UR | Flexstuderen in 2023
Acht uur ’s avonds. Ik laat mezelf nog even uit. Dit laatste uurtje buiten gebruik ik om na te denken over de column die ik zo ga schrijven over flexstuderen, beter bekend als ‘betalen per studiepunt’. Het afgelopen jaar hebben studenten al aan den lijve ondervonden wat flexwerken kan inhouden. Dit nieuwe wets(flex)voorstel moet, als het aan de Tweede Kamer ligt, in 2023 voltooid zijn.
Flexstuderen komt erop neer dat een student betaalt per studiepunt. Het huidige leenstelsel faciliteert alleen maar studenten die betalen voor een volledig academisch jaar. Betalen per studiepunt wordt gestimuleerd vanuit een bepaalde filosofie: studenten betalen per vak dat ze volgen, vergelijkbaar met een telefoonabonnement waar je ook enkel betaalt voor de gebruikte MB’s en niet voor de 5000 MB die je had kunnen gebruiken. Wie wil dat niet, zou je denken?
De Tweede Kamer heeft flexstuderen opgenomen in haar Strategische Agenda, wat betekent dat het vanaf het collegejaar 2023-2024 wettelijk wordt verankerd. Dat, wanneer de pilot die eind dit jaar afloopt, positief wordt beoordeeld. Er wordt namelijk al sinds 2017 mee geëxperimenteerd op de universiteiten in Amsterdam, Utrecht en Tilburg. Het doel: kijken of deze vorm van collegegeld betalen leidt tot een toegankelijker aanbod, een betere combinatie van studie- en nevenactiviteiten, meer ontplooiingsactiviteiten en minder uitval. Met het aannemen van deze motie lijkt het onderwijs een fundamentele afslag te gaan nemen.
De gevolgen daarvan voor studenten klinken veelbelovend. Onlangs kwam adviesbureau Berenschot, in opdracht van de minister van OCW, met een verkennend rapport. De uitkomst: als flexstuderen wordt aangeboden aan een kleine doelgroep is het voor instellingen (financieel) relatief goed uitvoerbaar. Ingeval van grotere doelgroepen heeft het ingrijpende (financiële en organisatorische) gevolgen voor de hoger onderwijsinstellingen, DUO en Studielink. De bekostigingssystematiek van het Hoger Onderwijs zal flink op de schop moeten om de gevolgen van het flexstuderen op te vangen. Aan de andere kant bestaat er ook een kans dat méér studenten gaan studeren als gevolg van het invoeren van flexstuderen, wat leidt tot méér inkomsten.
Bij groen licht gaat dit vooral voordelig uitpakken voor studenten die een eigen onderneming runnen, mantelzorger zijn, full- of parttime bij een studententeam zitten, of andere nevenactiviteiten hebben. Die niet worden gecompenseerd door een instrument als een Profileringsfonds. Deze relatief kleine doelgroep heeft op dit moment veel baat bij flexibel onderwijs.
De (avond)klok heit bijna negen uur, dus moet ik me huiswaarts haasten. Al met al ziet het er naar uit dat het flexstuderen positief beoordeeld gaat worden door de minister. Daarmee bestaat er een grote kans dat studenten vanaf 2023 alleen nog betalen voor de studiepunten die je denkt te behalen in plaats van de volle mep. Voor de 'gemiddelde' student verandert er waarschijnlijk weinig. Maar voor een ambitieuze, ondernemende en/of zorgdragende student heeft dit financieel een behoorlijke impact.
En de onderwijsinstellingen? Die zullen bij invoering voor een kleine doelgroep nauwelijks hinder ondervinden, op wat administratief ‘geflex’ na dan.
Discussie