door

Terugkijken op de toekomst

01/12/2022

Als we terugkijken naar Eindhoven aan het begin van de 21ste eeuw zien we de stad eigenlijk nog in haar kinderschoenen staan. Ze had toen al grote ambities om uit te groeien tot een echte wereldstad. Dat is ook gelukt, maar niemand kon zich er destijds een voorstelling van maken hoe dat tot stand zou komen.

Aan het begin van de 21ste eeuw begon Nederland met een nieuwe strijd tegen het water. De stijgende zeespiegel werd een steeds urgenter gevaar. We dachten dat we de dijken konden blijven verhogen en dat we de polders nog harder konden leegpompen. Dat bleek niet genoeg, het water bleef maar komen. Uiteindelijk hebben we ons over moeten geven aan de zee.

Er ontstond een nieuw landschap. Het enige wat over is gebleven van de oude kustlijn zijn de duinen, die een soort nieuwe Waddeneilanden vormen. Ondertussen ontstaan er duinen aan de nieuwe kustlijn die vanaf Breda langs Tilburg naar Nijmegen loopt en van daar omhoog naar het noorden tot aan Groningen. Het grootste gedeelte van het westen van Nederland ligt onder water. De Randstad is letterlijk verdronken. De grote vier - Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht – zijn alle ondergedompeld.

Zo is Eindhoven de hoofdstad van het nieuwe Nederland geworden. Bij die nieuwe status hoorden bijpassende veranderingen. De nationale driekleur werd vervangen door de mooie rood-wit geblokte vlag en het volkslied is veranderd in dat ene nummertje waarbij iedereen “EIND-HO-VEN” brult.

De tijden werden getekend door culturele spanningen, vele klimaat-immigranten uit de Randstad trokken naar de nieuwe hoofdstad. De 'zeelingen', zoals ze genoemd werden, verstonden nauwelijks Brabants, de nieuwe voertaal. Er ontstonden lange rijen bij de hippe cafés waar ze hun veel te dure havermelkcappuccino’s konden halen, het enige tastbare memento aan hun oude thuis. Uiteindelijk, na een hoop tegenstribbelen, lukten het ze om te integreren en deden ze zelfs mee aan de nationale feestweek: carnaval.

De Eindhovense economie groeide nog verder en Eindhoven Airport werd de grootste luchthaven van Nederland. Omdat de kustlijn zo dichtbij is gekomen, heeft het ministerie van Watercrisis opdracht gegeven tot de bouw van een nieuwe haven die moet uitgroeien tot de grootste van het nog bewoonbare deel van Europa. De TU/e verloor ook een deel van zijn competitie, want de onderzoekers en studenten van de TU Delft, die nog tot het laatst strijd heeft geleverd tegen het water, moesten worden ondergebracht bij de nog resterende universiteiten.

Ondertussen begint er weer leven op te bloeien in de gebieden die aan de zee zijn teruggegeven. De oude Vinex-wijken werden de nieuwe Noordzee-riffen, waar een grote diversiteit aan zeedieren te vinden is. De boven het water uitrijzende galerijflats bieden nu de perfecte rustplaatsen voor trekvogels. Ook de mens is hier of daar nog te vinden. Net als vroeger varen in de centra van de oude ondergelopen steden nog toeristische rondvaartboten, waar de gidsen wijzen naar de daken van vergane grachtenpanden, terwijl ze uitleggen hoe het allemaal zo fout heeft kunnen gaan.


De bovenstaande gedachteoefening voerde ik uit naar aanleiding van de onlangs gehouden milieuconferentie COP27.

Deel dit artikel