door

Shit, had ik nou maar…

05/10/2017

Als ik mijn innerlijke eerstejaars student nog een beetje ken, kan er na anderhalve maand op de TU nog wel wat twijfel bestaan over je studiekeus. Mogelijk omdat de studie te technisch is, mogelijk omdat calculus onverwachts best wel pittig blijkt. Het gras van twintig andere studies lijkt opeens een stuk groener.

Toegegeven, het is niet makkelijk om te kiezen. Je kunt bij het zoeken naar een technische studie op vijf studies stuiten met praktisch dezelfde naam en vakkenpakket, maar in een andere stad en met andere vooruitzichten. Persoonlijk voorbeeld: drie smaken biomedische technologie (één in Eindhoven, één in Maastricht, één in Twente). Het verschil? I dunno.

Dus dan moet je maar kiezen als achttienjarige. Oh ja, vergeet ook niet alle overlappende vakgebieden, zoals nanobiologie, biochemie en klinische fysiologie. Diplomatisch zou je kunnen zeggen ‘dat er allemaal verschil tussen zit’, maar maak die maar eens concreet genoeg voor in een foldertje van twee kantjes.

Mijn persoonlijke strategie toen ik die keuze moest maken, was, paradoxaal genoeg, me zo slecht mogelijk oriënteren. Als er iets is wat ik niet kan, dan is het uit tienduizend opties een keuze maken. Dus sprong ik op de eerste relevante studie beschreven in de foldertjes van mijn school: biomedische technologie. ‘Nou, er zit het woord ‘bio’ in, ik hou wel van technologie, dat wordt hem.’ De rest is geschiedenis.

Wat blijkt: BMT aan de TU/e heeft toch net wat minder ‘bio’ dan de open dag doet lijken en net wat meer rekensommetjes. Gelukkig kon ik me aanpassen, andere mensen niet.

Wat dan? Van studie wisselen in de wetenschap dat je pas misschien over een jaar kunt beginnen met een andere studie? Doorgaan terwijl je het eigenlijk niet leuk vindt? Het is een dilemma waar ik nog nooit voor gestaan heb en ook nooit hoop mee te maken.

Als het je toch overkomen is, heb ik slechts één advies voor je: doe niet wat ik deed.

Deel dit artikel