Illustratie | Sandor Paulus
door

Tussen de oren | Potje met vet

19/04/2017

Docenten denken regelmatig samen na over onderwijs, onderwijsvernieuwing, over wat werkt, wat beter kan, beter moet. De laatste tijd praten we ook vaak over wat sneller kan en moet.

Zo spraken we vandaag over rubrics. Een rubric is een beoordelingsinstrument om docenten te helpen complexe competenties te evalueren. Vaak bestaat zo’n rubric uit een lijst deelvaardigheden met een bijbehorende beschrijvende schaal met behaalde competentieniveaus. Vroeger had je dat niet, dan gaf je gewoon een cijfer op ervaring of buikgevoel, maar ook wij leren bij. Rubrics kunnen studenten inzicht verschaffen over wat er van ze verwacht wordt en voor docenten vormen ze een goed instrument om werkstukken op een gestructureerde, bijna objectieve, en ook efficiënte manier te becijferen.

Ik gebruik dus ook rubrics. Ik vul ze braaf in na projecten en koppel terug aan studenten welk cijfer ze behaald hebben, met kruisjes op de juiste plekken om dit oordeel te onderbouwen. Met dat oordeel is het vak afgelopen en valt het boek dicht. Een beetje jammer ook: het definieert het eind van onze reis. Maar ik gebruik ze dan ook alleen aan het eind van de rit.

Tijdens een project werk ik anders: ik kijk, ik luister, stel vragen, geef feedback op proces, op schrijfproducten. Ik benoem natuurlijk wat in mijn ogen goed gaat en wat niet, maar vraag ook naar de eigen beleving. Ik denk na over hoe ik een student of groepje studenten het best vooruit help of meer kan uitdagen. Dat is iets heel persoonlijks en gaat over ons pad naar iets goeds, moois of bijzonders, niet het eind van die tocht.

We hebben samen besloten tot burgerlijke ongehoorzaamheid

Tussen het becijferen van werkstukken en tentamens door voer ik deze weken ook menig jaargesprek met medewerkers. Daarvoor is een nieuw formulier ontworpen. Naast de gespreksonderwerpen die voorbij horen te komen en ruimte voor zowel medewerker als leidinggevende om daarop te reflecteren, prijken er sinds dit jaar beoordelingsschaaltjes per deelcompetentie op het formulier. Maar dat wringt in mijn hoofd: een jaargesprek zie ik als een begeleidingsgesprek, geen beoordelingsgesprek. Als ik het niet goed deed, moet ik dat daar horen, maar het gesprek moet ook gaan ook over dromen, ambities en hoe die te bereiken. Samen. En dus wil ik geen rubric, geen cijfer - geven noch krijgen.

En ik heb toffe collega’s: we hebben samen besloten tot burgerlijke ongehoorzaamheid in deze. Onze reis zit er nog niet op en we gaan nog niet naar huis. Potje met vet!

Yvonne de Kort is hoogleraar Omgevingspsychologie bij Human-Technology Interaction

Deel dit artikel