UR | Samen staan we sterker
Een bekend spreekwoord zegt: ‘If you want to go fast, go alone. If you want to go far, go together.’ Gegeven de ontwikkelingen aan de TU/e zijn wij ervan overtuigd dat eenieder van ons een bijdrage zou moeten willen leveren aan de verdere ontwikkeling van TU/e. Het is voor ons allen niet een kwestie van ‘to let it happen’, maar van ‘to make it happen’.
Onze universiteit is omgeven door onzekerheid, complexiteit, vluchtigheid en ambiguïteit met veel afhankelijkheden, en wordt geregeld geconfronteerd met nieuwe wet- en regelgeving, nieuwe perspectieven op de kwaliteit van onderzoek en/of onderwijs, wetenschappelijke en maatschappelijke impact, het waarderen van onderzoek, internationalisering, samenwerking met het bedrijfsleven, sociale veiligheid, duurzaamheid, nieuwe randvoorwaarden voor de bekostiging van onderzoek en de onderzoekinfrastructuur, nieuwe wensen/eisen van studenten, nieuwe wensen van het regionale bedrijfsleven, de groei van de studentenpopulatie, een veranderende arbeidsmarkt, enzovoort.
Dit heeft niet alleen consequenties voor de TU/e als geheel, en is ‘dus’ alleen een verantwoordelijkheid van het College van Bestuur, maar ook voor de verschillende faculteiten, instituten, scholen en diensten die gezamenlijk de TU/e-organisatie vormen en voor de besturen, c.q. directies van die organisatieonderdelen en dus voor alle werknemers en studenten.
Onze universiteit kan niet meer alleen (met vertraging) reageren op ontwikkelingen, maar zal veel meer moeten gaan anticiperen op relevante ontwikkelingen. We moeten naar een organisatie (o.a. governance, management, processen en procedures) die wendbaar en weerbaar is, die effectief en efficiënt met de beschikbare middelen een maximaal resultaat weet te bewerkstellingen, die streeft naar kwaliteit en verbetering, zonder daarbij het belang van en de waardering voor de mensen uit het oog te verliezen. De TU/e moet, nog meer dan nu, een lerende organisatie worden.
De TU/e zelf is ook een redelijk complexe organisatie met faculteiten, instituten, scholen en diensten die allemaal hun eigen raison d’être hebben, maar die onderling afhankelijkheden hebben waardoor beslissingen in het ene organisatieonderdeel (onbedoeld) ook effect hebben op een ander onderdeel. Zeker bij het bepalen van strategische doelstellingen voor de TU/e als geheel is het cruciaal om in afstemming met de verschillende organisatieonderdelen tot een consistente, coherente en gebalanceerde verzameling doelstellingen te komen. Die moeten trapsgewijs weer leiden tot bijstellingen van de strategische doelstellingen van de verschillende organisatieonderdelen.
Zoals de besturen en directies van de faculteiten, instituten, scholen en diensten en ook onze studenten en de relevante medezeggenschapsorganen door het College van Bestuur worden betrokken bij het bepalen van de strategische doelstellingen, zou ieder organisatieonderdeel bij het bepalen van hún strategische doelstellingen ook medewerkers en, indien van toepassing, studenten en relevante medezeggenschapsorganen moeten betrekken. Het is natuurlijk niet haalbaar om honderden medewerkers en studenten gelijkwaardig bij dit proces te betrekken, maar ook jij kan een bijdrage leveren en niet alleen als lid van een medezeggenschapsorgaan.
De afgelopen jaren hebben we gezien dat onze organisatie vooruitgang heeft geboekt bij het formuleren van en werken met strategische doelstellingen. Als universiteit hebben we een visie bepaald en een langere-termijn-strategie in lijn met onze missie en waarden. Deze strategie is deels geoperationaliseerd in een verzameling strategische doelstellingen met specifieke prioriteiten en in het Instellingsplan 2020-2025. Voor de komende drie tot vijf jaar zouden die strategische doelstellingen binnen alle faculteiten, instituten, scholen en diensten vertaald moeten worden naar meer concrete doelstellingen met expliciete maatregelen, metrieken, streefwaarden en prioriteiten.
Dat moet gebeuren met een menselijke maat. Elke maatregel daarbij moet SMART - specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdsgebonden - zijn. Uiteindelijk moeten de maatregelen niet alleen leiden tot de verwachte output, maar ook tot het verwachte effect van het gebruik van die output. Het theoretisch ‘behalen’ van een student-staf ratio van 17:1 wil nog niet zeggen dat studenten die beoogde hoeveelheid persoonlijke aandacht ook daadwerkelijk krijgen.
Dit is dus niet een kwestie van het College van Bestuur, maar van alle faculteiten, instituten, scholen, en diensten; een kwestie van ons allemaal, medewerkers en studenten. Zorg dat je gehoord wordt!
Hoofdfoto | Smile Photo / Shutterstock
Discussie