TUssen de oren | Bèta’s met ballen
Niet lang geleden hielden mijn vrouw en ik onze vier zoons tijdens het ontbijt een bekend raadseltje voor: Een vader en zijn zoon zijn betrokken bij een ongeluk. De vader is op slag dood en de zoon belandt in het ziekenhuis. In de operatiekamer aangekomen roept de chirurg: “Ik kan deze jongen niet opereren want hij is mijn zoon!”. Hoe kan dat?
Eerste vraag van onze kinderen: was het een homo-stel? Antwoord: nee. Een stiefvader dan? Wederom: nee. Peinzende blikken volgden. Na enige stilte vroeg onze oudste zoon (ik verzin dit niet): Misschien had de chirurg een transgenderoperatie ondergaan? Antwoord: Neeeeee! De verontwaardiging bij mijn vrouw begon dreigende vormen aan te nemen alvorens onze kleine heren erachter waren dat de chirurg in kwestie de moeder van de gewonde zoon moest zijn geweest.
Het is interessant dat de meesten van ons, wanneer we het woord ‘chirurg’ tegenkomen, meteen een man voor ons zien. Dit heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat lange tijd de meeste chirurgen ook daadwerkelijk mannen waren, maar dankzij die availability-bias (soms vertaald met beschikbaarheidsheuristiek of beschikbaarheidsvalkuil) van het menselijk geheugen, maken we automatisch ook de impliciete aanname dat vrouwen geen chirurg kunnen zijn. Het komt simpelweg niet in ons op.
Bèta-vrouwen hebben meer ballen nodig dan mannelijke evenknie
Tot op zekere hoogte is dit lot ook de bèta-vrouw beschoren. Recent onderzoek onder ruim 350.000 proefpersonen uit 66 landen, gepubliceerd in het Journal of Educational Psychology, laat zien dat mensen bij een bètawetenschapper automatisch aan een man denken. Zelfs in een land als Nederland, dat over het algemeen wel hoog scoort op seksegelijkheid, leeft dit stereotype idee. Het probleem hiermee is dat meisjes en vrouwen, wanneer ze een mogelijke bèta-carrière voor zich zien, allerlei impliciete weerstanden in hun omgeving én in zichzelf moeten overwinnen. Om als vrouw bèta te kiezen, heb je dus meer ballen nodig dan je mannelijke evenknie.
Ondanks dat we ons op de TU/e flink inzetten om meisjes te enthousiasmeren voor een bèta-opleiding, en om een meer evenwichtige man-vrouwverhouding op de werkvloer te realiseren, maken we toch ook nog steeds makkelijk uitglijders. Recent voorbeeld: het voorlichtingsfilmpje ‘Wat is kennisvalorisatie?’ van het TU/e Innovation Lab. In een animatie over het naar de markt brengen van wetenschappelijke kennis tel ik iets meer dan 50 poppetjes -onderzoekers, managers, financiers, subsidiegevers, ondernemers- allemaal mannetjes. Op één na dan - de secretaresse. Maar goed, misschien had zij net een transgenderoperatie achter de rug.
Wijnand IJsselsteijn | hoogleraar Cognition and Affect in Human-Technology Interaction
Discussie