door

Verduurzamen mét de industrie

07/03/2023

In VWO 3 kreeg ik voor het eerst te horen over de mondiale klimaatopwarming, veroorzaakt door overmatige uitstoot van CO2 in de atmosfeer. De risico’s en gevaren die dit met zich meebrengt maakten toen - en nu nog steeds - grote indruk op mij. Dit zorgde er onder meer voor dat ik chemische technologie ben gaan studeren en me de afgelopen jaren als ‘hobby’ heb verdiept in de energietransitie. Voor mij is het duidelijk: ik wil de komende jaren een rol spelen in die energietransitie.

Laten we eens naar Nederland kijken: waar komt de CO2-uitstoot bij ons vandaan? Sinds het klimaatakkoord in 2019 wordt door de Nederlandse overheid de uitstoot verdeeld in vijf sectoren. In 2021 werd volgens het CBS van de totale hoeveelheid broeikasgassen 32 procent door de industrie uitgestoten, 19 procent door de sector elektriciteit (voornamelijk door het stoken van aardgas), 18 procent door de sector mobiliteit (binnenlands verkeer en vervoer), 16 procent door de landbouw en 15 procent door de gebouwde omgeving (vanwege het stoken van aardgas voor verwarming van (woon)ruimtes).

Wat opvalt is dat een derde van de uitstoot toe te wijzen is aan de industrie. Ook levert de elektriciteitssector een grote bijdrage. Op emissieregistratie.nl kun je precies vinden wat de uitstoot is van de bedrijven in Nederland. Een paar dingen vallen op: in de industriesector is de top-20 van grootste uitstoters verantwoordelijk voor bijna 70 procent van de uitstoot in die sector. Hier zitten bedrijven bij als DOW, Chemelot, Yara, Shell, Esso Nederland, Tata Steel en Air Liquide. Ook een aantal energiebedrijven (Vattenfall, RWE) behoren tot de grootste uitstoters van Nederland, voornamelijk door de productie van elektriciteit door het stoken van aardgas. Door deze bedrijven heb je licht op je kamer, wordt je water gezuiverd, rijdt je trein en kunnen we in Nederland allerlei producten maken.

Als je de CO2-uitstoot bij die grootste uitstoters aanpakt kom je een heel eind! Hoe kan je dat het beste doen? Je kunt je afvragen of we deze bedrijven nog wel nodig hebben. Wat maken die bedrijven eigenlijk die in de top-20 staan? Neem Tata Steel IJmuiden, dat bovenaan het lijstje staat: hun jaarlijkse staalproductie is ongeveer gelijk aan de jaarlijkse Nederlandse staalconsumptie. Tata Steel sluiten betekent dat ons staal elders moet worden gemaakt. Nu is het zo dat dit bedrijf staal maakt met een van de laagste CO2-voetafdrukken ter wereld. Resultaat kan dan zijn dat er elders staal wordt gemaakt waar veel meer CO2-uitstoot bij plaatsvindt. Dat is nóg slechter voor het klimaat! Dan kan je dus beter proberen Tata Steel zo goed mogelijk te helpen met hun verduurzaming. Zelf willen ze dat ook graag.

Andere bedrijven zoals DOW, Chemelot, Shell, Esso en Yara zijn verantwoordelijk voor de grondstoffen waar uiteindelijk de verf voor op je muur, de stof voor je bank, matras en kleding en je shampoo van wordt gemaakt. Ook zijn ze verantwoordelijk voor de kunstmest waarmee het voedsel dat je eet is verbouwd, en ze maken de brandstoffen waar dagelijks meer dan zeven miljoen auto’s in Nederland van A naar B rijden.

De Nederlandse industrie is verder ook verantwoordelijk voor een groot deel van de Nederlandse economie (~12% bbp) en vertegenwoordigt een hoop banen in Nederland. Het is dus een tweestrijd: aan de ene kant zijn we ontzettend afhankelijk van deze bedrijven om het leven dat we nu hebben mogelijk te maken. Aan de andere kant stoten zij ontzettend veel CO2 uit. Wij vragen deze bedrijven te verduurzamen, maar zelf consumeren we steeds meer en meer.

In Nederland zijn we gelukkig hard op weg de uitstoot van deze bedrijven naar beneden te krijgen. Zo is er sinds het klimaatakkoord een zware CO2-belasting voor de industrie en zijn er ruime subsidies beschikbaar wanneer bedrijven een verduurzamingsproces ingaan. Een groot aantal van deze bedrijven wil echt verduurzamen en heeft geweldige verduurzamingsprojecten in de pijplijn zitten. Het zijn juist deze bedrijven die de ambitie hebben om op grote schaal groene brandstoffen, circulaire producten en duurzame energie te maken. Maar door de aanhoudende vraag naar goedkope producten, wereldwijde concurrentie en geopolitieke onrust is dit niet makkelijk. Het resultaat is dat er een sterke dialoog is tussen de overheid en deze bedrijven om samen een duurzame weg vooruit te vinden.

Ik denk dat we er alles aan moeten doen deze bedrijven te helpen met verduurzamen en ze in Nederland te houden. Onze producten, banen en economie zijn er van afhankelijk, en er is in deze sector zoveel potentie voor verduurzaming. Daarnaast zit bij deze bedrijven ook de kennis en kunde om energietransitieprojecten van giga-niveau uit te voeren, en die zijn hard nodig zijn om de wereld te verduurzamen. Nederland heeft zo de potentie om in Europa en voor de hele wereld een gidsland te zijn voor de energietransitie.

Deel dit artikel