Lenne van Schie.
door

UR | Vrouwen aan de top

04/04/2013

Al jaren is er in Nederland een probleem met vrouwen in topfuncties, ook binnen de universiteiten. Nederland scoort, vergeleken met de rest van Europa, erg laag in de hoeveelheid vrouwelijke hoogleraren. De technische universiteiten in Nederland geven hier extra aandacht aan. Bij de TU/e is dit opgenomen in het Instellingsplan 2013-2016 en het Strategisch Plan 2020. In deze plannen staat dat 20% van de hoogleraren in 2020 vrouw moet zijn. Wat voor vrouwen natuurlijk een erg positief punt is.

De TU/e probeert deze 20% te bereiken met een reeks aan maatregelen: betere communicatie, speciale tracks voor vrouwen naar de top en door verplicht te stellen dat naar inzicht van de faculteit de komende 2 jaar 50% van het aangenomen wetenschappelijk personeel vrouw moet zijn.

Deze maatregelen zijn nodig omdat het percentage vrouwen in topsectoren nu nog maar op 6% ligt, terwijl het percentage vrouwelijke promovendi op 45% ligt. Om aan de 20% vrouwelijke hoogleraren te komen, worden er mogelijk vacatures uitgeschreven waarop alleen vrouwen kunnen reageren. De kans op een baan wordt groter, maar wil je wel zo’n voorrecht hebben, wil je wel eerder aangenomen worden dan mannen? Wordt er dan nog wel voldoende op kwaliteit geselecteerd?

Deze strenge maatregelen kunnen leiden tot positieve discriminatie. Voor mij blijft overeind dat de kwaliteit doorslaggevend moet zijn, niet je sekse. Maar, zover zou ik het niet willen laten komen. Zoals de rector aangaf: “Er mag wel een beetje positief gediscrimineerd worden, vrouwen komen van ver.”

Persoonlijk zou ik zo’n functie niet aannemen zodra er niet geselecteerd wordt op je kwaliteiten. Een eerlijke sollicitatieprocedure moet volgen. Mannen moeten net zo goed als vrouwen kunnen solliciteren. Vrouwelijke rolmodellen zijn echter essentieel, vooral in topfuncties. Hopelijk zijn maatregelen zoals nu in de toekomst niet meer nodig en stromen er meer vrouwelijke promovendi door.

Deel dit artikel