Aanwezig?
Op donderdag 11 november om half twee 's middags verzamelden zich 261 studenten voor het tentamen van mijn vak Foundations of Process Mining (2AMI10). Samen met tien surveillanten was ik in het sportcentrum aanwezig om dit in goede banen te leiden. Het was werkelijk fijn om al die studenten voor het eerst live te zien, na acht weken college en instructie via een videoscherm.
Zoals gebruikelijk begonnen alle studenten met het invullen van de ‘attendance card’. Een kaartje waarop iedere student zijn naam, studentnummer en vakgegevens vermeldt. De surveillanten controleren deze kaartjes minutieus en sorteren ze op alfabet. Zeker dat laatste is geen sinecure met de grote variëteit van achternamen die we op de TU/e tegenwoordig hebben. Als een student klaar is met het tentamen wordt nogmaals gecontroleerd of het opgeschreven studentnummer klopt.
Als student vroeg ik me altijd al af wat nu het nut was van die kaartjes. Als eerstejaars denk je dat die kaartje gebruikt worden om ergens te registreren wie bij de tentamens aanwezig waren. Later realiseer je je dat dat helemaal niet kan gezien de hoeveelheid studenten en tentamens. Een hele afdeling zou er een dagtaak aan hebben om die (soms onleesbare) kaartjes over te typen.
Als docent vraag je je soms ook af waar die kaartjes voor zijn. Je krijgt ze allemaal in je handen gedrukt van de surveillanten, maar niemand vertelt je ooit wat je er mee moet doen. Ik heb een kast vol met die kaartjes van eerdere jaren. Na een jaar of twee gooi ik ze maar bij het oud papier.
Tot dit jaar. Voor het eerst heb ik die kaartjes gebruikt! Een van mijn studenten had namelijk op het ANS-tentamen zijn studentnummer verkeerd ingevuld. Zo’n ANS-tentamen wordt door een computer ingelezen zodat je het op het scherm kunt corrigeren. Na de correctie kunnen studenten hun eigen scans inzien, voorzien van commentaar van de docent. Maar in dit geval kon de student zijn tentamen niet vinden, met een vragende e-mail tot gevolg.
Wat bleek. Hoewel zijn studentnummer eindigt op 43 had hij de vakjes 11 aangekruist. Ik kan, als docent, heel gemakkelijk zo’n tentamen aan een andere student toewijzen en ik stond op het punt dat te doen toen ik me realiseerde dat dat betekent dat de student wellicht een ander gestuurd kon hebben om zijn tentamen te maken, met vrijwel hetzelfde studentnummer. En toen, voor het eerst, kwam de ‘attendance card’ van pas. Want daarop stond naast de naam (in keurig handschrift) het juiste studentnummer en het juiste nummer van de ANS-pdf.
De student heeft nu zijn cijfer (hij is ruim geslaagd) en ik zal voortaan meer begrip hebben voor de ‘attendance card’ en dankbaar zijn dat zij door de surveillanten op alfabet worden gesorteerd.
Discussie