door

UR | Vijftig tinten grijs

09/09/2021

‘Vijftig tinten grijs’ is de slechtste bestseller die ik persoonlijk nooit gelezen heb. De titel, samen met het verboden erotische onderwerp, blijkt een gouden combinatie, een zogeheten guilty pleasure. Volgens de reviews echter zou het lezen van dit boek ook kunnen leiden tot een eindeloos lijden - endless suffering. Dat is ook wat de vrouwelijke hoofdpersoon in het boek meemaakt. Heb jij dat wel eens meegemaakt?

Dat studenten elkaar tips geven hoe ze met een begeleider om moeten gaan: ‘Citeer iets uit het laatste paper, wordt ze blij van’, of: ‘Zeg niet dat zijn vakgebied is verouderd, want dan wordt ie kwaad en dan krijg je echt lastige vragen’.

Grijs staat voor het gewone. Het alledaagse. Het valt niet op.

Een collega promovenda is zwanger geworden. Maar hoe combineer je dat met het schrijven van een proefschrift? Gelukkig heeft ze een verlenging toegezegd gekregen in het kader van haar zwangerschaps- en bevallingsverlof. Maar die wordt afgeblazen, want het past niet binnen de regels van verlengingen, helaas. Letterlijk uitgeteld.

Wist je dat het menselijk oog maar net dertig tinten grijs kan onderscheiden?

Een schoonmaker wordt in de gang stevig toegesproken door de werkvoorbereider. Hij kijkt beschaamd naar de grond terwijl de preek maar voortduurt. Staand achter zijn schoonmaakkarretje wordt hij verder en verder in de hoek geduwd.

Als de verschillen tussen de grijstinten te klein worden, kun je ze niet meer onderscheiden. Karaktertrekken verschillen ook van elkaar en ieder heeft zijn verschillende manieren van reageren. En ook al komen ze van één persoon, we beoordelen die persoon in zijn geheel met alle ups en downs.

In een vergadering wordt een promovendus afgesnauwd. “Weet je eigenlijk wel waar je mee bezig bent!? Je bent zó dom.” Maar aan het einde van de vergadering krijgt die promovendus wel een complimentje: “Goed bezig”. De promovendus begrijpt het niet meer.

Het grijs wordt langzaam zwart, maar je kunt niet aanwijzen waar de volgende schakering begint. Ook verschillende karaktertrekken kunnen langzaam in elkaar overlopen. Verwarrend.

Tijdens de groepsvergadering wordt een opmerking gemaakt over iemands geaardheid. “Joh, je bent toch geen mietje? Oh nee, toch wel.” De aangesproken collega kijkt getergd. Zijn blik wordt weggelachen met: “Ah, een grapje, moet toch kunnen?” Je hebt het gevoel dat er iets niet in orde is, maar wat doe je ermee? Ben je verantwoordelijk, voel je je verantwoordelijk? Weet je wat je in zo'n situatie zou kunnen doen? Wat als het jou overkomt, of als je het ziet gebeuren?

De overgang van wit naar zwart gaat niet in een keer, maar geleidelijk. En je bent je er niet bewust van. Net als die kikker in die langzaam warmer wordende pan met water.

Alleen gebeurt het niet bij kikkers, maar juist bij mensen. Het is de lucht die je inademt, de sfeer die ergens heerst. Misschien zijn er voldoende momenten waarop het grijs weer naar wit kan gaan. Soms lukt je dat niet alleen. Kijk om je heen. Welke sfeer hangt er, welke cultuur is er gecreëerd? Ben je het er wel mee eens? Kan je er iets aan doen?

Praat er in ieder geval over. Misschien niet meteen op dat moment, misschien niet met de betrokkenen zelf. Maar met iemand waar je vertrouwen in hebt. Maar zet een eerste stap, want dan wordt het lichter.

PS: Ben je niet overtuigd van de (bedreigende) kracht van grijs? Lees of luister dan eens ‘The Game’ van Neil Strauss. Strauss beschrijft de technieken van pickup artists, de goede en de doortrapte. De ideale voorbereiding voor een kennismakingsperiode. Misschien aantrekkelijk voor de heren, een must-read voor vrouwen. Aan jou de keuze of het een guilty pleasure of endless suffering wordt.

Deel dit artikel