Bezuinigingen: TU/e moet terug naar de essentie
Gedwongen door het regeerakkoord moet de TU/e bezuinigen, net als alle andere universiteiten. Academici leken zelden zo eensgezind in hun verzet, maar zijn deze bezuinigingen werkelijk zo nadelig? Het aanhalen van de broekriem is misschien wel een noodzakelijke stap om de universiteit terug te brengen naar haar essentie: onderwijs en onderzoek.
Ik zit met mijn huisgenoten aan tafel bij het avondeten, denkend aan hoe ik mijn opiniestuk wil aansnijden. Ondertussen voeren ze een discussie over gezegdes, die bij ons in de woonkamer verboden zijn, tenzij ze vervormd worden. In mijn hoofd ben ik bezig met mijn beoogde onderwerp; de kabinetsbezuinigingen op onderwijs en wetenschap. Ik heb nog mijn twijfels of dit onderwerp wel prikkelend genoeg is voor een column in een online universiteitsblad. Om in de thematiek van de discussie van mijn huisgenoten te blijven; een column die enkel preekt voor eigen parochie, is zinloos.
Preken voor eigen parochie; dit gezegde blijft in mijn hoofd hangen als ik terugdenk aan Momentum van afgelopen maand. Letterlijk en figuurlijk observeer ik de situatie vanaf een afstandje. Een groep academici viert zichzelf tijdens een prijzig feestje en deelt voor duizenden euro’s aan prijzengeld uit aan de beste professoren en studenten, gevolgd door een oproep om boe te roepen richting Den Haag en haar bezuinigingsplannen, waar luidkeels gehoor aan wordt gegeven. Zou dan niemand binnen deze ‘parochie’ zien waarom een groot deel van onze landgenoten vindt dat het wel wat minder mag op de universiteiten? En is de broekriem aantrekken juist niet iets wat we op de TU/e nodig hebben om weer tot de kern te komen?
Een groot deel van de aanwezige afgestudeerden zijn internationals, die met hulp van de Nederlandse staatskas hier hun studie kunnen genieten. Na de studie zal het gros binnen een paar jaar weer uit Nederland vertrekken, zonder substantieel deel te hebben genomen aan onze arbeidsmarkt, maar wel na bij te hebben gedragen aan het nog krapper worden van de huizenmarkt.
Het aantal diversity-officers op universiteiten neemt jaarlijks toe en alhoewel we hier gelukkig nog geen UvA zijn, is ook op onze campus politiek activisme in opkomst.
Afgelopen jaren zijn er vele miljoenen aan belastinggeld in onderwijs gestoken, zonder dat er sprake is van een meetbare kwaliteitsverbetering. Wel is de TU/e, wellicht mede dankzij deze investeringen, tegenwoordig rijk aan diverse ‘coaching experts’, ‘skillslab-ambassadeurs’, ‘gildeleiders’, ‘careercoaches’ en ‘trainers’. Workshops als ‘mindful studying’ en ‘contract and salary negotiations’ worden door deze coaches aangeboden. Niet direct een impuls voor het academisch onderwijs, toch? Bovendien lijkt de TU/e zichzelf met laatstgenoemde workshop ook in de voet te schieten gezien de huidige bezuinigingen ;).
Een ander typerend beeld voor de huidige situatie is wellicht het functioneren van ons nieuwe financiële systeem: Unit4. De ophoping van duizenden achterstallige betalingen en projectleiders die geen toegang hebben tot een urenoverzicht van hun medewerkers, wekt niet direct de indruk dat de TU/e haar financiële zaken volledig op orde heeft.
Terug naar het avondeten in mijn studentenhuis. Iedereen is ondertussen uitgegeten. De discussie over gezegdes heeft plaatsgemaakt voor een discussie over wie de afwas mag doen.
‘De tering naar de nering zetten’ is een gezegde dat bij ons aan tafel nog niet ter sprake was gekomen, maar wel een toepasselijke uitspraak voor wat de TU/e te wachten staat. Hoewel ik persoonlijk ook liever minder bezuinigingen had gezien op (bèta)universiteiten, dwingen tijden van crisis ons om prioriteiten te stellen, overbodige zaken weg te snijden en terug te keren naar de essentie van de TU/e: kwalitatief hoogwaardig onderwijs en onderzoek.
Thijs Schoenmakers is student Biomedische Technologie aan de TU/e, en is als fractievoorzitter van DAS lid van de Universiteitsraad. Schoenmakers schrijft deze column op persoonlijke titel.
Discussie