Access for all
Ik moest recent voor mijn afstuderen de literatuur induiken: ik probeerde een cruciale paper te vinden over het verouderingsproces in beenmerg. Letterlijk elk boek over biologie en elke moderne studie over beenmerg citeert dit stuk als de facto autoriteit van het vakgebied, maar toch was de volledige tekst in geen velden of wegen te vinden. Het is ooit, ver terug in de zestiger jaren, gepubliceerd in een obscuur blad waarop de TU/e noch de Radboud Universiteit geabonneerd is. Ik heb het artikel uiteindelijk illegaal moeten downloaden op sci-hub.tw.
Sci-hub huisvest gratis illegale kopieën van miljoenen papers op haar website, als protest tegen de betaalmuur die ingebakken zit in het wetenschappelijke publicatieproces. Zo willen ze een lans breken voor open access: in dit nieuwe systeem betaalt de schrijver om te mogen publiceren in een blad, in plaats van de lezer.
De argumenten vóór open access zijn haast vanzelfsprekend. Kennis zou vrij beschikbaar moeten zijn voor iedereen. Wetenschappers kunnen hun werk niet doen als vakgebied-definiërende studies achter een slot zitten waarvan ze de sleutel niet hebben. En vooral nu, in een tijd waarin de wetenschappelijke ontwikkelingen letterlijk zo bleeding edge zijn dat we ze live op Twitter delen en becommentariëren, is de noodzaak voor vrij toegankelijke, peer-reviewed informatie hoog.
De wetenschap lijkt goed op weg om honderd procent open access te realiseren. Cursor kopte vorige maand nog dat de Nederlandse universiteiten met Elsevier hebben afgesproken dat zij in 95 procent van Elsevier-titels open access mogen publiceren. Ook is een Europees consortium aan onderzoeksinstellingen en financiers onder de naam ‘Plan S’ hard aan het lobbyen voor open access. Zij willen dat alle onderzoekers die uit publieke beurzen worden gefinancierd in open access-bladen publiceren.
Toch is er nog veel ruzie over de praktische invulling van open access, afgaande op de open brief tégen Plan S (getekend door meer dan vijftienhonderd wetenschappers) en de verhitte gesprekken in Helix vorig jaar. Onderzoekers zijn bang dat ze hun keuzevrijheid kwijtraken. Wat als ze een voorkeur hebben voor een blad dat niet open access is? Wat als er überhaupt geen open access-blad in hun vakgebied is? Natuurlijk zeuren de uitgevers ook: als zij overstappen naar open access, geven zij de wereld een cadeau, maar dat betekent niet dat hun concurrenten meedoen. Dat kan dan nadelig uitpakken voor hun marktpositie.
Naar mijn inschatting zal het een lang en slepend proces worden om totale open access te realiseren. Zo lang niet iedereen - de wetenschappers, de uitgevers en de onderzoeksfinanciers - over de brug is, kunnen alle partijen hun hakken in het zand zetten en zeggen dat de tegenpartij niet meewerkt. Een soort van oneindige ‘jij eerst’. Totdat dat spelletje is uitgespeeld, zullen websites zoals Sci-hub nodig blijven.
Discussie