Het is een belangrijk thema waar zowel de gemeente Eindhoven als de universiteit zich veel mee bezighoudt. Wonen in de stad waar je studeert voegt namelijk veel extra’s toe aan iemands studententijd. Het geeft studenten de mogelijkheid om zich meer te ontwikkelen op sociaal vlak. Denk bijvoorbeeld aan vriendschappen via de onderwijsinstellingen hier, maar ook zelfstandigheid. Vanuit veel studenten blijft er vraag naar extra studentenhuisvesting. Afgelopen introductie sprak ik bijvoorbeeld een student die in Venlo op kamers zat omdat er simpelweg nergens anders iets vrij was. Op nationaal niveau wordt Eindhoven aangewezen als stad waar het erg moeilijk is om een kamer te vinden. Met een gemiddelde wachttijd van ongeveer vijf jaar, is de situatie in Eindhoven nijpend. Als je na vijf jaar eindelijk huisvesting hebt, ben je klaar met je studie.  

Met de voorspelde groei van de universiteit, maar ook met die van de stad Eindhoven, is wachten niet de oplossing. Er zal specifiek meer woonruimte voor studenten vrijgemaakt moeten worden om dit op te lossen. Eén van de grote vraagstukken voor de stad blijft echter waar deze woningen moeten komen. Verschillende mensen in de gemeenteraad zijn van mening dat de TU/e zelf grond vrij moet maken op de campus, zodat derde partijen zoals Vestide daar studentenwoningen kunnen bouwen. Het zijn tenslotte voornamelijk onze studenten die hier komen wonen en het is de TU/e die wil uitbreiden. De gemeente is echter zelf ook druk bezig met het zoeken naar opties voor huisvesting en geeft af en toe nieuwe vergunningen uit voor leegstaande panden. 

Bij de universiteit wordt veel buiten de campus gezocht naar plekken voor studentenhuisvesting. Zo zijn er twee fulltime medewerkers die zich bezighouden met het zoeken van opties voor nieuwe studentenwoning. Ook zit de universiteit samen met de gemeente en andere onderwijsinstellingen om de tafel om verschillende oplossingen te zoeken. De universiteit zelf vindt echter ook dat de nog beschikbare grond belangrijk is voor eventuele andere doeleinden in de toekomst en dat de gemeente meer de verantwoordelijkheid zou moeten nemen om extra studentenhuisvesting te creëren.  

Ook vanuit studenten zelf verschillen de meningen. In de stad wonen kan verschillende voordelen hebben, zoals een groter huis, meer vrijheid, en dichterbij andere faciliteiten. Het wonen op de campus biedt daarentegen de kortste reistijd en veel flexibiliteit tussen studeren en thuis zijn. 

Om het huisvestingsprobleem op te lossen zal er op korte termijn hoe dan ook meer gebouwd moeten worden. De universiteit in samenwerking met Vestide heeft laten zien met de nieuwe torens dat dit binnen korte tijd kan. Maar is er nog ruimte beschikbaar op de campus voor studenten en willen er meer studenten op de campus wonen? Binnen de universiteitsraad is dit een gespreksthema, maar waar nog weinig besluiten over genomen zijn. Daarom is het van belang dat studenten hun stem laten horen en met leden van de universiteitsraad bespreken wat zij belangrijk vinden. Afgelopen jaar was ik voorzitter van de campuscommissie binnen de UR. Mijn termijn zit er nu echter op, dus is het de beurt aan jullie om mee te praten over dit belangrijke onderwerp. 

Zou het goed zijn als de universiteit het voortouw neemt en campusgrond vrijgeeft voor nog meer studentenwoningen? Niet alleen gaat de campus daardoor veel meer leven en zal er ook in het weekend meer activiteit zijn, maar ook laat de universiteit zien dat studenten van harte welkom zijn in Eindhoven en dat het goed is om in de stad te wonen waar je studeert. Of moet de gemeente snel laten zien hoe veel het om zijn studenten geeft en ruimte vrijmaken voor een groot aantal extra studentenwoningen om meer studenten naar Eindhoven te trekken? Wij horen het graag. 

Mart de Bruijn is student werktuigbouwkunde, en was van september 2023 tot en met augustus 2024 lid de fractie van Groep-één in de universiteitsraad. De Bruijn schrijft deze column op persoonlijke titel.