Jubilaris
Begin deze maand was ik precies vijfentwintig jaar bij de zaak. Kreeg felicitaties, wacht nog op een fraai klokje, trakteerde op vlaai, en mag aan het eind van deze maand rekenen op een mooie bonus. Maar bij mensen die ik het vertelde, gingen soms ook lichtjes de wenkbrauwen wat omhoog of er zweefde een vage glimlach rond hun mond. Al víjf-én-twíntig jaar hier om te schrijven over wat deze goegemeente zoal doet. Is dat een beetje vol te houden?
Ja, heel goed zelfs. Al zal ik niet ontkennen dat ik in die kwart eeuw ook weleens ergens anders een hengeltje heb uitgegooid, waar soms wat aan werd geknabbeld, maar waarbij nooit iemand me definitief op het droge heeft getrokken. Dat rondkijken was ook niet omdat ik het hier beu was, maar omdat ik wat dichter bij mijn woonplaats Nijmegen probeerde te komen. Inderdaad, ik ben niet woonachtig in de slimste regio van Nederland, al ben ik wel geboren en getogen in mooi Woensel (de slimste wijk van Eindhoven?). Maar door er op zeventig kilometer vandaan te wonen kan ik sowieso wat meer distantie houden tot het onderwerp waarover ik moet schrijven.
En dat onderwerp heeft me in al die jaren nooit verveeld, want er is in die tijdsspanne enorm veel gebeurd. Ik heb de campus levendiger zien worden, het aandeel vrouwen en internationals in de studentenpopulatie aanzienlijk zien toenemen, het onderwijsmodel op zijn kop gezet zien worden en het belang van deze instelling voor de regio en Nederland alleen maar zien groeien. Dat succes heeft echter ook een schaduwkant: de toenemende werkdruk. Daar zal aan gewerkt moeten worden.
Je ziet ook, soms met terugwerkende kracht, hoe bepaalde personen de universiteit een flinke duw in de goede richting hebben gegeven, en soms zie je waar dat wat minder gelukkig is uitgepakt. Wat ook opvalt, is dat de TU/e als collectief steeds hechter naar elkaar aan het groeien is. De komende jaren zal dat met de komst van de TU/e innovationSpace, de verdere ontwikkeling van de zes CRT’s (Cross-Disciplinary Research Themes) en de start van de Eindhoven Engine alleen nog maar toenemen. Stuk gezelliger en een stuk efficiënter. Al vinden sommige mensen van de diensten, of studenten en wetenschappers van de faculteiten die onlangs in Atlas zijn getrokken, dat het nu wellicht allemaal iets te hecht en gezellig is. Maar ook dat zal wennen uiteindelijk.
En op welke positie je ook zit in deze organisatie, vergeet nooit de ondersteuners, de menselijke ruggengraat van de TU/e, die het mogelijk maken dat studenten, docenten en wetenschappers hier hun studie en werk kunnen doen.
Zo, nu op naar nog eens vijfentwintig jaar.
Discussie