UR | Collegezalen; een schaars goed
Het groeiend aantal studenten aan de TU/e wordt natuurlijk toegejuichd door de universiteitsraad. Er is echter wel een aantal organisatorische zaken die aandacht vragen, zoals het aantal beschikbare collegezalen en docenten. Dr. Allard Kastelein van de Personeelsfractie in de U-raad reageert op de stelling 'De faciliteiten van de TU/e stellen grenzen aan de groei'.
Iedereen aan onze universiteit is natuurlijk verheugd over het groeiend aantal studenten dat gekozen heeft voor onze onvolprezen bachelor-, master- en ontwerpopleidingen. Bij de opleidingen liggen talloze uitdagingen om het onderwijsprogramma en de invulling daarvan ook dit nieuwe collegejaar weer in goede banen te leiden.
Tot nu toe heeft men die organisatorische uitdaging goed weten te klaren. Er zijn echter ontwikkelingen die die opgave aanzienlijk bemoeilijken. Denk aan de verbreding van het bachelorprogramma, de uitbreiding van het aantal vakken, de faculteitoverstijgende onderwijsprogrammering, de intensivering van het onderwijs, de toegenomen variatie in groepsgrootte en de grotere aantallen studenten.
Op zich is daar niets mis mee, maar er staat wel tegenover dat bijvoorbeeld het aantal docenten en het aantal beschikbare collegezalen gelijk is gebleven. Op dat laatste punt wil ik graag nader ingaan. Naar mijn oordeel zou het passend zijn als in een vijfdaagse werkweek voor elke student, voor elke docent en voor elk vak geschikte onderwijsruimten beschikbaar zijn. En dan bij voorkeur binnen de normale kantooruren.
Hier begint het echter te wringen en tekenen zich problemen af. We kunnen niet meer garanderen dat elke student een zitplaats heeft in de zaal waar de docent het college verzorgt. Dan moet je het in zo’n geval doen met een videoscherm in een aanpalende zaal. De grenzen om binnen de TU/e studenten en docenten nog passende ruimte te kunnen bieden, lijken bereikt. Er zijn bijvoorbeeld maar twee zalen beschikbaar met driehonderd zitplaatsen.
Het hele rooster is ook niet meer in te passen binnen de normale kantooruren. Dit studiejaar zullen avondcolleges worden ingeroosterd op het 9e en 10e uur en staan er tentamens gepland op zaterdagen. Op 1 november moet het rooster voor het tweede semester klaar zijn. Dat zal helemaal een lastige opgave worden met veel onzekerheden over de groepsgrootte per vak. De universiteitsraad gaat dit proces nauwlettend volgen en zal zich inzetten voor een toereikende beschikbaarheid van passende onderwijsruimten.
Discussie