door

Wat willen studenten?

25/01/2022

Het leven is ingewikkeld. Studeren en je huur betalen vergt tijd en geld. Het onderhouden van een sociaal leven en contact houden met je familie vraagt aandacht. Wat kan de universiteit doen om studenten te helpen, en - nog belangrijker - wat willen studenten?

Onze generatie Z-studenten worstelen met een veranderende wereld en het percentage van hen dat burn-out-symptomen ontwikkelt, is de afgelopen tien jaar omhooggeschoten. En alsof dat nog niet erg genoeg was, kwam Covid ook nog eens roet in het eten gooien. De universiteit moet zeker iets doen om de studenten te helpen, maar wat kan er gedaan worden?

Met dit idee in mijn achterhoofd en met statistieken van jaar na jaar dalende slagingspercentages van studenten in onze faculteit (Electrical Engineering) was ik ook op zoek naar antwoorden. Studenten kunnen op vele manieren hun mening over hun studie geven. Een populaire methode, in Nederland, is het invullen van de Nationale Studenten Enquête (NSE). Toen de meest recente NSE-gegevens in het nieuws kwamen, ontdekten we dat vanuit het perspectief van de student de opleiding elektrotechniek in Eindhoven het laagst scoorde van de drie in Nederland. Waarom kwamen studenten tot de conclusie dat EE studeren in Eindhoven het minst aan te raden is? Er werden veel redenen genoemd: te veel inhoud, een mismatch in instapniveau en de lesstof in eerste jaar, de hoge werkdruk, etc.

Een logische conclusie zou zijn dat als we willen stijgen in de ranking, we studenten meer ondersteuning moeten bieden, bijvoorbeeld in de vorm van aanvullende vrijwillige tutorials. Betere en uitgebreidere onderwijsondersteuning kan het studeren vergemakkelijken en de weg naar een betere evaluatie vrijmaken. Ik stelde mijn programmadirecteur voor om een vrijwillige bijles van twee uur per week over wiskunde te beginnen, omdat we al lang vermoedden dat een niet te verwaarlozen percentage van onze studenten het moeilijk heeft door tekortkomingen in de wiskunde. Dit werd met veel waardering aanvaard en met de hulp van het docentondersteuningsteam van de afdeling en een paar enthousiaste studentassistenten ben ik aan de slag gegaan.

We lanceerden onze wiskundebijlessen in september 2021. We creëerden een leeromgeving met rijke inhoud en kregen al snel veel leerlingen zover dat ze zich registreerden voor de webpagina van de bijlessen. Toen het tijd was om de eerste live bijlessen te geven, moest ik een registratielijst maken omdat we aan het begin van het collegejaar een limiet van 75 studenten per klas hadden.

In werkelijkheid kwamen niet alle 75 studenten opdagen en in de weken daarna bleef de opkomst dalen. Tegen week 5 van het kwartaal concludeerde ik dat het weinig zin had om nog met een handvol studenten te praten en schortte ik de sessies op. Naar het online oefenmateriaal dat een enorme inspanning had gevraagd om het te maken en waarmee studenten hun vaardigheden konden bijschaven, was bijna geen vraag meer.

Wat was het probleem? Was ik zo slecht in lesgeven? Was er eigenlijk geen behoefte aan dit soort extra bijlessen? En wie waren die studenten die bleven komen opdagen voor de bijlessen? Uit gesprekken met de studenten kwam naar voren dat er niets mis was met de bijlessen zelf. Die werden zeer gewaardeerd. Om de bijlessen te evalueren, hielden we onze eigen enquête. De resultaten waren verbluffend.

In plaats van studenten aan te trekken die hun wiskundevaardigheden moesten opkrikken, trokken we uiteindelijk de slimste studenten met de beste wiskundevaardigheden aan. Dit kan worden beschouwd als een manifestatie van het Matthew Effect. Waar een voordeel in de initiële kennis van studenten wordt vertaald in een groeiend voordeel naarmate ze vorderen in het systeem.

In het geval van de bijlessen ben ik er zeker van dat de studenten die ervoor kozen te komen, maar die hun wiskundige vaardigheden niet hoefden te verbeteren, de kans hebben benut om een beter begrip te krijgen van de onderliggende wiskundige principes. Op het eerste gezicht lijkt dit contra-intuïtief, maar als je bedenkt dat een student die worstelt met zijn studie denkt dat hij alle beschikbare tijd moet gebruiken om het officiële lesprogramma bij te houden, begin je te begrijpen waarom het initiatief geen succes was.

Maar toch blijft de vraag: als studenten klagen dat het tempo te hoog ligt en dat zij achterop raken, moeten zij dan niet elke gelegenheid aangrijpen om bij te blijven? Het lijkt erop dat het systeem dat we hebben niet langer in staat is om een groeiend percentage afgestudeerden van de middelbare school te ondersteunen. Wanneer studenten zeggen dat het tempo te hoog ligt, willen zij waarschijnlijk niet dat wij hun hulplijnen toewerpen. Zij willen dat wij het langzamer aan doen en hen in staat stellen aan boord te blijven op basis van hun eigen vaardigheden en hun kennis op instapniveau.

Gelukkig heeft de nieuwe regering in Nederland aangekondigd dat in 2023 het systeem van studieleningen wordt afgeschaft en dat de maandelijkse toelage voor studenten weer terugkomt. Dit zal de financiële druk verlagen die veel studenten voelen. Misschien moeten we als volgende stap overwegen om het Bindend Studieadvies (BSA) af te schaffen, zodat naast de financiële druk ook de tijdsdruk wordt verlicht.

Deel dit artikel