UR | Sociale quarantaine dreigt
Juni 2020. Bij de Eindhovense studenten- en sportverenigingen heerst grote ongerustheid. Zojuist werd bekendgemaakt dat de introductieweek ditmaal voor een groot deel virtueel zal zijn. Een rampscenario met tegenvallende aanmeldingen dreigt. Alles wordt uit de kast getrokken om dit te voorkomen. Maar wat blijkt, niets is minder waar. Bij de drie studentenverenigingen E.S.C, SSRE en Demos rijzen de aanmeldingen de pan uit.
Eerst dus vrees voor tegenvallende aanmeldingscijfers, maar dan blijken de inschrijvingsaantallen ongekend hoog uit te vallen. Niks aan de hand voor de verenigingen zou je denken. Maar waar komt deze plotselinge toename vandaan? Wat zegt dit over de wensen van nieuwe studenten en hoe gaat het ‘nieuwe’ studentenleven er nou écht uit zien?
Tien collega-eerstejaarsstudenten en twee ouderejaars; dat is in principe de sociale kring waarin een eerstejaars student zich bevindt na de anderhalve-meter-introductie van dit jaar. Je ontmoet dan nog wel tien andere studenten in je mentorgroepje en wellicht nog enkele bij een groepsproject, maar daar houdt het dan ook mee op. Verder is het hebben van een klik met iemand een essentieel ingrediënt van het recept vriendschap. Dus moet er maar net iemand tussen zitten met wie je het goed kunt vinden.
Kortom, geen wonder dat de eerstejaars studenten zich massaal inschrijven bij verenigingen. Het brengt voor verenigingen de grote verantwoordelijkheid met zich mee om de sociale honger van deze studenten te stillen. Of dit nu te herleiden is naar de (te) strenge aanpak tijdens de introductieweek (geen alcohol, een avondklok van 22.00 uur), of gewoon ligt aan het feit dat deze generatie studenten ‘genaaid’ is door het virus - zoals Alain Starke onlangs schreef in zijn column, laten we even in het midden.
Verenigingen doen er alles aan om de nieuwe lichting zo goed mogelijk op te vangen. Niet geheel onbelangrijk aldus de NOS, die afgelopen week een artikel hierover plaatste, dat onder meer was gebaseerd op onderzoek van Jolien Dopmeijer van het Trimbos Instituut. Volgens haar zorgt een goede start van het studiejaar voor een sociaal netwerk en dat verlaagt de kans op mentale problemen en studie-uitval.
Dus tuigen de verenigingen allerlei activiteiten op om de nieuwe studenten kennis te laten maken met het studentenleven. Het valt niet mee om een band te kweken met de vele geïnteresseerde studenten die momenteel nog op de zolderkamer van hun ouders zitten. In mijn achterhoofd hoor ik menig vader nog maar eens benadrukken hoe leuk zijn studententijd wel niet was, en dat daar de echte vriendschappen ontstaan. Hoe gaat deze generatie studenten dat aanpakken?
Voor de beginnend student zit het leven in het post-corona tijdperk vol onzekerheid. De meerderheid blijft thuis wonen, want veel is er niet te doen op onze campus. Geef ze eens ongelijk. Wat nou als komend collegejaar geen activiteiten georganiseerd mogen worden waar de eerstejaars elkaar en de rest van verenigingen kunnen ontmoeten? Dan is de ‘bonding’ bij deze ‘sociaal gehandicapte’ studenten ver te zoeken en wie zegt dat ze na een half jaar virtueel flaneren geen genoeg hebben van online pub-quizzen of vergelijkbare wanhoopspogingen tot integratie?
Hierdoor ontstaat een serieuze kans op een grote uitstroom bij de verenigingen, wellicht al tijdens het eerste jaar, omdat die simpelweg niet aan de enorme sociale honger van eerstejaars kunnen voldoen. Het is en blijft natuurlijk koffiedik kijken, maar misschien hebben we toch te vroeg gejuicht.
Discussie