door

Drinken uit de brandkraan

21/12/2021

‘Studeren hier voelt als drinken uit een brandkraan’, zei Jerome Wiesner, die in de jaren zeventig van de vorige eeuw president was van het Massachusetts Institute of Technology. Ik loop hier nu een tijdje rond als ‘visiting student’ en begrijp die metafoor. Het werkgeheugen in mijn bovenkamer begint namelijk aardig vol te raken. Waarom is MIT zo’n magneet voor alles wat technologie ademt?

Toen ik bij mijn vertrek de douane passeerde op Schiphol trof ik een McDonald's aan die bomvol zat met ietwat corpulente Amerikanen. Eenmaal aangekomen in Cambridge met al mijn vooroordelen over de stereotiepe Amerikaan, bleek die toch niet zo nadrukkelijk aanwezig te zijn dan ik dacht. Geen oversized pick-up trucks of mannen van middelbare leeftijd in outdoor kleding. Want naast het ‘Hi how are you honey’ dat ik dagelijks hoor van de koffiejuffrouw, is het vooral een grote culturele diversiteit die gonst rondom de zuilen van de campusgebouwen.

Deze tastbare culturele verschillen vertalen zich ook door naar intellectuele aantrekkingskracht. Bijna dagelijks krijg ik mailtjes met daarin allerlei uitnodigingen. Onder meer voor een seminar over de handelsrelatie met China, een Zoom-link naar een door de WHO geleide paneldiscussie over de aanstormende omikronvariant, interviews met personen die op de cover van Times hebben gestaan, een workshop waarin wordt uitgelegd hoe je je eigen fiets last, en zelfs keynotes van Nobelprijswinnaars. Simpelweg te veel om op te noemen.

Kortom, hier staat de relatie tussen techniek, mens en maatschappij hoog in het vaandel. Misschien moeten we aan de TU/e de USE-vakken toch maar wél verplichten. Want hoe mooi is het als je naast je studie werktuigbouwkunde ook nog een minor in Afrikaanse diaspora of in politiek kunt volgen?

En die brandkraan? MIT zou MIT niet zijn als je daar niet daadwerkelijk uit kon drinken.

Deel dit artikel