Feedback
Aan het begin van het academisch jaar is de neiging groot je alleen te richten op datgene wat gaat komen. Maar soms is het nodig terug te kijken. Aan het begin van het jaar nodig ik daarom studenten uit bij wie het afgelopen jaar om een of andere reden niet zo goed is verlopen. Een zeer nuttige exercitie vind ik, waar ook ik van leer.
‘Hoe gaat het nu met je?’, ‘Wat ga je anders doen dit jaar?’, ‘Hoe ga je het aanpakken?’. Met deze vragen tracht ik te achterhalen of een student daadwerkelijk geleerd heeft van zijn ervaringen van het jaar ervoor. Ook weet ik dan of de student in staat is om komend jaar goed te studeren. Zo sprak ik recentelijk een tweedejaars studente bij Industrial Design. Ze verzekerde mij dat ze dit jaar de basisvakken calculus en natuurkunde écht ging halen. Het antwoord op mijn vraag hoe ze dat ging doen, kwam feitelijk neer op: ‘Ik ga het beter leren’. Op dat moment hield ik haar toch even de spiegel voor. “Dat klinkt mij niet in de oren als een concreet plan. Hoe zou je dit nu praktisch in kunnen vullen?”
Regelmatig is de feedback die onze studenten krijgen van docenten over hun project, het onderwerp van gesprek. Zij noemen het ook wel 'het commentaar dat ze ontvangen hebben’. Wanneer deze feedback niet volledig begrepen wordt, verwijs ik ze door naar de desbetreffende verantwoordelijke examinator: de docent kan een duidelijke, korte mondelinge toelichting geven op de geschreven feedback. Voor de zekerheid adviseer ik hen meestal dat ze goed moeten luisteren, de feedback moeten noteren en vraag om verduidelijking wanneer dit nodig is. “Vooral niet in de verdediging gaan”, voeg ik er dan nog aan toe.
Het geven en ontvangen van feedback is wel iets dat onze studenten leren, maar het blijft moeilijk. Feedback ontvangen is tenslotte ook voor medewerkers niet altijd makkelijk. Soms voelt iemand zich persoonlijk aangevallen door de feedback die hij of zij krijgt. Het is op zich niet vreemd dat een project, waar je met hart en ziel aan gewerkt hebt, als een stukje van jezelf is gaan aanvoelen. Dit gevoel wordt nog versterkt door het feit dat we onze studenten stimuleren om bijvoorbeeld een bachelor eindproject uit te voeren dat past bij hun professionele identiteit en visie op ontwerpen. En ondanks dat, vertel ik studenten dat het project weliswaar door hen is uitgevoerd, maar dat zij niet zelf het project zíjn. Een wezenlijk verschil. “Het project kan nu mislukt zijn, maar dat wil niet zeggen dat jij mislukt bent! Dit is feedback voor een nieuw project”, vertel ik ze.
Vaak eindigt zo'n reflectiegesprek met de gedeelde conclusie dat het misschien goed is om elkaar nog een paar keer te spreken de komende tijd. Dat doe ik dan met alle plezier.
Discussie