | Curling | EK A-landen | Veldhoven | Budapest, Hongarije | Topsporter
“Je bent als team niet per steen bezig; je maakt al plannen voor de hele wedstrijd. Tijdens trainingen creëren we allerlei scenario’s met steeds de vraag: ‘Wat zou je nu doen?’. Wat doe je bijvoorbeeld als team met de laatste steen, de hammer, waarmee je een end (4x2 stenen per team) compleet kunt omdraaien. In end 1 denk je daarom al na over de laatste steen in end 10.” Samen met de skip, de aanvoerder van het team, neemt een curlingteam beslissingen. “Onze skip coachte vooral op instinct, terwijl ik altijd alles ontleed. We vulden elkaar daarom perfect aan. Voor mij is curling schaken op ijs."
Met die metafoor schetst ze de kracht van curling, maar meteen ook de beperkte populariteit. Want niemand beschrijft schaken als ‘curling op een geblokt bord’. De sport is enorm in Canada, aanwezig in de VS, Scandinavië en Schotland, maar marginaal in andere landen. Het heeft Vera nooit tegengehouden. “Een oud-klasgenoot van mijn moeder opende in 2005 een curlingbaan bij ons in de buurt. Tijdens een reünie had hij iedereen uitgenodigd om kennis te maken met de sport. Mijn moeder vond het zelf niet boeiend, maar het leek haar wél iets voor mij en m’n broertje.”
Ik deed ook aerobics, maar ik ben gewoon niet zo 'girly'
Het was liefde op het eerste gezicht. Maar zoals bij iedere beginnende verliefdheid vertelt de blinkende buitenkant nooit het hele verhaal. “Ik was pas tien jaar oud. Na mijn eerste curlingervaring dacht ik: het is niet zo gemakkelijk als het eruit ziet. Na twee uur spelen ontdekte ik spieren waarvan ik het bestaan nog niet kende. Toch vond ik het leuk. Ik deed bijvoorbeeld ook aerobics, maar ik ben gewoon niet zo ‘girly’. De eerste drie jaar was ik het enige meisje in de groep, wat me extra motiveerde om mijn spel te verbeteren.”
Hoewel de curlingscene gestaag groeide aan de Donau, vervolgde Vera haar weg in curlingland in het absolute walhalla: Canada. Via een lid van de World Curling Federation kreeg ze op haar zestiende een beurs voor de Esquimalt High School in Victoria, thuishaven van de fameuze ‘Greater Victorian Curling Academy’. “Het was met niets te vergelijken. Je had in de stad zes verenigingen met elk meer leden dan beoefenaars in Hongarije. Mijn coach was Elaine-Dagg Jackson, de huidige bondscoach van het Canadese team. In zeven maanden transformeerde mijn complete curlingbeleving. Het was niet langer mijn sport, het was mijn topsport.”
Canada bood alles wat Vera wenste. Toch keerde ze na zeven maanden terug naar Hongarije. Vanuit de hemel keerde ze terug op aarde. “Mijn opleiding is altijd belangrijk voor me geweest en Hongarije weigerde mijn Canadese vakken te erkennen. Door langer te blijven, zou ik teveel achterstand oplopen. Daarbij miste ik mijn team en wilde ik hen niet in de steek laten. Gelukkig ging Hongarije het curling serieuzer aanpakken.”
Lees verder onder de foto.
Het team kreeg een coach en ging krachttraining doen. “Bij curling moet je namelijk 2,5 uur lang je evenwicht kunnen bewaren, dus leerden we onze krachten verdelen. Met een sportpsycholoog leerden we om binnen zestig seconden mentaal te herstellen van een slechte steen. Ik ga dan in mijn gedachten naar mijn happy place; een persoonlijke plek die je rust geeft. Ik raak zo mijn negatieve gevoelens kwijt en kan daardoor snel weer verdergaan.”
Hoewel Vera geniet van de topsport en toernooien - “ik vind het heerlijk om in een bubble naar één goal toe te werken” - smult ze minstens zoveel van het ‘broomstacken’. “Dat is een echte curlingtraditie. Na een wedstrijd stack je je bezem bij het haardvuur en geniet je van een social get-together met de tegenstander. In Canada gaan de oudere spelers na afloop gezellig wat eten en drinken op de club. Sport is dan nog slechts bijzaak. Over dertig jaar zie ik mezelf ook zo recreatief curling spelen. Het broomstacken maakt van curling een echte community; ik heb nu wereldwijd vrienden.”
Op het ijs ben ik thuis, dan bestaan er geen problemen
Een van die vriendschappen groeide uit tot een ware romance. Vera broomstackt nu dagelijks met de Nederlandse curlingskip Jaap van Dorp. “We kwamen elkaar vaak tegen en er was wel wat chemie, maar het duurde tot 2015 voordat de vonk echt oversloeg. Ik deed toen een Erasmusjaar aan de TU Delft. Ik wist dat hij daar studeerde, dus vroeg ik hem ‘heel toevallig’ om hulp. Toen hij naar Veldhoven verhuisde om bij ASML te werken, nodigde hij me uit voor carnaval. Ik was daar toevallig al met ESTIEM. Toen sloeg de vonk definitief over in een LAT-relatie”, vertelt ze glunderend.
Helaas heeft liefde op afstand een beperkte houdbaarheidsdatum, dus moest Vera kiezen tussen het Hongaarse team en Jaap. Op Schiphol had ze voor haar coach dezelfde mededeling als Will Hunting had voor zijn ‘coach’: I gotta go see about a boy. “Het combineren van mijn master met Europese toernooien was zwaar; donderdagavond vertrekken en dan maandag terug. In Hongarije heb je semesters, maar aan de TU/e kwartielen - dus nog meer examens! Daarbij had Jaap al een baan en heeft zijn Nederlandse team zowel sportief als financieel meer kansen. Ik wist dat ik na twaalf jaar met enorm hartzeer afscheid moest nemen van mijn team.”
Voorlopig traint Vera voornamelijk solo bij de Prins Willem Alexander Curling Club in Zoetermeer. “Dat is heel vreemd. Dan mis ik mijn team heel erg. Geen feedback, geen raising brooms, het teken van waardering voor een mooi schot.” Haar curlingisolatie is hopelijk van korte duur. “Ik ben aan het kijken of ik voor Nederland kan gaan spelen. Nederland bivakkeert in de B-groep en heeft niet zoveel speelsters, dus ben ik meer dan welkom." Als ze twee jaar lang geen wedstrijden speelt, mag ze van landenteam wisselen. Een curlingloos leven is sowieso onmogelijk voor haar. “Alles is verweven met curling, mijn relatie, mijn vrienden en mijn dagelijks leven. Op het ijs ben ik thuis, dan bestaan er geen problemen.”
Lees verder onder de foto.
De sport heeft haar al veel gebracht. Met Hongarije heeft ze op het EK in de B-groep zilver en brons gewonnen; in 2015 en 2017 nam ze deel aan het EK voor A-landen. “Curling heeft me ook helpen groeien als een persoon. Bij het solliciteren merk ik dat ze mij zien als een interessanter teamspeler. Achteraf ben ik blij dat we binnen het team dan ook regelmatig strubbelingen hadden”, zegt ze lachend. "Verder heb ik de hele wereld over gereisd, eeuwige vriendschappen opgebouwd met mijn teamgenoten en heb ik mijn vriend ontmoet: de belangrijkste persoon in mijn leven.”
Toch is het script voor ‘Good Vera Kalocsai’ nog lang niet geschreven; er komen NK’s aan, en de Olympische Spelen “blijven een grote droom” en de ideale apotheose. Wie weet zien we Vera Kaloscai namens Nederland op de Olympische Winterspelen van Beijing 2022. En anders de kinderen van Vera en Jaap? “Volgens Jaap hebben onze kinderen geen keuze; die worden geboren met ‘curling-DNA’ en zullen het waarschijnlijk gaan spelen!”
Wie meer wil weten over curling, mag Vera mailen.
Raymond Starke werkt bij het Studentensportcentrum van de TU/e, te midden van ruim dertienduizend sportkaarthouders die er frequent (of soms wat minder frequent) hun sportieve hart komen ophalen. Voor Cursor interviewt hij elke vier weken een student of medewerker over ‘de schoonheid en troost van de sport’.
Hoofdafbeelding bovenaan: © WCF / Richard Gray
Discussie