Geldschuivers
Van welke opleidingen krijgen Nederlandse werkgevers een warm gevoel? Magnet.me, een online carrièrenetwerk voor studenten, maakte vandaag de top-50 bekend. Bij de eerste tien studies tref ik veel strategisch management, bedrijfsadministratie, econometrie en finance. Plat gezegd, het leren schuiven met geld. Zijn dat nu de opleidingen waar Nederland en de wereld op dit moment de meeste behoefte aan heeft?
Oh wacht, op plek 5 in de top-50 van Magnet.me zie ik een witte raaf fladderen in de vorm van de Delftse opleiding Complex Systems Engineering and Management. Onze universiteit prijkt anderhalf keer op de lijst. Op plaats 2 staat de opleiding Business Administration van TIAS, het opleidingsinstituut waar de TU/e nog voor deel inzit, al weet ik niet hoe groot dat deel nog is. Maar we kunnen niet kieskeurig zijn, dit is zo ook een beetje ónze tweede plaats. Volledig op eigen kracht staat er op plaats 46 dan nog de opleiding Operations Management and Logistics.
Daarmee is voor ons de koek op. Verder is het veel Erasmus Universiteit (elf opleidingen), TU Delft (tien opleidingen) en de VU (zeven opleidingen) wat de werkgeversklok slaat. Wat zien we in dat overzicht terug aan (semi-)harde exacte opleidingen waar ondernemend Nederland de vingers bij aflikt? Dat zijn er maar stuk of zeven tot acht.
In een tijd waarin er een grote vraag is naar mensen die de urgente problemen kunnen oplossen waar Nederland en de wereld mee worstelen, had ik er daar wel wat meer van willen zien. Of is dat te naïef gedacht? Wellicht staan die problemen nog niet op de radar van de Nederlandse werkgever, of ‘managen’ we ons met spreadsheets en een strakke financiële administratie uit de klimaatcrisis.
Overigens denk ik dat als Magnet.me de werkgevers in de ons omringende Brainport-regio had gevraagd hun voorkeuren door te geven, er een heel andere top-50 uit de bus was gekomen. De vraag naar onze afgestudeerden blijft onverminderd hoog en de universiteit worstelt al enige jaren met het dilemma om enerzijds aan die vraag te willen blijven voldoen, maar tegelijkertijd de instroom beheersbaar te houden. Want nog meer instroom betekent het afkalven van de kwaliteit van ons onderwijs. Maar alleen al bij het noemen van de term numerus fixus gaan bij het ons omringende bedrijfsleven de haren omhoog staan.
Onze instroom is ook steeds vaker afkomstig uit het buitenland en dat roept de vraag op wat daar over een paar jaar de verhouding bij is. Dit collegejaar is bij de bacheloropleidingen 65 procent van de nieuwelingen nog Nederlands en al 35 procent komt uit het buitenland. Is dat over pakweg drie jaar fifty-fifty? De Brainport-ondernemer zal er niet wakker van liggen, want in zijn bedrijf is Engels allang de voertaal.
Discussie