Illustratie | Sandor Paulus
door

Tussen de oren | Ada en Eva

13/11/2017

De allereerste computerprogrammeur was een vrouw. Augusta Ada King-Noel (geboren Byron), gravin van Lovelace, leefde in Engeland in de eerste helft van de 19de eeuw. Het was een tijd dat het voor vrouwen bepaald niet vanzelfsprekend was om hoger onderwijs te volgen, of om zichzelf professioneel te ontplooien - en al zeker niet in de exacte wetenschappen.

Ada Lovelace had een talent voor wiskunde, dat ze overigens te danken had aan haar moeder. Als lid van de Londense gegoede stand kwam Ada in aanraking met diverse wetenschappers, onder wie Charles Babbage, geestelijk vader van de eerste mechanische computer, de Analytical Engine. Ofschoon die Engine tijdens Ada’s leven nooit werd gebouwd, schreef ze er wel een algoritme voor - het eerste algoritme ooit voor een computer geschreven.

Recentelijk was het Ada Lovelace Day - een dag waar, internationaal, extra wordt stilgestaan bij de prestaties van vrouwen in de exacte wetenschappen. Die extra aandacht is helaas geen overbodige luxe, want het blijft uitzonderlijk om als vrouw in de exacte wetenschappen carrière te maken. Daardoor missen we kansen - niet alleen in aantallen ingenieurs waar onze Brainportregio zo om zit te springen, maar ook in verscheidenheid en kwaliteit.

Diversiteit gaat niet om gelijkaardigheid

Sinds 1 september dit jaar is professor Eva Demerouti aangesteld als Chief Diversity Officer aan de TU/e. Diversiteit gaat om gelijkwaardigheid - zeker - maar niet om gelijkaardigheid. Het zijn juist de verschillen tussen mensen, achtergronden, opvattingen en benaderingen die het interessant maken om samen te werken, om van elkaar te leren, en samen tot een beter begrip te komen van de wereld en onze plek daarin. Diversiteit gaat dan ook veel verder dan gelijke kansen op de werkvloer - het gaat om een bredere sensitiviteit en waardering voor andersdenkenden, een erkenning dat niet iedereen is zoals jijzelf bent, en dat dat verschil ertoe doet. Ook, en misschien zelfs juist, wanneer we denken te handelen in ‘objectieve’ wetenschap of ‘neutrale’ technologie. Diversiteit komt tot uiting in de woorden en beelden die we gebruiken in onze papers en tijdens colleges, in de framing van onze onderzoeksvragen, in de onderzoekscontexten die we kiezen, in de kleurrijkheid van de doelgroepen voor wie we ontwerpen, en in de duizenden impliciete en expliciete keuzes die we maken tijdens het ontwerp van onze technische artefacten en algoritmes.

De ingenieur van de toekomst is een vrouw. Of een man. Of iets daartussen in. Oud, jong, homo, hetero, blank, donker of pimpelpaars met een goud randje. Het maakt me niet uit. Zo lang we maar beseffen dat die diversiteit een kracht is die we moeten omarmen en koesteren. Ada was een grote uitzondering in de 19de eeuw - ze moest letterlijk van heel goede huize komen om haar talent en creativiteit te kunnen en mogen gebruiken. Ik hoop dat Eva er samen met ons voor gaat zorgen dat er nog heel veel meer Ada’s komen.

Wijnand IJsselsteijn | hoogleraar Cognition and Affect in Human-Technology Interaction

Deel dit artikel