Activisme is een conflict of interest
Voor een wetenschappelijke integriteitscursus was ik uitgenodigd om door promovendi bevraagd te worden over conflicterende situaties in mijn werkzaamheden. Mijn onderzoeksgroep ontwikkelt namelijk immuuntherapieën, die we via ondernemen proberen te ontwikkelen tot medicijnen voor patiënten. Mijn mogelijke conflict of interests zijn heel erg duidelijk en bekend. Echter, er is een trendy academische perverse prikkel die we over het hoofd zien.
Eind oktober werd ik in de togakamer van de Agnietenkapel van de Universiteit van Amsterdam geconfronteerd met een activistische ICT-medewerker. Gehuld in een T-shirt met gebalde vuist en Palestijnse vlag – en bewapend met een bestickerde laptop – drong deze UvA medewerker aan elke bezoeker van de togakamer zijn wereldbeeld op. Tegelijkertijd stonden bij de uitgang van de Agnietenkapel billboards met hypothetische ‘social safety’ casussen en de oproep om gevallen daarvan vooral te melden. Dat in de Agnietenkapel opzichtig activisme niet wordt gezien als een mogelijke vorm van ‘social unsafety’ is wellicht niet zo gek in een stad waar antisemitisme is genormaliseerd, zoals we de afgelopen tijd hebben kunnen zien.
De Joodse voorzitter van NWO, Marcel Levi, schreef op persoonlijke titel een hartverscheurende column over zijn ervaringen in zijn geliefde Amsterdam. In plaats van bijval te krijgen, ontstond er vorig weekend een storm van kritiek. Naast de ‘usual suspects’, nam zelfs zijn eigen organisatie NWO op zondagmorgen – via een bericht op X – publiekelijk afstand van Levi’s column.
Waarheidsvinding en activisme zijn niet verenigbaar. Dat komt omdat activisme begint bij een uitkomst, meestal een wereldbeeld of een ideologie. Activisten werken naar die uitkomst toe en verzamelen alleen standpunten in dienst van die missie. Daarom lijken activisten voor buitenstaanders extreem inconsequent. De ene keer roepen ze moord en brand over sociale onveiligheid, bijvoorbeeld als diezelfde voorzitter van NWO dat concept bekritiseert in column. In een andere situatie zorgen activisten juist zelf voor sociale onveiligheid, zoals we vorige week op onze universiteit hebben ervaren. Voor Technion hoogleraar Karel Martens en bezoekers aan zijn lezing was sociale veiligheid namelijk niet gewaarborgd. Consistentie is dan ook helemaal geen doel van activisten. Hun doel is om iedereen naar hun ideologische pijpen te laten dansen.
Gedreven door activisme staat de academie tegenwoordig bol van de dogma’s die op zijn best pseudowetenschappelijk zijn, maar in de praktijk anti-wetenschappelijk gedrag stimuleren. Nieuwsgierigheid, consistentie en openheid zijn de belangrijkste slachtoffers van activisme, drie deugden die cruciaal zijn voor goede wetenschap. Het lijkt me daarom hoognodig tijd om activisme te benaderen als een conflict of interest. Activisme is voor sommige academici immers een businessmodel en een eenvoudige route naar relevantie. En regelmatig verslijten zij hun activisme voor wetenschap. Ik stel daarom voor dat activistische academici aan dezelfde regels worden onderworpen als ondernemende academici, zodat hun conflict of interests duidelijk zijn voor de buitenwereld.
Willem Mulder is professor Precision Medicine aan de TU/e. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.
Discussie