Voor onze medezeggenschap is zeuren echter een dagtaak. Momenteel zitten de faculteitsraden zelfs middenin het jaarlijkse ‘zeurseizoen’, waarbij de nieuwe Onderwijs- en Examen Regeling minutieus wordt doorgespit en men over ieder artikel afzonderlijk kan vallen. Dit document, waarvan menig student nog nooit heeft gehoord, legt gedetailleerd vast hoe het onderwijs is ingericht, wat er gebeurt als je je niet op tijd voor iets inschrijft en hoe studenten beoordeeld worden. Op het moment dat de concept-OER op de mat ploft bij de faculteitsraden begint het zeuren, over elke verkeerde komma of onduidelijke bepaling.

Dat er van iedere faculteit een handjevol studenten nachten doorhaalt om dit document lid voor lid door te spitten, is eigenlijk onvoorstelbaar. Weinig documenten zijn zo droog als de OER en toch wordt er steeds weer een waslijst aan gegrond gezeur vanuit FR-studentleden ingediend. Gezeur over een te strenge bepaling of de zoveelste spelfout. Gezeur over tegenstrijdigheden of verkeerde artikelnummers. Gezeur, gezanik en nog meer gezaag.

Je kunt zeuren dat je bus te laat is of dat de koffie weer eens niet te drinken valt. Men zeurt ook graag over andermans gezeur. Maar de leden van de faculteitsraden zetten hun natuurlijke zeurtalent voor iets anders in: het belang van de TU/e-student. Daarover kun je eigenlijk niet zeuren.