TUssen de oren | Faal!
In het universitaire leven zijn we erop op gebrand om maximale prestaties te leveren. We werken met een oog op goede visitatiescores, studentenevaluaties, tentamenresultaten. Publicaties in journals met veel impact. Een hoge h-index. Publish or perish. We zijn trots wanneer onze universiteit bovenaan de lijstjes prijkt - beste universiteit van Nederland, meeste publicaties samen met de industrie, en meer van zulks moois. De waardering voor deze prestaties ligt besloten in promoties, periodieken, predicaten, en prijzen. Loon naar werken.
In zo’n cultuur is fouten maken of falen niet echt een aantrekkelijke optie. De druk om te presteren is voelbaar, en fouten worden vaak als een teken van incompetentie beschouwd - iets om je voor te schamen, te ontkennen, en weg te moffelen. Uit angst voor de sociale variant van pek en veren. Maar in ieder afgewezen onderzoeksvoorstel, mislukt experiment, en verprutst tentamen schuilt een gelegenheid om te leren.
Psycholoog Arjan van Dam schrijft in zijn populair wetenschappelijke boek ‘De kunst van het falen’ over de averechtse effecten van een sterke prestatie-focus op scholen, in teams, of in organisaties. Wanneer er een nadruk ligt op prestatiedoelen - op het verkrijgen van een positieve beoordeling van je competenties, dan wel het vermijden van een negatieve beoordeling - raken mensen eerder gestressed, angstig, moedeloos en depressief. Ligt de nadruk daarentegen op leerdoelen - de mogelijkheden om je competenties te vergroten, om te leren -, dan worden creativiteit en innovatie geprikkeld. Paradoxaal genoeg blijkt het stellen van leerdoelen tot betere prestaties te leiden dan prestatiedoelen.
“Omarm je fouten, eigen ze toe”
Het maken van fouten is een essentieel onderdeel van het leerproces, en dat houdt niet op na het afstuderen, de promotie, of de inauguratie. De kunst van het falen is om fouten te maken zonder dat dit je vertrouwen in eigen kunnen of je motivatie aantast. Angst om te falen is een slechte raadgever. Omarm je fouten, eigen ze toe, houd ze op alle mogelijke manieren tegen het licht, en ga gewapend met die frisse, nieuwe inzichten weer onverdroten verder. Vergeet ook vooral niet je faalervaringen te delen met anderen. Geloof me, niemand maakt sneller vrienden dan degene die zijn foutjes in geuren en kleuren uit de doeken doet. En, om met Salvador Dali te spreken: ‘Heb geen angst voor perfectie. Dat zul je nooit bereiken’. Dat vind ik dan wel weer een geruststellende gedachte.
Wijnand IJsselsteijn | hoogleraar Cognition and Affect in Human-Technology Interaction
Discussie