TUssen de oren | De eerste wet van de geografie
In de vorige Cursor berichtte Tom Jeltes over de tijdelijke fysieke versnippering van Technische Natuurkunde en beschreef hij de uitdaging voor decaan Gerrit Kroesen zijn kudde bijeen te houden in deze diaspora. Tom vatte het gevoelen van de medewerkers samen als ‘Ze vragen zich wel eens weemoedig af hoe het hun collega’s op andere locaties vergaat, maar de kamers zijn comfortabel”.
Dit deed mij denken aan Tobler’s Eerste wet van de geografie: ‘Everything is related to everything else, but near things are more related to each other’. Deze beschrijft een algemeen principe dat ook sterk opgaat wanneer we sociale interactie beschouwen. Zo sterk zelfs dat het een stempel drukt op met wie wij samenwerken en publiceren.
Wat bepaalt of wij een collega-onderzoeker uitnodigen met ons te werken? Is dat het resultaat van een gedegen reflectie op zaken als het hebben van gedeelde interesses en complementaire expertise, en het gegeven dat je goed met elkaar kunt sparren? Nou, decennia aan onderzoek laten zien dat de werkelijkheid wat banaler in elkaar zit.
Robert Kraut, een Amerikaanse sociaal psycholoog, deed hier in de jaren negentig heel wat onderzoek naar. Hij vond dat de kans dat twee wetenschappers samenwerken drastisch daalt wanneer zij zelfs maar op een andere verdieping hun werkplek hebben. De kans dat zij met elkaar over werk praten, neemt exponentieel af met het toenemen van de afstand tussen hun werkplekken. Bovendien geldt dat hoe meer mensen interacteren, hoe meer men elkaar mag. En omdat we liefst samenwerken met mensen die we mogen, verhoogt dan weer de kans op samenwerking.
Kraut stelde het al in 1988: wetenschap is een fundamenteel sociaal proces. De gebouwen waarin wij werken, scheppen de kaders voor dat sociale proces. Fysieke nabijheid beïnvloedt zowel de kwantiteit als de kwaliteit van onderlinge communicatie en daarmee van samenwerking. Het langdurig uiteenrijten van een gemeenschap kan dus heel serieuze gevolgen hebben voor de interne synergie. Net zoals overigens het te dicht opeen pakken van collega’s in een kleine ruimte, een uitdaging die voor deze decaan wellicht ook nog in het verschiet ligt. Maar daarover later meer…
Yvonne de Kort is universitair hoofddocent Omgevingspsychologie.
Discussie