K3 | De hoeveelheid troep die ons via de media bereikt is haast oneindig
Nieuwsmedia hebben een steeds grotere invloed op onze levens. De kwaliteit van veel berichtgeving is van een bedenkelijk niveau. Ingenieurs doen er daarom goed aan zich toe te leggen op het bestuderen van brondata.
Toen ik opgroeide las mijn vader de krant en stond elke avond het Achtuurjournaal aan. Een buurman was geabonneerd op Elsevier, die mochten mijn ouders een week later lezen. Bij de kapper, heel erg lang geleden in mijn geval, lagen Story en Panorama. En ’s morgens ontwaakten mijn ouders door het afgaan van de wekkerradio.
Ondanks dat het grootste deel van onze levens gevrijwaard was van media, heb ik niet de indruk dat veertig jaar geleden de informatievoorziening veel beter was. Zo is mijn opa op hoge leeftijd in hongerstaking gegaan, omdat hij zich liet beïnvloeden door een iriskijker die voorspelde dat hij op korte termijn zou komen te overlijden. Die voorspelling kwam niet uit, waardoor hij de laatste jaren van zijn leven ernstig verzwakt heeft moeten slijten.
We leefden echter met zijn allen een stuk meer in de realiteit en nauwelijks in de virtuele realiteit, waardoor slechte informatie een stuk minder invloedrijk was. Tegenwoordig staat het grootste deel van onze levens in het teken van informatievergaring. En de hoeveelheid content is bijna oneindig en zeer divers, variërend van de dagelijkse beslommeringen van mensen waarmee we geen persoonlijke relatie hebben tot gênante video’s van de communicatieafdelingen van (tot voor kort) serieuze organisaties.
De hoeveelheid troep die ons tegenwoordig via allerhande media bereikt is oneindig. We worden door journalisten en politici dan ook veelvuldig gewaarschuwd voor mis-, des- en malinformatie. Ik zou u hier het verschil niet kunnen uitleggen. Maar als een politicus of journalist rapporteert over mijn vakgebied – of een ander onderwerp waar ik verstand van heb – dan frons ik mijn wenkbrauwen. En dan bedenk ik me dat de kwaliteit van berichten over de onderwerpen waarvan ik geen verstand heb, van vergelijkbaar bedenkelijk niveau moet zijn.
Misschien moeten we onszelf aanleren om minder afhankelijk te zijn van het duiden en rapporteren van derden, en proberen plezier te ervaren in het bestuderen van brondata. Die instelling is voor ingenieurs vanzelfsprekend waardevol. Met de snelle – en wat mij betreft zorgwekkende – ontwikkeling van artificiële intelligentie lijkt het me überhaupt verstandig om ons meer te gaan richten op de realiteit en directe omgeving. En dan rest mij nog te reflecteren dat het verstandig is om de analyses van columnisten niet serieus te nemen.
Willem Mulder is professor Precision Medicine aan de TU/e. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.
Discussie