door

Duurzaam duurzaamheid verkondigen

25/05/2018

Duurzaamheid: voor veel academici een zwaarwegend en essentieel onderdeel binnen onderzoeken. Denk hierbij aan het optimaliseren van (bedrijfs)processen, het ontwikkelen van technologieën waardoor we duurzamer met energie omgaan, of juist gebruik maken van een alternatieve energiebron. Meerdere insteken, allemaal met hetzelfde doel. Is het dan niet gek dat we meerdere keren per jaar op conferenties onze ‘duurzame’ onderzoeken presenteren, en daar iedere keer het vliegtuig voor pakken?

Zoals iedere jonge academicus ben ik mij onlangs gaan verdiepen in conferenties; welke zijn moet’jes, welke zijn mag’jes, en welke zijn mwoh’tjes. En, daarbij stelde ik mij de vraag: “Wanneer pak je het vliegtuig, wanneer pak je de trein en wanneer zijn deze keuzes moreel juist?” Oftewel: wanneer kun je ‘duurzaamheid’ verkondigen aan de andere kant van de oceaan, als dit een serieuze CO2-belasting met zich meebrengt? Ik begrijp best dat je soms echt naar die ene conferentie moet, maar ik pleit er voor dat mensen een weloverwogen keuze maken. Draagt jouw onderzoek echt zo aan duurzaamheid bij, dat een vliegreis geoorloofd is?
Een ‘argument’ dat ik veel hoor om toch het vliegtuig te pakken, is dat de trein zo duur is. Tsja, ons beeld van reiskosten is zo vertekend geraakt –onder meer doordat er geen belasting wordt geheven op kerosine, dat we de low fares zijn gaan zien als reële prijzen. Maar hoe reëel is het dat je voor 70 euro op en neer kunt vliegen naar Madrid? Gekkenhuis, right? Aan de andere kant, ook ik vind de trein (NS als referentie) aan de prijs. Rarara, wat kan  hiervoor nu de oplossing  zijn? Toedeloe belastingontheffing op kerosine, en hallo subsidie op de trein! What a genius I am.

Beleid

TU/e’er Tanja Manders, PhD’er bij de groep Technology In Society (TIS) bij IE&IS, vroeg zich dit al eerder af. Zij houdt zich bezig met Smart Mobility, met als focus het verduurzamen van transportsystemen. Aanleiding dat zij zich deze vraag stelde was dat de afweging voor te reizen eerder een financiële leek dan een van duurzaamheid. Aan de TU/e zijn reiskosten en mobiliteitsvergoedingen niet centraal geregeld, en kan iedere groep en faculteit het beleid zo duurzaam (of juist niet) maken. Tanja kaartte dit aan bij het vakgroepshoofd, waar het erg goed opgenomen werd. Inderdaad, wij (ja, ik identificeer mezelf nog steeds met TU/e’s Innovation Sciences #onelove) staan open voor dergelijke duurzame oplossingen! Zo ligt er nu het plan bij TIS om duurzamere varianten van reizen te stimuleren, bijvoorbeeld door ook een duurdere treinrit te vergoeden. Daarnaast wil men ook het reizen van de vakgroepleden bijhouden, om zo meer inzicht te verkrijgen in de CO2-voetafdruk, en deze te kunnen compenseren. En dan, zoals Tanja het verwoordt: “een goede, en niet zo’n standaard van de vliegtuigmaatschappijen…”. In Eindhoven liggen dus de beginselen voor een duurzame manier van conferentiebezoeken, hoe is dat in Delft?

Daar zijn deze zaken universiteitsbreed geregeld en worden treinreizen (eersteklas!) en eventueel bijkomende overnachtingen vergoed (tot een bepaald maximum). Maar, daar blijft het bij. Enige verdere stimulering hiervan is helaas ver te zoeken. Ik vind dit erg jammer, want juist als academici zouden wij hierin een voorbeeldfunctie kunnen stellen. Daar komt bij, universiteiten geven grote sommen geld uit aan verduurzaming van bestaande en nieuwe gebouwen. Zelfs de catering wordt beoordeeld op het aanbod vegetarische producten, of op het materiaal van de koffiebekers. Waarom wordt deze gedachtegang dan niet doorgetrokken naar het reisbeleid?

Verantwoordelijkheid

Er ligt een grote verantwoordelijkheid bij wetenschappers om, naast het verkondigen van het woord, hier ook daden bij te voegen. Misschien dat die ene belangrijke conferentie in Australië voor een keer kan worden vervangen door een binnen de grenzen van Europa en dat dat met de trein te bereizen valt? 

Ik roep zowel Eindhoven als Delft op om het reis(kosten)beleid te herzien. Het lijkt me niet meer dan onze plicht om reizen per trein actief te stimuleren, en zo op meerdere manieren bij te dragen aan een vermindering van onze CO2-voetafdruk. Misschien levert het ons zelfs weer een plaatsje hoger op de ranglijst ‘Meest duurzame universiteiten ter wereld’. 

Deel dit artikel