Beschuit met muisjes
“Hebben jullie al een beschuitje gehad?” Ik zit net met een collega aan een soepje in de hal van Atlas, als twee studenten achter ons komen staan met een groot bord met beschuiten met blauwe en witte muisjes. Eén heeft een stapel papiertjes in zijn hand. Moet ik alweer in de actie schieten?
Ik heb al gestemd op de top 2000, een online protest aangetekend tegen de executie van een schizofrene man in Amerika, een beker hete chocomel verdiend met mijn social safety-suggestie in ons tijdelijke kerstdorp, in de rij gestaan voor een warme stroopwafel, mijn kerstcadeau geclaimd bij de balie, en ik kon nog net het strookje papier (goed voor een glühwein een chocolademelk) van de papierbak redden voor nóg een warm drankje.
Weinig discipline en veel zoete trek is een slechte combinatie als je eigenlijk je suikerinname wil beperken. Zeker op de TU/e waar altijd wel een feestje of een verjaardag te vieren is. Maar een beschuitje had ik nog niet gehad.
“En waar hebben we dit aan te danken?”, vraag ik me hardop af. Mijn collega is sneller: er is een kerstkindje op komst. En inderdaad, de studenten zijn van studentenvereniging Ichtus en delen in de WinTU/er Village beschuitjes uit ter ere van degene die de aanleiding is voor al deze festiviteiten.
Daarbij nog een verzoek: “Zouden jullie ook een kaartje willen schrijven voor iemand die eenzaam is met Kerst?” Voor een beschuit met muisjes doe ik dat graag. Maar ook gewoon omdat ik het zo’n sympathiek gebaar vind. Mooi in al zijn eenvoud: twee studenten die hun eigen actie zijn gestart en het een beetje spannend lijken te vinden om beschuitjes uit te delen aan vreemden, maar het toch doen.
Even later zit ik achter mijn bureau naar het lege kaartje te staren. Een aardig kaartje schrijven wanneer je de ontvanger niet kent is ook een beetje spannend. Maar het lukt. Nu nog mijn foute kersttrui aan en op naar het eindejaarsfeestje met mijn collega’s.
Discussie