Sorry, u wordt vervangen door een duif
Vorige maand waren er kort op elkaar drie grote publicaties in het land van medische algoritmes: Google kan borstkanker op röntgenfoto’s beter detecteren dan radiologen, de universiteit van Michigan kan in 150 seconden tien verschillende soorten hersenkanker onderscheiden en het Radboud UMC (waar ik nu zit) kan de aanwezigheid en agressiviteit van prostaatkanker beter inschatten dan de gemiddelde patholoog. Stuk voor stuk mooie resultaten, maar niet indrukwekkend, aangezien duiven het even goed kunnen.
Je leest het goed, duiven zijn even goed als getrainde pathologen - in ieder geval in het detecteren van borstkanker in biopsieën. De universiteit van Iowa bracht in 2015 een studie uit waaruit bleek dat onze gevederde vrienden tot wel 88 procent nauwkeurig kunnen zijn in het onderscheid tussen gezond en tumor bevattend borstweefsel. Als een groepje van vier vogels gezamenlijk als meerderheid stemt over een beeld, stijgt dit zelfs tot 96 procent.
De onderzoekers gingen simpel te werk: stop de duif in een doosje en laat op een schermpje de duiven digitale beelden van borstbiopsieën zien. De duif mag vervolgens antwoorden door op één van twee gekleurde knopjes te tikken met z’n snavel. Als hij het goed heeft, krijgt hij een brokje voedsel. Het is belangrijk om te benadrukken dat de duiven niet plaatjes uit hun kop aan het leren waren: op onafhankelijke testdata die nog nooit aan de vogels getoond was, presteerden ze slechts enkele procenten slechter.
Shit, duiven, ook wel ‘ratten met vleugels’ genoemd, presteren on-par of zelfs beter dan jarenlang intensief getrainde medische professionals. Wat nu? Alle pathologen ontslaan? Nee, natuurlijk niet.
De studie zelf geeft aan dat dit expliciet niet het doel is: je kunt juist veel leren over het menselijk visueel systeem door te kijken naar de prestaties van vergelijkbare diermodellen. Nu we weten dat duiven goed zijn in (borst)kanker detecteren, kun je met vervolgstudies in gecontroleerde omstandigheden kijken naar veel nieuwe, interessante vraagstukken. Je kunt bijvoorbeeld kijken naar de invloeden van beeldartefacten of kleurenverschillen op de prestatie van de dierenpatholoog. Je verwacht eenzelfde soort invloeden op hun menselijke collega’s.
De kranten - en de dokters - nemen het echter nooit zo genuanceerd op. De media tuimelden destijds over elkaar heen om dit wonder met veren te rapporteren (soms genuanceerd, vaak niet) en idem dito in het heden met de publicaties van Google, Michigan en het Radboud. De NRC kopte twee weken geleden groot ‘De software die slimmer is dan de dokter’.
Het gaat in zulke artikelen uiteindelijk altijd om de hamvraag ’wanneer vervangen algoritmes de dokter?’. Die vraag wordt dan vaak uiterst diplomatiek beantwoord met ’deze algoritmes moeten nog door een langdurig keurmerktraject’. De volgende keer dat ik zo’n vraag krijg, haal ik m’n schouders op. Duiven kunnen het óók beter dan de dokter. Is je huisarts al vervangen door een duif?
Discussie