CLMN | Internationaal
Internationale ervaring in de studie is belangrijk, zo belangrijk dat het ‘verplicht’ gesteld wordt in de Graduate School. Of in ieder geval, zo verplicht als het gesteld kan worden zonder er de financiële middelen voor vrij te maken. Maar wat voegt een buitenlandse stage eigenlijk toe?
Tijdens de terugreis van een 19 ECTS stage in Boston, probeerde ik dit te bedenken. Is het terecht dat er zo’n nadruk wordt gelegd op studeren in het buitenland? Of is het meer een verkapte manier van bezuinigen? Immers, een student in het buitenland kost de TU praktisch niets, aangezien het ‘onderwijs’ ergens anders genoten wordt.
Laten we beginnen met de inhoud. In mijn ervaring is drie maanden voor een stage kort. Voor de stage in de Graduate School staan zelfs maar 15 ECTS, dus maar 2,5 maand. Dit is dezelfde studielast als een bachelor-eindproject!
Maar waar het bij een BEP misschien nog wel volstaat om vooraf bedachte metingen uit te voeren voor een promovendus, lijkt mij dat bij een masterstage nu écht een stukje eigen onderzoek opgezet moet worden. Dit kost natuurlijk extra tijd. Bovendien kom je bij een buitenlandse stage in een nieuwe omgeving terecht, met vaak een onderwerp wat niet perfect aansluit op je ervaringen binnen onderzoeksgroepen aan de TU/e.
Een deel van de tijd zal dus besteed moeten worden aan inlezen en inwerken. Kun je dan in 2,5 maand inhoudelijk nog iets bereiken? Alleen met een heel concrete opdracht en goede begeleiding. En zelfs dan moet je het geluk hebben dat alle apparatuur blijft werken. Zelf heb ik dit geluk gehad en behoorlijk concrete resultaten kunnen behalen, maar er is nu alsnog iemand bezig om mijn onderzoek voort te zetten om meer resultaten te behalen. Qua onderzoek is een stage van zes maanden of langer mijns insziens een stuk beter.
Is het dan de ervaring an sich die maakt dat studeren in het buitenland zo noodzakelijk is? Misschien. Het is behoorlijk interessant om te zien hoe onderzoek er in een ander land aan toe gaat, hoe het organisatorisch in elkaar zit en wat de gebruiken zijn. Maar op een stage leer je dit ook maar over één land. De ervaring van een tijd op jezelf aangewezen zijn in een vreemd land is natuurlijk bijzonder waardevol. Dit wordt echter minder als je dicht bij huis zit, of tegelijkertijd met een bekende op stage gaat.
Oftewel, hoe nuttig een buitenlandse ervaring is, hangt erg af van de omstandigheden. Misschien moeten we hiervoor dan ook maar het verenigingssysteem gaan invoeren: topstages krijgen een fatsoenlijke beurs, basisstages wat minder en herkansers moeten hun eigen boontjes doppen. Zijn we gelijk van het gedoe af dat het Fonds ECTS-punten Buitenland vaak al ruim voor het eind van het jaar leeg is.
Discussie