Keuzestress
In dit nieuwe collegejaar zijn we nog maar net van wal gestoten en ik vaar nu al in een mêlee van onderwerpen waar wat over te schrijven is. De aankondiging dat we toe willen naar een verdubbeling van het aantal studenten. De banden die steeds hechter worden tussen onze universiteit en de Brainport-regio. En de vraag waar onze universiteit een rol kan spelen bij het aanpakken van de klimaatcrisis, die steeds zicht- en voelbaarder wordt.
Om met dat laatste te beginnen: de vergelijking met die onwetende kikker die in een pan ligt waarin het water langzaam wordt verwarmd en hij uiteindelijk gekookt wordt, leek deze zomerperiode werkelijkheid te worden. In Nederland en heel Europa stegen de temperaturen tot ongekende hoogte, droogden rivieren en meren op en waren branden aan de orde van de dag. Het moet ieder van ons aan het denken hebben gezet op de camping in Frankrijk, in een huisje in Portugal, of op een recreatiepark in de Achterhoek.
Het i-woord komt dan vaak voorbij als de heilige graal die ervoor gaat zorgen dat we dit wereldwijde probleem kunnen tackelen. Vorige week vrijdag vertelde Heleen de Coninck, onze hoogleraar Socio-Technical Innovation and Climate Change, ons tijdens haar intreerede dat innovatie alleen ons niet gaat redden. Innovatie is maar een van de vele aspecten van de systeemtransitie die nodig is om de klimaatcrisis te remmen, aldus De Coninck. En systeemtransitie is complex en tijdrovend en tijd hebben eigenlijk niet meer, vertelde ze haar toehoorders. We hadden die pan dus eigenlijk gisteren al moeten verlaten.
De aankondiging in juni door ons College van Bestuur dat we richting 2030 koers willen zetten naar een verdubbeling van het aantal studenten, werd bij de opening van het academisch jaar nog maar eens benadrukt. Kijkend naar hoe we dat streven gaan waarmaken staan er nogal wat vragen open: waar komen die studenten dan precies vandaan, hoe komen we aan de wetenschappers, docenten en ondersteuners die hen moeten onderwijzen en faciliteren, kan onze campus dat aan, hoe vinden al die nieuwkomers onderdak in Eindhoven? Dat Den Haag hier de urgentie ook van moet inzien en vooraf moet willen investeren in dit ambitieuze voornemen, is evident. Het wordt interessant om te volgen hoe die paringsdans zich de komende tijd gaat ontwikkelen.
Wie daar zeker de rol van dansleraar bij wil vervullen is Peter Wennink, topman bij ASML en voorzitter van onze Raad van Toezicht. Want ook ASML ziet zich gesteld voor een enorme uitdaging als het gaat om groeien. Wennink haalde dat vorige week nog maar eens aan op het podium in de Blauwe Zaal. Waar het allemaal toe moet leiden is te zien in de Tegenlicht-documentaire van de VPRO. Een groot aantal bedrijven in de Brainport-regio heeft connecties met deze wereldleider als het gaat om de productie van complexe wafersteppers. Waar ASML vooral behoefte aan heeft is nieuw talent, nieuwe ingenieurs die mogelijk maken wat nu nog onmogelijk lijkt.
Het is niet heel moeilijk om de vergelijking te trekken met vroeger, toen onze instelling werd gezien als de Philips-universiteit. Zijn we zo langzaamaan de ASML-universiteit aan het worden, of zijn we dat al? Is dat erg? Ik denk dat het vooral van belang is dat we als universiteit ook een belangrijke rol blijven spelen in het vraagstuk dat ik het eerst benoemde: de aanpak van de klimaatcrisis. Want ook al begon het de afgelopen week eindelijk te regenen, bij mij spoelt dat nog lang niet de herinnering weg aan een bloedhete en kurkdroge zomer.
Discussie