door

Bezuinigen

21/11/2024

De TU/e moet bezuinigen. De focus van de bezuinigingen ligt vooral op de kosten bij de faculteiten en de diensten. Niemand lijkt eens kritisch te kijken naar de echte kostenpost: onderwijs.

Tijdens voorlichtingsactiviteiten schermen universiteiten graag met hun onderwijsmodellen. Of je het nu 'Bachelor College & Graduate School' of het 'Twentse Onderwijs Model' noemt, de boodschap van elke universiteit komt op hetzelfde neer: door dit unieke model hebben wij alleen maar excellente opleidingen. Dat letterlijk elke opleiding in Nederland hetzelfde zegt, laten we maar even in het midden.

Aan de TU/e valt deze boodschap helemaal niet zo goed te rijmen met onze statistieken, want als ons onderwijsmodel zo goed is, hoe komt het dan dat het aantal studiepunten dat jaarlijks door een student gehaald wordt al jaren afneemt en in inmiddels zelfs onder de 40 gedoken is. En dat de gemiddelde studieduur van studenten al jaren stijgt en inmiddels 45 maanden is voor bachelorstudenten en 32 maanden voor masterstudenten?

Dit komt niet doordat wij luie studenten hebben. Onlangs bleek uit opmerkingen bij de Nationale Studenten Enquête onder studenten Data Science dat studenten vooral last hebben van kwartielstress. Het staccato schema van kwartielen, vaak met meerdere (groeps)opdrachten in parallel maakt het onmogelijk om een keer een weekend rust te nemen en de stof even te laten bezinken. En na de acht collegeweken, volgen twee tentamenweken vol tentamens en projectdeadlines en de maandag daarop moeten de studenten door, want het volgende kwartiel begint. Veel studenten halen de deadlines niet, of maken bewust keuzes wat ze wel en niet doen, en ja, als de eenheid van onderwijs 5 studiepunten is en je moet elk kwartiel iets laten vallen, kom je op 40 studiepunten per jaar uit.

Dit lage aantal studiepunten kost de TU/e echt veel geld. De kostprijs van een bachelorstudent is volgens Patrick Groothuis 18.000 euro en van een masterstudent 21.000 euro per jaar. De overheid subsidieert EU-studenten alleen tijdens hun nominale studieduur, dus elke student die te lang studeert kost ons dat bedrag, minus het wettelijk collegegeld. Met een beetje rekenen kom je er snel achter dat als elke student 10 procent meer studiepunten per jaar gaat halen en daardoor dus sneller klaar is, dit een lange-termijnbesparing oplevert van ruim 14 miljoen per jaar. Bij een 20 procent stijging in het aantal studiepunten per student per jaar stijgt dat zelfs naar 22 miljoen per jaar, structureel. De hamvraag is hoe we dit voor elkaar moeten krijgen.

Mijns inziens is de oplossing niet heel moeilijk. Als we willen dat studenten meer studiepunten per jaar gaan halen, moeten we af van het rigide raamwerk van tijdsloten, 5 studiepunten per vak, gedwongen projectwerk en strakke kwartielen. Op die manier levert een keer een dag ziek zijn, of een keer een vak niet goed begrijpen, niet meteen een onoverkomelijke studievertraging op.

Geef opleidingen dus de ruimte om hun programma’s zo in te richten dat dit passend is voor die opleiding. Als dat betekent dat Calculus voor Natuurkunde nog maar 3 studiepunten is, prima. En als een CBL-project niet het eerste kwartiel, maar het hele eerste semester duurt en in totaal maar 2 studiepunten bevat, dan is ook dat prima. Project-onderwijs is sowieso een van de duurste vormen van onderwijs, dus of we daar in deze tijd nu zo fors op moeten inzetten?

Kortom, om collega Mulder aan te halen: doe studenten en medewerkers een plezier en stop met het top-down implementeren van slecht doordacht en onwerkbaar beleid. Dat levert nog geld op ook.

Boudewijn van Dongen is professor Process Analytics aan de TU/e. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.

Deel dit artikel