CLMN | Ambities en idealen
Naast de zegening van wereldwijde verbondenheid versterken internet en social media soms ook het beeld en de verwachting dat alles perfect moet zijn. Niet alleen film- en popsterren zijn daarbij de rolmodellen, maar ook je ‘vrienden’ scheppen weleens het beeld dat ook zij perfect zijn.
Velen van hen willen een ideale levenspartner en/of ouder zijn, een glanzende loopbaan volgen en een indrukwekkende zelfontwikkeling doormaken. Daarnaast willen ze permanent online zijn en sportief en gezond leven. Kortom, een indrukwekkende reeks ambities en een hele klus om ze waar te maken. Bij vroegere generaties waren de ambities doorgaans minder omvangrijk en beperkt tot enkele doelen in het leven. Dat maakte het, denk ik, voor hen een stuk makkelijker.
Waarom stel ik deze observatie centraal in dit betoog? Omdat ik me zorgen maak over de druk die door deze ambities en ideaalbeelden op mensen wordt gelegd. Daarbij wordt die druk nog verhoogd door een toenemende werkdruk.
De TU/e is een prachtige universiteit die het momenteel goed doet en haar ambities in deze tijd ruimschoots waarmaakt. Een betere positionering, groeiende studentenaantallen, toenemende internationalisering, actieve valorisatie , succesvolle verbindingen met het bedrijfsleven en de samenleving, aantrekkelijk onderwijs en een compacte hechte gemeenschap. De algemene erkenning dat het goed gaat, is zowel binnen als buiten de universiteit hoorbaar. Al deze collectieve ambities komen nog eens boven op de individuele.
Ook binnen onze universiteit, zoals in veel andere organisaties, is sprake van een toenemende werkdruk. Meer onderwijsdruk, meer druk op onderzoek in het verwerven van projecten als antwoord op de afnemende staatsfinanciering en een toenemende verschuiving naar contractonderzoek en publiek-private samenwerking. Voor studenten geldt ook een toenemende druk die deels andere kenmerken heeft.
Een ambitieuze omgeving creëert naast trots op bereikte successen ook altijd extra druk. Die druk baart me zorgen en is niet eenvoudig weg te nemen. Was dat maar waar, dan zou iedereen dat onmiddellijk doen. Want wie heeft er nu baat bij om talentvolle hardwerkende medewerkers ‘door de hoeven te zien gaan’? Daarbij is de weg terug vaak langdurig en moeizaam.
In dit geval moeten we met elkaar nagaan waar redundantie zit in de uit te voeren werkzaamheden. We moeten opnieuw prioriteiten stellen en sommige werkzaamheden uitstellen tot later indien ze nodig en nuttig zijn. Maar het belangrijkste is de communicatie over dit onderwerp. Leidinggevenden moeten voldoende sensibiliteit tonen om werkdruk bij mensen te signaleren, ze moeten het gesprek erover aangaan en in samenspraak zoeken naar oplossingen.
Daarnaast hoop ik van harte dat iedereen die een te hoge werkdruk ervaart, dit zelf aankaart bij diegenen die hem of haar daarbij kunnen helpen. Verberg het niet en steek niet nog eens meer uren en energie in het wegwerken van een berg waar je huizenhoog tegenop kijkt. Ik gun ons allen verstandige en wijze leiders en betrokken en openhartige medewerkers om dit vraagstuk van toenemende (werk)druk te adresseren en te verlichten.
Een perfecte wereld bestaat niet. Maar zolang we actief zorgen dat de balans van het leven globaal in orde is, blijft het leven aangenaam.
Discussie