Tussen de oren | Reisgenoten
Een aantal jaar geleden gaf ik een oude vriend een boek van Robert Louis Stevenson cadeau: 'Travels with a Donkey in the Cévennes', gepubliceerd in 1879. Stevenson, bekend als auteur van Treasure Island en Dr. Jekyll and Mr. Hyde, doet in deze klassieker van de ezelliteratuur verslag van een voettocht door het prachtige en ruige deel van Zuid-Frankrijk, vergezeld door een muisgrijs ezeltje “niet veel groter dan een hond”. Mijn vriend heeft een groot hart voor ezels (ongetwijfeld een van de redenen dat hij mij in zijn leven tolereert) en droomt ook van een dergelijke reis.
Al in de vroege middeleeuwen gingen geletterde monniken op reis met een ezel als lastdier om hun boeken te dragen. Deze monniken waren de wetenschappers van hun tijd, ofschoon hun boodschap er doorgaans niet een van empirische kennis en verlichting was, maar een van openbaring, godsvrees en devotie. Ondanks hun prominente rol in de Bijbel, kwamen ezels er in die tijd een beetje bekaaid vanaf - ze werden als domme, koppige en lelijke dieren gezien, soms zelfs kwaadaardig.
Onterecht, want ezels zijn juist buitengewoon vriendelijk, nieuwsgierig en intelligent, en een stuk robuuster dan paarden in slecht weer of op moeilijk begaanbare paadjes. De reputatie van halsstarrigheid dankt de ezel aan het feit dat het geen vluchtdier is, zoals een paard, maar dat het bij angst of stress juist compleet verstart. Geschreeuw, gesjor of een pak rammel heeft dan geen enkele zin - kalme geruststelling en het vertrouwen zien terug te winnen werken het beste. Vriendelijk, intelligent, eigenwijs, betrouwbaar, maar niet goed reagerend op druk of dwang - ik herken hier wel een paar mensen uit mijn omgeving in.
Airbus in plaats van ezel
Ook voor de wetenschappers van onze tijd hoort reizen erbij. De ezel is (helaas) vervangen door een trein of een Airbus, en het pakket boeken (wederom helaas) door een laptop of iPad. Ik mocht vorige week op reis naar Montreal in Canada, voor de internationale CHI 2018-conferentie: een bijeenkomst voor wetenschappers en ontwerpers die de interactie tussen mensen en computers bestuderen en vormgeven.
Bij computers moet u niet meer denken aan die zwarte doos met toetsenbord en scherm op het bureau, maar vooral aan slimme robots, virtual reality, kunstmatige intelligentie, wearables, zelfrijdende auto’s, e-Health apps, enzovoorts. Zo’n 3.500 mensen van over de hele wereld kwamen hier bij elkaar om kennis uit te wisselen, hun werk te presenteren, plannen voor onderzoek te maken of gewoon bij te praten. De TU/e, en vooral de faculteit Industrial Design, had hier een ijzersterke aanwezigheid met twaalf full papers op het programma en heel veel workshops, demonstraties en casestudies. Een prestatie van formaat, die op veel respect kon rekenen van onze internationale collega’s.
Intellectueel bijgetankt
Inmiddels ben ik weer thuis, fysiek wat uitgeput door jetlag en slaaptekort, maar intellectueel bijgetankt. Ondanks de overwegend hoge kwaliteit van de presentaties en papers heb ik toch het gevoel dat de werkelijke waarde van zo’n reis niet ligt in kennis, maar in connectie - de vele boeiende en warme interacties met collega’s en vrienden. Zoals Stevenson in de inleiding van zijn Travels with a Donkey in the Cévennes schrijft: “But we are all travellers in what John Bunyan calls the wilderness of this world-all, too, travellers with a donkey: and the best that we find in our travels is an honest friend. He is a fortunate voyager who finds many. We travel, indeed, to find them.”
Wijnand IJsselsteijn | hoogleraar Cognition and Affect in Human-Technology Interaction
Discussie