Tussen de oren | I stand corrected
Laatst zat ik in het MetaForum. Tussen twee afspraken door dacht ik daar snel wat nakijkwerk te doen, maar in plaats daarvan ontspon zich een stukje TU/e-folklore waar ik tot dat moment geen weet van had. Ik zat aan één van de lange tafels naast de trap van de kantine én het was 11.00 uur - zo’n punt waarop tijd en ruimte samenvallen.
De lege plaatsen aan mijn tafel oefenen grote aantrekkingskracht uit op studenten die in groepjes neerstrijken voor overleg. Steeds weer komen er mensen aan mijn tafel zitten; pratend, grabbelend in tassen, totdat één van hen onverdacht een laptop op tafel legt.
En dan gebeurt het: nog voordat het scherm volledig open is, wordt de betreffende student kordaat terechtgewezen door een bewaker: aan deze tafels géén laptops tot 14.00 uur, ze zijn gereserveerd voor lunch. ‘Maar dat had je kunnen weten, want het staat hier heel duidelijk’, klinkt het steeds. De studenten mompelen wat en druipen gezamenlijk af, keer op keer.
Mij wordt het standje bespaard - vanwege mijn leeftijd, of omdat ik mijn nakijkwerk op papier doe - en ik zie het schouwspel met stijgende verbazing aan. De gelijkenis in het gedrag van die clubjes studenten: bijna een serieel uitgevoerd simultaanballet. Maar vooral: de onverzettelijkheid van deze bewaker.
Het moet vreselijk zijn om steeds te moeten bestraffen
‘Gaat dat hier de hele middag zo?’, durf ik na een tijdje te vragen, zodra ik me ervan verzekerd voel dat ik niet op mijn vingers getikt ga worden. ‘Ja, iedere dag, de hele lunch.’ De bewaker blijkt een heel aardige man. ‘Nou, dat lijkt me nou niet het leukste element van uw baan’, hoor ik mezelf invoelend zeggen. Ik heb het met hem te doen. Het moet vreselijk zijn mensen steeds te moeten bestraffen en frustreren in hun plannen. Om depressief van te worden.
Ik had er niet verder naast kunnen zitten. ‘Hoezo? Ik doe dit heel graag’, verzekert de man me verbaasd. ‘Onze mensen moeten ook kunnen lunchen tenslotte. En zij moeten leren zich aan regels te houden. Ik heb hier een opvoedkundige functie.’ Hij legt me uit dat dit de kern van zijn werk is, de baan die hij tientallen jaren geleden gekozen heeft.
Ik geef college over het fenomeen Theory of Mind: de vaardigheid om de gedachten, gevoelens, en intenties van anderen te kunnen inschatten. Het is een vaardigheid die belangrijk is in het sociale verkeer en waar bijvoorbeeld mensen binnen het autismespectrum moeite mee kunnen hebben. Theory of Mind - je zou haast kunnen zeggen dat dat als psycholoog zo’n beetje mijn vak is. Maar hier leer ik mooi dat ook ik het grondig mis kan hebben. Word ik dus toch nog op mijn vingers getikt.
Yvonne de Kort is hoogleraar Omgevingspsychologie bij Human-Technology Interaction
Discussie