K3 | Afstand
Begin 2011 werd er door het TU/e College van Bestuur aardig wat druk uitgeoefend op de lokale hoogleraren om in Den Haag mee te gaan demonstreren tegen de bezuinigingsplannen van Rutte I. Naast dat ik die bezuinigingen grosso modo wel kon begrijpen (bijvoorbeeld de studiefinanciering limiteren tot de 5 jaar die er voor de studie staan), houd ik niet zo van demonstreren. Ik ben die 21e januari dan ook niet meegegaan.
De processie van 500 professoren in toga deed, allicht onbedoeld, toch ook wel een beeld opdoemen van een elite binnen de (semi-)overheid die niet echt lijkt te snappen dat ook daar soms de broekriem iets moet worden aangetrokken. Het vervolgens geheel afschaffen van de studiefinanciering door Rutte II, met steun van GroenLinks en D66, was mede het gevolg van het blokkeren van het middenweg-voorstel van Rutte I. Vreemd genoeg leidde dit “progressieve” (elitaire zou een betere benaming zijn) beleid dan weer niet tot een oproep aan de hoogleraren tot protesteren in Den Haag.
Bovenstaand beschreven protestactie is mij altijd bijgebleven als waarschuwing dat universiteiten voorzichtig moeten zijn met politieke standpunten. Selectief protesteren vanuit universiteiten kan leiden tot een ontkoppeling met de samenleving en met onze eigen diverse populatie van studenten en medewerkers. Onderwijs middels excellent, niet-activistisch, onderzoek lijkt mij op de lange termijn veel waardevoller om de richting van Nederland te beïnvloeden.
Soortgelijk geldt voor vlagvertoon. Vlaggen doen mij persoonlijk niet zoveel, maar als deze het land verbinden, bijvoorbeeld tijdens 4 en 5 mei, dan hebben ze hun waarde. Het wordt al een stuk minder duidelijk als we als universiteit gaan vlaggen voor landen in oorlog. Logisch, dat we solidair zijn met Oekraïne, maar daardoor wordt het niet laten wapperen van vlaggen van andere landen die aangevallen worden indirect ook een stellingname; terwijl er waarschijnlijk gewoon geen vlag van Israël voorradig was.
Daags na de recente Tweede Kamerverkiezingen stuurden vele universiteiten en zelfs individuele faculteiten een bericht naar hun studenten en medewerkers over de verkiezingsuitslag. Blijkbaar staan we als organisatie kritisch tegenover de recente keuze van de bevolking, en van allicht ook aardig wat studenten en medewerkers, die zich in meerderheid had uitgesproken voor een (iets) minder globalistische koers. “Betuttelend” was één van de meer vriendelijke omschrijvingen over deze stellingnames, die ik opving op de werkvloer en daarbuiten.
Er is duidelijk een afstand tussen de universiteiten en de samenleving. Het kwartje is helaas nog niet gevallen dat het onderliggende probleem daarvan ook bij ons ligt.
Discussie